s.v.w.
JOHN VAN EEGHEN
Leo Halle, die 17 van de 30 tot nu toe gespeelde wedstrijden had meegedaan, vond het tijd geworden om
zijn plaats bij de oud-oranje-garde aan een jongere veteraan af te staan. Hij ontving uit de handen van
onze voorzitter Ruskamp een mooi aandenken.
Zoals dikwijls bij goede prestaties van het Eerste liet de rest het een beetje afweten. Het Tweede kwam
weliswaar op de vijfde plaats, maar kon dus niet voor de nodige aansluiting zorgen door naar de reserve
eerste klasse te promoveren, en van de overige elftallen brachten slechts 7, 10 en 11 het tot de bovenste
helft. Voor de Juniores was het een topjaar; in de interregionale competitie eindigden wij als vijfde
tussen Ajax en consorten, de a werd bijna kampioen, b en c waren ook niet ver van de ereplaats en
alleen de d kon zich niet handhaven. Bij de aspiranten ging het iets minder en met alleen al zo'n 14
aspirantenelftallen is het duidelijk dat onze Jeugdleiding een steeds zwaardere taak krijgt. Een clubhuis
commissie steekt de kop op en optimisten hopen nu voor de derde maal op een gunstige oplossing van
ons huisvestingsprobleem in de meest ruime zin. Wij vrezen dat wij hierover het laatste woord nog niet
geschreven hebben.
Ie klasse A
gespeeld
gewonnen
gelijk
verloren
punten
doelpunten
Gouda
22
12
7
3
31
46—23
U.V.V.
22
10
7
5
27
40—29
H.F.C.
22
9
6
7
24
39—34
Quick Hg
22
8
8
6
24
32—32
Laakkwartier
22
10
4
8
24
29—32
D.C.G.
22
9
4
9
22
3430
22
8
6
8
22
28—33
Spartaan
22
7
7
8
21
23—23
Unitas
22
4
11
7
19
28—30
Emma
22
5
8
9
18
23—33
O.S.V.
22
7
3
12
17
28—39
D.W.V.
22
5
5
12
15
2941
Onder verwijzing naar de voortreffelijke beschrijving door onze tegenwoordige Ere-voorzitter van John
van Eeghen's aktiviteiten in het belang van de H.F.C., te vinden in het in 1954 verschenen jubileumboek,
moge ik nog enkele regels wijden aan John, die helaas reeds op 4 maart 1958 aan ons is ontvallen. In hem
hebben wij inderdaad een van de meest toegewijde H.F.C.-ers verloren, iemand voor wie de Spanjaards
laan ontzaggelijk veel heeft betekend. Hij was het die zich fel verzette tegen het indienen van protesten
over de leiding, zelfs indien naar aller mening een scheidsrechter aperte fouten had gemaakt. H.F.C. was
dan ook waarschijnlijk de eerste vereniging in Nederland die principieel nooit meer een protest indiende,
iets wat in die jaren hoge uitzondering was.
Ik meen dat John het best getypeerd wordt door de eretitel hem door een prominent H.F.C.-er verleend:
'hij is het sportief geweten van de Spanjaardslaan'. Want zowel bij H.F.C. als bij Rood en Wit werd zijn
oordeel over wat betamelijk is onvoorwaardelijk aanvaard.
Een necrologie te schrijven is niet mijn bedoeling, leder die John heeft gekend weet dat een goed mens
uit ons midden is heengegaan.
F.D.
51