TOT IN LENGTE VAN DAGEN
KONINKLIJK
Het terrein van de Kon. H.F.C. is voor mij geen onbekend terrein. Dat is de Kon. H.F.C. zelf overigens
ook niet. Verre van dat. Ik mag wel zeggen dat ik de sfeer van de H.F.C. a.h.w. vanaf mijn kinderjaren
heb geproefd. Geboren in Haarlem op dezelfde dag als Pim Muiier, maar dan 50 jaren later, bezocht
ik aan de hand van mijn grootvader, fervent supporter van de H.F.C., regelmatig de wedstrijden van de
toenmalige eerste garde. Afgezien van mijn te dien tijde al bijzondere belangstelling voor voetbal
voorkwam het warme medeleven met het gebeuren binnen de lijnen van mijn grootvader dat ik de aan
dacht voor het spel verloor. De oude heer placht namelijk, wanneer de H.F.C.-voorhoede in kansrijke
positie voor het doel van de tegenstanders was gemanoeuvreerd, zonder acht te slaan op zijn mede
toeschouwers, wilde meeschoppende bewegingen uit te voeren. Bewegingen die veelal een eindpunt vonden
op de benen van de ondergetekende en die er in niet geringe mate toe bijdroegen dat mijn respect voor
zijn lichamelijke fitheid jaren achtereen onaangetast bleef.
Intussen werd mij duidelijk dat voetbal geen tijdverdrijf is voor kniesoren doch voor, als ik dat hier
even populair mag zeggen, 'ferme jongens, stoere knapen'. Hetgeen immers aldus buiten het veld en
buiten het spel geschiedde kon in het veld en in het spel met een veel grotere frequentie gebeuren. Van
die zondagse voebal-'uitjes' heb ik meer geleerd zij het dat ik mij dat eerst veel later realiseerde en wel
dat stevige, mannelijke, charges fundamenteel verschillen van grof spel waarbij de tegenstander, koste
wat kost, de bal moet worden ontnomen.
Strijdbaar zijn, strijdbaar blijven maar met eerbied voor de opponenten en de arbiter. Dat was het
waarmerk van de H.F.C. en dat is door de jaren heen niet veranderd. Temidden van het sporttumultueuze
gebeuren van vandaag, waar om der wille van de overwinning zo bedenkelijk vaak wordt gezondigd tegen
de regels van het spel, is de Koninklijke H.F.C. een lichtend voorbeeld. Niet omdat het koninklijke
prestaties levert maar wel omdat het zich, bij mijn weten, nimmer het praedicaat onwaardig heeft
gedragen.
Het leven biedt de mensen doorgaans meer verlies dan winst. In de Koninklijke H.F.C. leren jongens
hun verlies als mannen incasseren. Wellicht is dat de voornaamste reden voor zovelen, waaronder de
ondergetekende, die hun schoenen allang geleden aan de wilgen hingen om dankbaar terug te denken
aan de periode dat zij wekelijks het witte hek passeerden om, hetzij vanaf de zit- of staantribune, club
genoten aan te moedigen, hetzij in actie aanmoedigingen vanaf die tribunes te ontvangen.
Good Old H.F.C., moge het zo in lengte van dagen blijven, Koninklijk.
MINISTERIE VAN CULTUUR,
RECREATIE EN MAATSCHAPPELIJK WERK
Hoofd van de Afdeling Lichamelijke
Vorming en Sport
J. NIEUWENHUYZEN KRUSEMAN
6