PAUL HAVERKAMP BEGEMANN: goede keus
Het reunistendiner was uitgerekend op de dag dat het Eerste zich veilig stelde en was dus een gigantisch
succes.
Een nieuwe traditie deed zijn intrede: 'Het diner der zeer sterken'. In Duin en Kruidberg bood het
bestuur de ere-leden en leden van verdienste een diner aan, waarbij o.a. aanwezig waren: J. J. Swens
en R. D. Jongeneel de 80-jarige ere-leden, benevens de 70-jarige 'jeugdleden' Jhr. Dr. J. C. Mollerus
(ere-lid) en Mr. F. A. Davidson en J. J. Laan (leden van verdienste). Harry Nietzman vertrok naar
Singapore en kreeg terecht de gouden speld voor zijn verdiensten.
Ernstige verliezen bleven ons ook dit seizoen niet bespaard. Ons oudste ere-lid Ir. A. C. van Waveren,
Mr. A. J. Holthuizen en de 15-jarige Peter Stenfert Kroese ontvielen ons.
De Westelijke Randweg vormde het gesprek van de dag en het clubhuis werd goed afgestoft weer op
de plank teruggezet, waar het volgens een archiefstukje van de H.F.C.'er al sinds 1911 stond.
Toen ik in 1947 voorzitter werd van onze vereniging was dit het
eerste seizoen dat Paul de rechts-back plaats in het eerste elftal bezette.
Een robuste jongeman, die op rustige en sympathieke wijze zijn taak ver
vulde. Paul was geen groot voetballer, doch door zijn goed opstellen en
stevig ingrijpen een zeer nuttige back.
Al spoedig kwamen zijn leiderscapaciteiten reeds eerder had hij
daarvan blijk gegeven op zeer jeugdige leeftijd als lid van de onderlinge
aspirantencommissie naar voren, hetgeen de elftal-commissie ertoe
deed besluiten hem reeds in het seizoen 19481949, op twintigjarige
leeftijd, tot aanvoerder te benoemen.
In het seizoen 19491950 werd H.F.C. kampioen van de derde
klasse en wist, na zeer enerverende promotiewedstrijden tegen D.C.V.,
Blauw-Zwart en Laakkwartier, naar de tweede klasse te promoveren.
De goede captaincy van Begemann was hierbij een belangrijke factor.
Slechts vier seizoenen heeft Paul geregeld gespeeld. Ondertussen wist
hij in snel tempo zijn ingenieursdiploma te behalen, trad begin 1952 in
het huwelijk en kwam het eerste elftal nog enkele malen te hulp toen
gevaar voor de onderste plaats dreigde. In totaal speelde Paul 81 wed
strijden voor H.F.C. I.
Begin 1952 vertrokken Paul en zijn charmante vrouw Marijke naar Nieuw-Zeeland; daarna was hij
voor de Maatschappij van Havenwerken verscheidene jaren werkzaam in Malta. Bij zijn vertrek naar
Nieuw-Zeeland heb ik tegen Paul gezegd: 'Na je terugkomst moet je maar voorzitter worden'. Een voor
uitziende blik, want inderdaad is het zo gelopen.
Omstreeks 1966 in ons land teruggekeerd, was hij direct aan de Spanjaardslaan te vinden en nam
intensief aan het clubleven deel. Toen Jaap van Baasbank mij begin 1967 mededeelde dat hij van plan
was aan het bestuur voor te stellen Begemann te vragen zijn opvolger te worden, had dit mijn volle in
stemming. Inderdaad is deze keuze een goede gebleken. De laatste twee seizoenen heeft Begemann met
vaste hand onze vereniging geleid; bovendien heeft hij als leider van het eerste elftal goed werk verricht.
De tactvolle wijze waarop Paul met zijn mede-bestuursleden, de spelers en de andere leden omspringt,
en de grote toewijding waarmee hij zijn taak vervult, kwalificeren hem tot een uitstekende voorzitter.
Ik hoop dan ook van harte dat hij bij het eeuwfeest van onze goede club nog voorzitter zal zijn, en
dat hij er spoedig in zal slagen H.F.C. terug te brengen in de eerste klasse. Good luck.
P. C. VAN HOUTEN
76