KONINKLIJKE H.F.C. NEGENTIG JAAR Zomer 1968. Ik betreed met vrouw en dochters het veld van de Koninklijke H.F.C. Geen toesnellende bestuursleden om de Bondsvoorzitter te verwelkomen, geen drommen supporters aanwezig en bereid 'het eerste' toe te juichen, neen, slechts op een bijveld een terreinknecht ijverig doende en in de verte het geluid van bat en bal. Op dit geluid afgaande, ontdekken wij al spoedig onze jonge zoon, met zijn club de junioren van Rood en Wit bestrijdende in een tweedaags cricket-tournooi, met als attractie een logeerpartij bij een H.F.C. vriendje. Gezeten op een voor dat doel uitermate geschikte opgerolde cricketmat, vertelde ik de familie zo een en ander uit de historie van H.F.C. De belangstelling was redelijk het boek van Schuil is tenslotte bij ons thuis ook gelezen en de vertaling van namen en aanduidingen oordeelde men bijzonder interessant. Wegens een klein regenbuitje, hebben wij de tribune opgezocht en wellicht is het voor de geschied schrijving, maar dan toch zeker voor de terrein-commissaris, nuttig te noteren dat een mijner dochters opmerkte: ,,Je kunt aan de tribune wel zien dat het al een heel oude club is" Daar zit je dan als voorzitter van de Bond in een lege tribune, uitziende over het veld van de oudste en een van de beroemdste clubs van Nederland. Welke evenementen hebben hier al niet plaats gevonden. Hoevele beroemdheden hebben dit veld betreden, hebben daar de glorie van de toejuichingen gekend en zijn al lang van ons heen gegaan. De sfeer van een voetbalveld kennen wij allen de drukte, de spanning vóór de wedstrijd het meeleven met het spel. Een leeg voetbalveld heeft óók een bepaalde sfeer, en daarvan kon ik iets proeven op een dag in deze zomer aan de Spanjaardslaan, peinzende over de club welke tot de grootste sieraden van de K.N.V.B. behoort. Welk een geschiedenis en welk een groots verleden. De archieven van de Bond zijn goed gevuld en de vele H.F.C.-jubileumboeken ontbreken niet en, deze lezende, kan men alleen maar tot de conclusie komen dat deze club immer zich zelve gebleven is. Een groot compliment waard. En daarom wil ik zeggen: welk een geschiedenis en welk een prachtige toekomst ligt er nog voor deze 90 jarige. Het is de mens eigen gaarne in het verleden te vertoeven, vooral als men kan bogen op een lange en grootse geschiedenis. Het is echter beter, al kan men uit het verleden leren, het oog gericht te houden op de toekomst en namens voetballend Nederland wil ik de K.H.F.C. de allerbeste wensen voor deze toekomst meegeven. Thans óp naar het Eeuwfeest. W. A. G. M. MEULEMAN Voorzitter K.N.V.B. 7

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jubileumboeken HFC | 1969 | | pagina 11