MARTEN RUSKAMP: eervolle plaats
HANS BUSSELMAN
Nu andermaal in de geschiedenis van de H.F.C. wel bijna vanzelf
sprekend voor de laatste maal vóór de viering van ons Eeuwfeest in
1979 een jubileumboek zal verschijnen is het duidelijk, dat in de rij
van de persoonsbeschrijvingen van verdienstelijke H.F.C.-ers Marten
Ruskamp een eervolle plaats dient in te nemen. Dit te meer, omdat wel
mag worden aangenomen dat de leidende rol van Ruskamp ten gevolge
van zijn vertrek uit de Flaarlemse dreven ten einde is gekomen.
Ruskamp is, wanneer ik mij dat goed herinner, in de oorlogsjaren
tot onze rijen toegetreden. Ik kende hem toen reeds uit mijn studenten
tijd in welke periode ik hem als tegenstander in interacademicaal voet
bal hebt ontmoet. Hij speelde voor Delft en dit gezelschap met zijn
vrienden o.a. Blijdenstein en Reuchlin werd door de Leidenaren meer
gevreesd om de robuustheid dan wel om de technische kennis van het
spel.
Ruskamp werd in 1958 voorbestemd om Voorzitter te worden van
onze club. Daartoe werd hij het seizoen 19581959 in het Bestuur
opgenomen als Commissaris om tenslotte op 19 september 1959 tot
Voorzitter te worden gekozen. Hij had het met deze opvolging beter
kunnen treffen dan bestemd te moeten zijn Piet van Houten op te volgen. Het is in het leven altijd zo,
dat het opvolgen van een minder sterke en markante figuur kansvoller is.
Het is Ruskamp in zijn positie als Voorzitter gegaan als in zijn maatschappelijke posities t.w. ietwat
stormachtig zonder te verzuimen aan zijn leidende functie inhoud en cachet te geven. Ofschoon velen ge
reed zullen staan op te merken dat dit niet geheel alleen zijn verdienste was, is het toch een feit, dat hij
er op mag bogen, dat onder zijn Voorzitterschap H.F.C. op 28 mei 1961 het kampioenschap behaalde van
een der beide Westelijke eerste klassen der amateurs, een resultaat dat in deze eeuw niet eerder werd
bereikt.
Een verschil van inzicht bracht Ruskamp tot het besluit zich als Voorzitter na het beëindigen van het
seizoen 19611962 terug te trekken. Dit had mede tot gevolg, dat mijn samenwerking als Secretaris met
Ruskamp als Voorzitter slechts één jaar mocht duren, een samenwerking waaraan ik goede en genoegelijke
herinneringen bewaar.
Ik zou bepaald te kort schieten wanneer ik bij deze dankbare herinneringen niet zijn vrouw Corry zou
betrekken, die bij de grote gastvrijheden die vele H.F.C.-ers bij het echtpaar Ruskamp hebben onder
vonden, een grote rol heeft gespeeld.
m. a. v. si.
Al in het seizoen 19421943 maakte Hans zijn debuut in ons keurteam, dat in dat zelfde jaar kampioen
werd. Daarna zien wij hem pas in het seizoen 19461947 bij de H.F.C. terug. De oorlog was hier
debet aan; Hans wist namelijk in 1943 via Duitsland naar Zwitserland te ontsnappen, waarna hij als
vrijwilliger in het leger naar het toenmalig Nederlands Indië vertrok om via Australië in Nederland terug
te keren.
Vanaf 1948 speelde Hans pas regelmatig en op vele plaatsen in ons eerste elftal, totdat in een
friendly game tegen Be Quick (Z) zijn knie het voor de derde keer in zijn voetballoopbaan begaf. In
totaal speelde Hans door de vele onderbrekingen 'slechts' 91 wedstrijden voor ons eerste. Qua techniek
behoorde hij tot de allerbeste spelers, die de H.F.C. sinds 1940 heeft gehad; zijn balcontrole en trap-
techniek waren een lust voor het oog; zijn flegmatieke rust bezorgde de H.F.C.-aanhang en zijn mede
spelers (zeer zeker ondergetekende) soms wel benauwde ogenblikken.
Verder viel Hans op door zijn buitengewoon faire spel. Naast voetbal blonk Hans ook uit in tennis,
maar boveal in zijn 'up to date' kennis van de Engelse voetbal- en cricketcompetitie, zelfs tot in de
kleinste details.
Tragisch voor ons H.F.C.-ers, maar bovenal voor zijn gezin, was zijn heengaan op zo jeugdige leeftijd.
j. m. c.
43