Wanneer men Piet Peereboom wil beschrijven moet men
P. W. PEEREBOOM hem wel van zeer nabij kennen. Voor de oppervlakkige
beschouwer is hij een uiterst rustig, vriendelijk doch uiterst
onopvallend man, al zou men uit het feit, dat hij een
onwaarschijnlijke hoeveelheid lieden kent toch moeten op
maken, dat hij populariteit bezit.
Dit mag hem echter onder geen enkele omstandigheid
medegedeeld worden, daar hij dat vreselijk vindt.
Neem bij voorbeeld het geval Timmerman/Reinders
Folmer. Beiden hebben meer dan 10 jaar onder zijn leiding
(d.w.z. dat zeggen zij, doch hij ontkent het) de H.F.C.-er
gefabriceerd. Tevens hebben ze (met vele anderen) onder
zijn leiding aan de grootste revue aller tijden bij het 75-jarig
bestaan meegewerkt.
Ook daarover was iedereen vol lof, doch het is zaak
daarover niet in zijn aanwezigheid te spreken.
Toen hij door het bestuur tot lid van verdienste werd
uitgeroepen, vond een ieder (behalve P.W.P.) dit een zeer
juiste beslissing en toen moest hij wel naar voren komen bij
de omvangrijke Piet en hij stond daar als een zeer klein
Pietje die zojuist voor de klas een zoen van een foeilelijke juffrouw heeft gehad.
Piet Peereboom beschrijven in dit boek is wel zeer toepasselijk, want het vorige boek kwam door zijn
doorzettingsvermogen, vakkennis en onder zijn leiding tot stand. En vandaar ook dat U een persoons
beschrijving van P. W. Peereboom in dat boek vergeefs zult zoeken. En dus doen we het nu. Hij zal
dat niet leuk vinden. Wij wel.
R.F.
Freddy Jansen scoort tegen S.C. Emma 2-4 voor ons) in Treebeek juni 1961).
74