NIEUWJAARSDAG aan de rust, nogal tevreden over onszelf. Papa was ook zeer content en tracteerde op gevulde koeken, van die ouderwetse, met vier nootjes! Wij 'ouderen' hielden even krijgsraad. Nog veranderen? Claas ook naar achteren? Of naar het midden en ikzelf met Jan achter? Nee. We besloten het voorlopig zo te laten. Maar het zou niet meevallen. Toen we weer het veld opkwamen, zagen we twee kransen tegen de buitenwand van het vijandelijke kleedhok staan. En er was al aardig wat publiek komen opdagen. We begonnen aan de tweede helft. De tegenpartij kwam overdonderend opzetten en de wedstrijd ont aarde al gauw in aanvallen-en-verdedigen. Dit laatste deden we met de moed der wanhoop. De krieltjes krioelden bij iedere vijand wanneer deze de bal had, zodat er van normaal voetbal bij onze tegenstanders niet veel sprake kon zijn. Tot ongeveer twintig minuten voor het einde hielden we stand. Hoe, weet ik heden ten dage nog niet. Een machtig schot echter, van vrij grote afstand gelost en dat door de wind nog wat van richting werd veranderd, bleek Eddy te machtig (1-1). De vijand had aan een gelijk spel genoeg, maar men wilde natuur lijk winnen. Nu zou het dan gebeuren, de kill. De druk op ons doel werd nog heviger, aan de stormlopen kwam geen einde; ontelbare corners werden er door de tegenpartij genomen we hielden 't. We probeerden er nog een gelijkspel uit te halen, ook dat zou uiterst verdienstelijk zijn. We ploeterden voort. Eddy ranselde er alles uit, Jan speelde de match van z'n leven, Claas pingelde dat het een lieve lust was en toonde zich soms een meester op het gebied van balbezit. Onze krieltjes dwar relden over het veld en bleven als klitten aan hun tegenstanders kleven, dubbele mandekking toepassend. En ik zelf ging me zelfs aan koppen te buiten, iets waar ik nimmer iets voor gevoeld heb. Toen kwam HET moment. Terwijl twee of drie tegenpartijers op me toestormden om me de in mijn richting dansende bal te ontfutselen, kreeg ik het ronde geval klassiek 'op m'n slof' en gaf een loei zoals je dat maar ééns in je leven lukt: ongeveer een decimeter boven de grond ging de bal, zonder dat de wind er vat op had, keihard dwars door de horde van spelers naar voren, tot ver in de vijandelijke helft. Een paar krieltjes er achter aan. Een van hen was er het eerste bij en dreef de bal op, achternagezeten door een van de vijandelijke achterspelers, die na de rust vrijwel constant op onze helft had vertoefd. De keeper, vertrouwend op zijn back, bleef in z'n goal. Het krieltje kwam verder, zelfs tot in het strafschopgebied. De back had hem bijna ingehaald ,de keeper aarzelde toch uitlopen?. Steeds verder kwam onze kriel. Verdraaid, ik haal 'm niet, dacht de back; zette teneinde raad z'n poot er voor, haakte onze dappere kriel. De scheidsrechter floot: penalty! Dat was twaalf minuten voor tijd. Oudergewoonte nam ik de strafschop. Schoot harder dan gewoonlijk, vanwege de storm tegen. Het was een matige schop, de keeper had 'm moeten houden, maar hij deed 't niet. We stonden met 2-1 voor! Nog elf minuten, zei de scheidsrechter. Ik dacht aan de verlenging van de bekerwedstrijd tegen EDO zie ons eerste jubileumboek, pagina 128. Zou zelf gaan backen met Jan; Claas zou tussen ons in opereren. 'De rest mocht doen wat-ie wil, als hij de tegenpartij maar hinderde en de bal zoveel mogelijk buiten het veld hield. 't Consigne werd begrepen en stipt opgevolgd'. We wonnen met 2-1! Papa was zó enthousiast dat er wéér elf gevulde koeken kwamen en bovendien voor ieder een kogel flesje. 't Was zalig. De uiteraard teleurgestelde, maar sportieve tegenstanders werden een week later kampioen. Of men toen nieuwe kransen heeft besteld, weet ik niet. In ieder geval waren die, welke wij in de rust hadden gezien, verdwenen toen we als overwinnaars van het veld kwamen! VAN DER HUMMES 112

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jubileumboeken HFC | 1969 | | pagina 116