Zo zijn wij genaderd tot ons zestigste sei
zoen, 1938-1939, een seizoen, triester nog
dan zijn voorgangers. Eén voortdurende wor
steling om aan de laatste plaats te ontkomen,
een strijd, die eerst op de laatste wedstrijddag
beslist werd, toen R.C.H. onze concurrent
West-Frisia met 2-1 in Enkhuizen versloeg.
Door dit resultaat behielden wij de voorsprong
van 1 zegge 1 punt op de Enkhuizenaren en
eindigden wij met 12 punten uit 18 wed
strijden op de voorlaatste plaats. In dit
jubileum-seizoen waren wij tenminste voor
beslissings- of degradatiewedstrijden gespaard.
Dat wij beter konden, bewezen de over
winning met 3—1 op R.C.H., no. 2 van de
afdeling en het 0-0 gelijke spel tegen de
kampioenen E.D.O., resultaten aan het eind
van het seizoen behaald. Toen was het ware
feu-sacré aanwezig, dat wij in zoveel wed
strijden gemist hadden. Met spelers als v. d. Togt, Kruyer, Höck, Drijver, Gentis en Elagenaar hadden
trouwens betere resultaten behaald kunnen worden.
Het tweede elftal deed het even slecht en belandde ook al op de voorlaatste plaats. Slechts het derde bracht
ons voldoening. Het vorig seizoen gepromoveerd, sloeg het in de iste klas van de H.V.B. een uitstekend
figuur en eindigde op de 4de plaats met 20 punten uit 18 wedstrijden.
Memoreren wij nog, dat Bas Onderwater zich in Rotterdam ging vestigen en hierdoor zijn eervolle loop
baan achter de groene tafel moest afsluiten.
Het 'Fundament' groeide en bloeide, maar het was dan ook hard nodig.
Terwijl op internationaal gebied zich steeds donkerder wolken samentrokken, waren in onze kleine
H.F.C.-gemeenschap de vooruitzichten al even somber. En in deze stemming maakten wij ons op om ons
60 jarig bestaan te vieren.
JO EN CONSTANT LAMP
Twee broers, die hun kracht gaven aan ons eerste elftal in verschillende perioden.
Jo maakte de degradatie in 192 1 naar de 2e klasse mee, maar hij werkte ook mee
aan de grote opleving in de volgende seizoenen. Hij was geen fijn voetballer, maar
een harde werker en bezield met dat grote enthousiasme, dat het mogelijk gemaakt
heeft, dat ons keur-elftal in twee jaren tijds het verloren terrein kon herwinnen.
Constant, jongere broer van Jo, speelde van 1927 af in het eerste elftal. Ook hij
maakte een degradatie mee, in 1932, ook hij promoveerde weer met zijn elftal in
de kortst mogelijke tijd - het volgend seizoen. Nuttig speler, zowel als linkshalf
back als op de linkervleugel. Harde werker en doorzetter was hij vele jaren een
steunpilaar van ons eerste elftal. Thans nog tonen zij beiden hun belangstelling voor
alles wat de Good Old betreft, al zijn zij zelf slechts nog actief op de biljartavonden.
H.F.C. VII (veteranen) kampioen Afd. lila der H.V.B.
en gepromoveerd. Seizoen 1936/7.
Constant Lamp
55