7°
tegenslagen. Wim Kruyer werd vervangen door Bart Blankenaar, Carel Flack door Bill Boogerd en toen ook
Henk Höck wegens een blessure het veld moest verlaten na het scoren van de tweede goal, kwam Bert Elfers
als derde invaller binnen de lijnen. Het door al deze wijzigingen nog al rommelig geworden H.F.C.-team
bleef moedig doorvechten en vond zijn beloning in een 3-3 draw, dank zij Cees ten Have. Behalve Ato,
moesten nu ook Wim Kruyver en Henk Höck weder vervangen worden. Het zat echt niet mee! Bart bleef
spil, Theo werd aanvalsleider en de linkervleugel werd gevormd door Piet Hagenaar en Ligtenstein in
de thuiswedstrijd tegen Rapiditas. Het werd geen grootse match, maar dank zij een technische meerderheid
werd na veel spanning met 4-3 gewonnen en sloegen de zorgen, die het gehele seizoen de voorhoede
hadden gegolden, over naar onze defensie. Er werd lustig op los gedoelpunt: Theo 1-01-1weer Theo 2-1
2-2, maar een schitterend schot van Piet Hagenaar deed ons met 3-2 aan de (nog echte?) thee beginnen.
Jack Klein de Groot bracht ons na rust zelfs op 4-2, doch het zoveelste onzekere optreden in de defensie
was de oorzaak van een spannend slot: 4-3. Onze kans bleef gunstig.
Het returnprogramma werd in omgekeerde volgorde afgewerkt. In voor cricket bijna te warm weer,
werd de reis naar Weesp aanvaard. Op een zeer effectvol veld werd tegen een voor zijn laatste kans fel
vechtend Rapiditas een gelijk spel zonder doelpunten behaald. Vooral Tom Schras was wel bijzonder goed
op dreef. Na vier wedstrijden hadden we dus y punten, evenals De Volewijckers en Elinkwijk. Een zenuw
slopende toestand! De laatste loodjes moesten de beslissing tussen deze drie tot dan volkomen gelijkwaardige
tegenstanders brengen Zij bleken voor ons helaas te zwaar.
De aan de Spanjaardslaan gerezen zorgen over onze defensie bleken niet misplaatst te zijn. We zullen niet
in details treden, doch willen er wel op wijzen, dat juist een vereniging als de H.F.C. toch wel heel erg ge
dupeerd werd door een dermate abnormaal lang voetbalseizoen, dat men in de maand Juli nog verplicht was
om een beslissend gevecht voor een wintersport te leveren. Op 6 en 13 Juli werd beide malen 's avonds
achtereenvolgens met 4—6 thuis van Elinkwijk en 4—1 van De Volewijckers in het Ajax Stadion verloren.
Een seizoen van elf maanden wedstrijd-voetbal, blessures van steunpilaren en andere tegenslagen waren net
te veel geweest. H.F.C. was naar de derde klas gedegradeerd, maar met ere. Een ere-saluut dan ook aan onze
spelers en reserves voor hun bewonderenswaardige volharding! Wat zullen zij er na een dergelijk lang, in
spannend, zenuwslopend en teleurstellend seizoen in de derde klas van terecht brengen? De herovering van
het tweede klasseschap zou een tijdvak van bijna tien jaar vergen.
H.F.C. 2 had een goed seizoen en eindigde met 18 punten uit 18 wedstrijden in het midden van de res.
2e klasse B van de N.V.B.
In de 'Afdeling Haarlem' kwamen het derde en vierde niet verder dan tot 13 punten uit 16 wedstrijden,
resp. in afd. 1A en 2E. De veteranen en het vijfde deden het beter en sleepten ieder 19 punten in de wacht,
resp. in afd. 2B uit 18 en 3D uit 16 matches.
Ook in dit seizoen ontvielen ons enige leden. Wij memoreren het overlijden in Oost-Indië van Ir Wouter
Cohen Tervaert, speler voor H.F.C. 1 in de Lotsy-periode, toen ons eerste tussen 1921 en 1923 in twee
jaar tijds van de tweede via de overgangs- naar de eerste klasse terugkeerde. In het vorige seizoenoverzicht
schreven wij, dat Bob Glendenning gelukkig een tijdig heenkomen naar Engeland had gevonden. Hij heeft
daar helaas niet lang plezier van mogen beleven. In November 1940 overleed hij in Engeland aan de gevolgen
van een operatie. Ook nadat hij zijn taak als trainer bij H.F.C. had beëindigd om zich geheel aan de K.N.V.B.
te kunnen wijden, bleef hij in nauw contact met en vol interesse voor onze club.
Tenslotte herinneren wij in deze droeve rubriek aan de zware slag, die onze Beschermheer trof door het
heengaan van Mevrouw Muiier. De belangstelling, die zij in de loop van talloze jaren bij bijzondere club
gebeurtenissen aan de H.F.C. heeft gewijd, zullen wij in dankbare herinnering houden.
In het bestuur nam J. P. Schmal de plaats van Th. A. vanBaasbankin. Het 'Fundament', waarvan Wim Hey-
broek de ziel was en dat ons zo prachtige diensten in moeilijke tijden had bewezen, werd opgeheven. Hier
voor in de plaats kwamen de vrijwillige bijdragen, d.w.z. een (tot wederopzegging) jaarlijkse extra bijdrage
boven de contributie, waarvan verhoging ongewenst werd geoordeeld.
De gevolgen van de ongevraagde Duitse bescherming deden zich, behalve ten aanzien van de leden persoon
lijk, ook meer en meer in ons clubleven gevoelen. Zo werd ons clublokaal met de gehele Societëit Ver-
eniging door de Wehrmacht gevorderd. Ondanks de persoonlijke borgstelling door een 'Hoge', bleek een
aanzienlijk deel van onze kostbare prijzencollectie en het meeste van ons meubilair geroofd en vernield te zijn.
Een onherstelbaar verlies en waartoe diende het feitelijk De voor 7 September 1940 's avonds geconvoceerde
Jaarlijkse Algemene Ledenvergadering werd van hoger hand verboden en vond tenslotte natuurlijk toch