Dr C. Spoelder
Toen de grote voetbalbond, nu alweer jaren hèr, er toe over
ging meer controle uit te oefenen op het naleven van de ama
teursbepalingen, begon men met een soort boekenonderzoek
en H.F.C. werd als een der eersten deze bijzondere eer waardig
gekeurd. Vader Jongeneel in die eerste jaren van zijn penning
meesterschap nog zeer licht geraakt en zeer duidelijk hoorbaar
uiting gevend aan zijn ontstemming over deze bejegening van
een club als de onze, kon slechts door de voorzitter, Spoelder,
gesust worden met het kalmerende oordeel: 'Ze komen het
eerst bij ons, omdat er dan voorlopig zekerheid is, dat men niet
op van die onaangename en moeilijk te hanteren feiten zal
stuiten'. Doch kort daarop leek een werkelijke vete met het
bondsbestuur haast niet meer uit te sluiten. Ons tweede elftal
was zo gelukkig kampioen te worden helemaal van de, pas op,
reserve tweede klasse en nog was de nadorst van de viering van
dit wel heugelijke, maar toch niet zo daverende, wapenfeit niet
gelest, of er rolt bij Mollerus een schrijven van de bond in de bus,
waarin waarschuwend de wijsvinger wordt geheven, om toch
vooral aan het amateurisme te denken en maar omgaand mede te
delen welke cadeaux wij de spelers van dit kampioensteam wel
gaan aanbieden, omdat dit vooral geen, een zekere handels
waarde vertegenwoordigende, artikelen mogen zijn. Het hele
H.F.C.-bestuur knapt haast van ontzetting: 'De Heren eens
f duidelijk van repliek dienen''Belediging niet op ons laten
zitten Niet eens op reageren Een kleine bloemlezing van de verhitte commentaren. De ontknoping was,
dat er inderdaad nooit een officieel antwoord de Van de Spiegelstraat bereikte. Alleen de originele brief ging
netzo retour maar voorzien in het handschrift van de rector van een onderschrift:
Wij hadden gedacht ze allen een gouden fiets te geven, mag dat?'
get. SPOELDER
Daar is het, ook van de zijde van de bond, bij gebleven.
Spoelder en Tonny Staal (Brunt s voorganger) heten er op bondskosten een borreltje op gedronken te heb
ben, wat nooit in strijd is met het amateurisme.
Een wat breedsprakig verhaal misschien, indien men een beschrijving van de H.F.C.-er Spoelder verwacht,
maar toch wel een raak typerende ware anecdote. Wanneer namelijk in de H.F.C. die oude geest nog leeft'
dat het lidmaatschap van onze oude club beleden wordt om in en om de beoefening van de prachtige voetbal
sport vriendschap, gezonde ontspanning en levensvreugde te vinden; dat alles wat zweemt naar ge- en zwaar
wichtigheid in de H.F.C., als school voor het dagelijks leven, taboe behoort te zijn en dat er geen onover
komelijke geschilpunten bestaan, wanneer één der partijen maar over voldoende gevoel voor humor beschikt
om spoedig de belachelijke zijde van alle geschillen te ontdekken.
Ja, wanneer die geest nog leeft, dan moeten wij diegenen dankbaar zijn, die deze geest deden voortleven,
maar dan blijft het toch altijd Dr Spoelder, die de H.F.C. deze weg gewezen heeft. Dit verklaart dan ook,
dat deze man, wiens lof reeds in eerder verschenen H.F.C.-boeken in allerlei toonaarden is gezongen, ook
op deze plaats, zij het kort, nog eens onze bijzondere aandacht verdient.
Wie Spoelder goed kent, onder en met hem in de H.F.C. jaren lang heeft mogen werken, herleest al die
beschrijvingen met vreugde, doch het bleven, als deze, maargoed bedoelde pogingen, want als herinnering, of
beter herkenning, gelden toch hoofdzakelijk ieders warme gevoelens jegens deze bijzondere en grote figuur.
Man van de wetenschap, tegelijk de meest primitieve mens.
Hoogst conservatief, soms bijkans revolutionair.
Of paedagoog of onbehouwen impulsief. Fijne nuances naast boertige jolijt.
£6