RINUS SCHAAP:
trof het niet
DIRK DE WETTE
Het alpinopetje vast op het hoofd gedrukt (daarmee het kortgeknipte
haar èn een begin van kaling bedekkend), lange kousen over z'n trai
ningsbroek, een jeugdig en onverstoorbaar uiterlijk, zo was trainer
Schaap gedurende 4 seizoenen een bekende verschijning op onze velden.
Rinus trof het niet, toen hij in 1961 zijn entree als oefenmeester bij
de 'Good Old' maakte. Niet, dat hij zich in ons gezelschap (waarvan het
gedragspatroon zich wel wat van het landelijk gemiddelde onderscheidt.)
niet gauw thuis voelde integendeel: reeds enige jaren was hij een ge
waardeerde gast op het Nieuwjaarsfestijn, waar hij niet alleen met de
bal, maar ook met de borrel verrassend goed uit de voeten kwam. Neen,
het was het tijdstip waarop hij kwam, dat niet erg gelukkig was.
Na 'vette' jaren met de tandem van Houten-Steeman was een terug
gang niet te vermijden. In een betrekkelijk korte tijd was bijna alles wat
wenselijk was bereikt: kampioenschap tweede klasse met daaropvolgend
de zwaar bevochten promotie, afdelingskampioenschap eerste klasse (en
iets te korte adem voor het landskampioenschap) en de bekroning met
het predicaat 'Koninklijke'. Deze door diverse factoren begunstigde
periode kon niet voortduren.
Het wegvallen van topspelers, de kloof tussen eerste en tweede elftal,
het ontvangen van jong talent (voor zover aanwezig!) waren de gemakkelijkst aanwijsbare oorzaken van
de minder goede verrichtingen van ons eerste. De degradatie in 1964 naar de tweede klasse was welis
waar zeer ongelukkig, maar toch een logisch gevolg van bovengenoemde ontwikkelingen. Hierbij zou
ik willen aantekenen, dat hier niet al te tragisch tegenaan gekeken dient te worden: het verdient de
voorkeur te spelen in de klasse, waar men de komende jaren in thuis zal horen. En het betrof hier
beslist geen incidenteel slecht seizoen, maar een structurele teruggang.
Ondanks de handicap in zijn woonplaats in 't Gooi spande Rinus zich in, ons in de geheimen van
het voetbalspel in te wijden. Zijn trainingen werden redelijk bezocht en kenmerkten zich naast de normale
activiteiten ook door het fervente meespelen van Rinus aan het 'partijtje' waar hij opviel door zijn
snelheid en harde tackle en door zijn eerbiedwaardig moppenarsenaal, waar hij na afloop op de hem
eigen, zeer droge wijze uit wist te putten. Wij hopen hier nog vele jaren op 1 januari van te mogen ge
nieten.
E. THOLE
Het is altijd een hachelijke affaire een nieuwe trainer aan te trekken als de oude besloten heeft zijn ontslag
aan te vragen. Er worden natuurlijk zekere eisen gesteld alvorens een kandidaat daadwerkelijk aangesteld
wordt. Het in een vereniging passen hangt af van vele, vaak moeilijk definieerbare, kleinigheden. Bij de
Wette was de beginbeslissing in 1967 om hem aan te nemen geen moeilijke. Door zijn actieve loopbaan
bij R.C.H. (van de jaren 1939 tot 1957) kende hij H.F.C. met al zijn nukken en kuren. (Het is altijd
een voordeel wanneer een trainer weet dat zo af en toe op een ongeïnspireerde wedstrijd van het keur-
team gerekend kan worden!)
Voorts kenden wij de Wette als een technisch begaafde speler, waarvan verwacht kon worden dat hij
techniek en spelinzicht zou willen laten prevaleren boven hardheid.
Het seizoen 19671968 is een uitstekend begin geweest van de Wette's loopbaan bij H.F.C. Het is
voor een groot gedeelte te danken aan de wijze waarop hij hielp de meer begaafde spelers tot een grotere
eenheid te brengen. Dit geldt voor de hogere elftallen bij de senioren, maar ook bij onze allerjongsten.
P.H.B.
102