Ato van der Toert o Van het voorstellingsvermogen van de mens worden soms vreemde gewaarwordingen gevraagd. Zo is het mij ver gaan bij het verzoek van de Redactiecommissie enkele woorden aan Ato van der Togt te wijden. Het is namelijk niet goed doenlijk om de huidige, ietwat omvangrijke Ato als een broodmager mannetje onder de lat van het H.F.C.- doel te zien staan. En toch is het een feit, dat deze toen overslanke jongeman een klein tiental jaren op een uiter mate goede wijze het heiligdom van ons Eerste bewaakt heeft. Ato's carrière in de H.F.C. was, zoals die van zovelen in onze vereniging, via de adspiranten van de heer Van Eeghen naar de hogere elftallen, niet zoals tegenwoordig van juniores direct naar derde of vierde, maar via zevende, zesde, enz., tot derde en tweede. Maar toen ontstond er voor Ato een moeilijke situatie. In het eerste elftal had den we nog van der Meulen. Ato was inmiddels uitge groeid tot een uitstekende keeper, waar menige eerste klasser jaloers op was. Zelfs werd hij toen al enkele malen in vertegenwoordigende elftallen gekozen. Eindelijk in December 1933 kreeg hij zijn kans en vanaf dat moment tot 1941 heeft Ato vrijwel onafgebroken in het doel ge staan. Het was een periode, waarin de donkere wolken zich weer eens boven onze H.F.C. samenpakten. Degra datie uit de eerste naar de tweede klasse in 1935"/36 volgde na een beslissingswedstrijd tegen V.U.C. in het Ajax-stadion oh Ato, dat schot van Koos van Gelder in de bovenhoek! Daarna een moeizame, vaak kleurloze tijd in de tweede klasse, die tenslotte in 1941 eindigde met het afdalen naar de derde klasse. Al die jaren kwam er heel veel neer op onze verdedigingen, en dus in casu op de verantwoordelijkheid van Ato. Menige wedstrijd heeft hij door zijn meesterlijk keepen voor ons gered, door een scherp oog en een snelle reactie. Hij maakte wel eens fouten, maar tevens deed hij vaak wonderbaarlijke reddingen. Hij was wel eens on vriendelijk tegen zijn medespelers, maar dit vond zijn oorzaak in zijn trouw en liefde voor de H.F.C. Persoon lijk was het nooit gemeend en zijn gezelligheid na afloop van de wedstrijd vergoedde voor zijn medespelers veel. Zijn uitstekende beheersing van situaties werd meermalen onderstreept bij het nemen van strafschoppen niet alleen wist hij heel vaak de op hem afgevuurde kanjers te houden, maar ook daartoe uit zijn doel ge haald zijn vijandelijke collega met een listig schot te verschalken. Zijn prestaties op het cricketveld worden hier uiteraard niet aangevoerd. Toch wil ik niet nalaten met een enkel voorbeeld Ato's duidelijke aanhankelijkheid aan de Spanjaardslaan te tonen. Toen na Wereldoorlog II zijn werkzaamheden hem noopten zich in Maastricht te vestigen leek dat tevens het einde van zijn succesvolle cricketloopbaan. Maar zie, één enkele oproep nogmaals 'Rood en Wit' te hulp te komen, was voldoende voor hem om iedere Zondag de reis in volle treinen van Maastricht naar het Westen te maken. Een voorbeeld van clubtrouw, waarover vele jongeren wel eens mogen nadenken. Nu Ato zich weer in ons midden bevindt zijn we er van overtuigd, dat een beroep op hem gedaan om de de H.F.C. in welke functie dan ook te dienen, zeker niet vergeefs zal zijn. TH. A. V. B. DE TEN HAVE'S Een stukje schrijven over twee broers, die beiden op een voortreffelijke staat van dienst voor onze Good Old op het groene veld kunnen terugzien, is geen gemakkelijke taak. Vooral niet wanneer beiden zo ongeveer in hetzelfde tijdperk hun grote daden hebben verricht en zij elkaar in voetbalbekwaamheid niet zo erg veel heb ben ontlopen. Joop en Cees! Twee verduiveld harde knapen, die dan ook beslist voor niemand opzij gingen en liever door de vijand heen liepen dan erlangs. Als ondergetekende dat zo van z'n goal uit aankeek, dan was hij altijd blij, 58

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jubileumboeken HFC | 1954 | | pagina 62