HOE WAS HET TOEN OOK WEER (75 jarig bestaan in 1954)? E. Thole (21), H. Tekelenburg, A. Wille en R. Tullenaar (20), Fr. van Raam (19), P. Bouwman en C. van Buchem (18), H. Wijkhuizen (8), P. van Baasbank (7), Chr. v. Schouwenburg en Thole (4), P. Kuyken (3), E. Jasper en H. Elokke (2) en H. Hellema 1 maal. Topschutters waren Rob Tullenaar en G. Koenders met resp. 16 en 11 treffers, terwijl Paul Bouwman (8) en H. Koenders (6) het iets kalmer aan deden. Paul Bouwman stopte met het 'grote werk' en wij konden deze 'motor' tijdens zo'n slordige 230 competitiewedstrijden zijn rust best gunnen. Het Tweede pakte de zaak overigens zeer fors aan en legde beslag op de tweede plaats, vijf punten achter Vitesse '22. En daar was het dan wel zo ongeveer mee bekeken, want hoor slechts toe: het Derde zevende, het Vierde negende, het Vijfde consequent vijfde, het Zesde achtste, Zeven en Acht onderaan en Negen op één na. Het Tiende werd vijfde en maakte een dermate opzienbarende tour naar Engeland, dat een grote brouwerij aldaar het idee kreeg enige Nederlandse dito s over te nemen. Met de afzet in Nederland moest het goed zitten, dachten ze zo. Maar we gaan door: de oud-frontstrijders die het Elfde vormden werden kampioen, Twaalf werd vier, Dertien acht en Veertien was nergens. Acht Juniorenteams, negen aspiranten en 10 'onderlingen-teams' overstroomden onze velden en streden met groot enthousiasme en wisselend en redelijk succes. En dan toch nog maar eens iets over ons veld. Het Randwegplan, in welke vorm dan ook, werd voor zeker 10 jaar goed opgeborgen, hetgeen voor ons toch niet zo'n erge geruststelling is, daar het er anders af pleegt te komen als het erop ging. Wie dan overigens leeft, dan zorgt. Erger is dat het (praktisch gesproken) zeker is dat aan de Zuiderhoutlaankant een fors stuk Grote en Kleine bijveld aan wegver- breding verloren zal gaan. Ere-voorzitter Piet van Houten kwam weer in het nieuws, daar hij geridderd werd door H.M. de Koningin, i.v.m. onder meerdere zijn verdiensten in de sport. Een slotfeest in het gezellige B.M.H.C.-clubhuis besloot dit seizoen. De na-dagen voor de afscheiding van het semi-professionalisme in Nederland. Wij schreven ter afsluiting van het seizoen in 1954 in het voorgaande jubileumboek: „Bij het ter perse gaan van dit boek staat de algemene vergadering van de K.N.V.B. spoedig voor een zeer ingrijpende beslissing, doordat het bestuur van de hond aan de verenigingen zal voorstellen, het geven van financiële vergoeding in enigerlei vorm aan de spelers toe te staan." H.F.C. 1 had zich van bijna-vierdeklasser, bij het 75-jarig bestaan opgewerkt tot een sterke tweede klasser, de één-na hoogste klasse in het Nederlandse voetbal toentertijd. Opstelling H.F.C. in 1954: N. van der Lee; W. Dekker, H. Corbeth; D. Bijleveld, L. Molijn, H(ein) Winter; H(ans) Winter, C. de Nijs, J. Moolenaar, J. Jochemus en A. Oud; R. Ort, C. D. Timmerman en W. Groot speelden tevens een aantal wedstrijden in het eerste mee. H.F.C. eindigde met 4 punten achterstand (onze beide laatste uitwedstrijden werden verloren) op kampioen West-Frisia (dat in de toenmalige promotiewedstrijden overigens geen succes had) en na Z.F.C.; onder ons lieten wij Rapiditas, V.V.A., D.W.V., Hollandia, Zeeburgia, Holland en Z.V.V. Extra vermelding verdient de promotie van H.F.C. II in 1954 naar de res. tweede klas, van groot belang voor de aansluiting bij het eerste. Vaste spelers van H.F.C. II waren F. A. Bijvoet, P. ter Haar, H. A. Hackenitz, P. Dekker, H. A. Wijkhuizen, J. van der Maesen, B. Luif, D. van der Heyden, F. A. Jansen, M. A. Houtkooper en J. Domhoff. H.T. 109

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jubileumboeken HFC | 1969 | | pagina 113