1956-1957: hoofd gebogen voor DCG
Uit het Jaarverslag van de secretaris 'In het op de vorige algemene ledenvergadering uitgebrachte
jaarverslag werd er reeds op gewezen, dat het voor een amateurvereniging in Haarlem onder de
huidige omstandigheden uiterst moeilijk is om financieel voor een behoorlijke huishouding zorg te
dragen'.
En dat dan uitgerekend in het jaar, dat 'Pa' Jongeneel het Bestuur ging verlaten. De 'Jan de Breuk II'
van onze H.F.C., knokkend voor ieder halfje. Super touwtjes-aan-elkaar-knoper. die na twintig jaar
penningmeester geweest te zijn op 75-jarige leeftijd zijn funktie neerlegde en daarna nog enige jaren de
jongste jeugd op woensdagmiddag bleef leiden. Collee volgde hem op, met Frans Bijvoet als 2de
penningmeester, hetgeen ook geen vrijgevig gezelschap bleek te zijn. (Waar halen we ze toch steeds weer
vandaan?) Tonny de la Mar vierde zijn tienjarig bestaan als bestuurslid. Erelid J. J. (Job) Swens werd
75 jaar, Leo Molijn en Jan Moolenaar speelden hun 100ste competitiewedstrijd en Cees de Nijs maakte
zijn honderdste goal voor het eerste. De voetbalpool deed haar intrede voor onze leden en onze
erevoorzitter toen nog voorzitter, kreeg een plaats in de officiële Advies-commissie voor de
subsidiëring van de sport'.
Het zal U duidelijk zijn, dat wij ook in dit jaar weer verliezen leden twee grote H.F.C.'ers, eerste elf
talspelers in verschillende, doch beide moeilijke tijdperken, Wijnand van Waveren en Nico Bouvy,
beiden Nederlands elftal spelers, en beiden steunpilaren bij twee promoties. L'histoire se repète: helaas
in ieder opzicht.
Daar de constante dreiging van de 'bestrating' van onze velden (dachten wij allen) grotendeels was ge
weken, werden opstallen en grasmatten eens fors opgeknapt en wij kwamen op dit nieuwe gras tot
alleszins redelijke resultaten.
Het Eerste moest na kampioensaspiraties gekoesterd te hebben het hoofd buigen voor D.C.G. dat
beter was en de titel verdiende.
Watergraafsmeer, Baarn, V.V.A., Spartaan, O.V.V.O., T.O.G., Holland, A.F.C., H.M.S. en J.S.V.
moesten ons 25 punten afstaan, waartegenover D.C.G. er 33(1) stelde.
In de eerste 8 wedstrijden werden evenzoveel punten behaald. Opvallend was de slechte start in de
wedstrijden zelf. Vele malen stonden onze helden in een tijd van ja en nee met 20 achter. Uit de
volgende 6 wedstrijden werd 11 punten behaald waarna men weer fot vacantie-tempo overging. Niettegen
staande dit alles ziet men de verborgen kracht in het elftal. Trouwens met spelers als De Nijs, Bouwman
en Jansen in de voorhoede kan het niet anders of de doelpunten moeten aan de lopende band gemaakt
kunnen worden. Een voorproefje hiervan kregen wij tegen A.F.C. te zien waarin binnen 15 minuten
4 doelpunten gescoord werden. Trouwens de uitslag H.F.C.J.S.V. 50 loog er ook niet om. Tijdens dit
schuttersfestijn scoorde De Nijs zoals hiervoor reeds werd gememoreerd zijn 100ste goal.
Totaal zou Cees 121 doelpunten in de competitie en 71 in vriendschappelijke en bekerwedstrijden voor
H.F.C. 1 scoren. Zover onze gegevens strekken zal dit waarschijnlijk een record zijn. Alleen in de
competitie-ontmoetingen werd hij met 2 goals door Bouwman geslagen, maar de grote tijd van Paul moest
nog komen en dat leest u verderop in dit boek.
De volgende spelers verdedigden de kleuren Hein Winter, Leo Molijn, Henny Wijkhuizen, Freddie
Jansen en Jan Domhoff 22 maal. Paul Bouwman 21, Cees de Nijs 19, Gerard Molenaar 16, Walter
Dekker en Nico van der Lee 14, Erik van Schouwenburg 8, Jan van der Maessen, Jack Moolenaar
en Koos Veltman 7 maal, Otto Richelmann 4, Josselin de Jong, en Alex Oud 3, Frans Bijvoet en Erik
Thole 2, Peter Engelenberg. Henk Reus, Hans Wamsteker, Hans van Zeeland en Bert van Vemde ieder
1 maal.
De schutters waren Fred Jansen (16), Cees de Nijs (10), Hein Winter (7), Jan Domhofl (6), Geraid
Molenaar (4), Jack Moolenaar (3), Paul Bouwman (2), Jan v. d. Maessen (7) en Otto Richelmann (1).
31