Dr. F. C. KUIPERS Frits Kuipers was wel het voorbeeld van een gentleman-player. Van hem nooit een onspor tief gebaar of optreden, nooit enig spoor van aanstellerij, kortom een aanvoerder in de ware zin des woords en als zodanig een van de 'grote vier', die de H.F.C. na de benarde tijd van omstreeks 1920 er weer bovenop hebben geholpen. Als student verruilde hij in 1921 Quick (Nijmegen) voor de Good Old. Deze keuze ken merkte hem reeds, want volgens velen was onze H.F.C. toen al reddeloos verloren. Als spil en als aanvoer der bracht hij met Nico Bouvy en Ben Verwey en onder de bezielende leiding van Karei Lotsy ons eerste in twee jaar tijds via de Overgangs- weer in de eerste klas. Uitstekend clubspeler faalde hij in het Neder lands XI, waarvoor hij eenmaal, als aanvoerder, uitkwam. Het Lidmaatschap van Verdienste, hem in 1933 aangeboden bij zijn aftreden als vice-voorzitter, was wel een verdiende beloning voor alles wat hij voor de H.F.C. heeft gedaan. Helaas is hij ons door de dood ontvallen. WIM EN ERNST REYDON Wim en Ernst Reydon, de twee bekendsten uit het voetbalgeslacht van deze naam, dat zoveel telgen aan ons eerste elftal heeft geschonken. Wim kwam regelrecht uit het vierde in ons eerste elftal. Hij was zeker geen 'goede' voetballer, maar hij bezat eigenschappen, die hem tot een van onze nuttigste spelers maakten: hij was razend snel en vechter tot de laatste minuut en hij wist door zijn enthousiasme vaak het gehele elftal mee te slepen. Als rechtshalfback bracht hij zijn tegenstanders vaak tot wanhoop door zijn vasthoudendheid en zijn nooit-opgeven. In 1924 vertrok hij naar Amerika en met hem verloor H.F.C. een van zijn beste leden. Een geheel ander speler was Ernst. Een geboren voetballer, uitblinker zowel in de halflinie als in de voorhoede. Geen vechter als zijn broer, maar, als Wim, een enthou siast H.F.C.-er, op wie onze club steeds staat kon maken. Na het beëindigen van zijn voetballoopbaan speelde hij nog enige jaren in het beroemde veteranenteam van Dr. Spoelder en Vader Jongeneel, totdat zijn werkzaamheden als medicus hem naar elders deden verhuizen. Ernst Reydon DICK MIEZÉRUS Mies als middenvoor en Arie van Beekum als links binnen waren samen de schrik van elke tegenstan der. Mies de koel berekenende, altijd kalme mid denvoor, die zijn linkerbuurman zo vaak de mooist denkbare passes gaf, waarop onze robuste links binnen na een snelle ren onze aanhang deed juichen. Maar denk niet, lezer, dat Mies het doelpunten maken altijd aan zijn partner overliet. Neen, hij had zelf een neus voor de kleinste kans op een doel punt. Hij speelde zelfs nog meer wedstrijden voor ons ie elftal dan Arie, n.l. 133 en behoort zeker tot onze grote spelers. Een speler, die zich helaas reeds jaren niet meer laat zien maar die wij met dankbaarheid gedenken. In 1928 wonnen wij de Arol-Beker. Dick Miezerus neemt deze fraaie prijs in ontvangst.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jubileumboeken HFC | 1954 | | pagina 51