GERARD
MOLENAAR
oranje
Een jubileumboek blijft voor mij altijd een stoffig geheel, dat bij veel mensen achter op de boekenplank
wordt weggelegd en waarin men de daden en verrichtingen van oude steunpilaren kan aantreft en. Daarom
moet ik er dan wel even aan wennen, dat ons aller Gerard Molenaar reeds op 30-jarige leeftijd een plaats
tussen de oude garde gaat innemen en men nu reeds van zijn verrichte prestaties op het groene veld kan
leren, die er veelvuldig zijn geweest.
Nadat Gerard en ik reeds vele jaren samen hadden gevoetbald in de onderlingen en aspiranten kwamen
wij op 16-jarige leeftijd in de junioren terecht. In die tijd hadden wij bij H.F.C. een voorzitter die beslist
imposant aandeed en regelmatig de verrichtingen van het jonge spul aanschouwde. Het spel van Gerard
viel dan ook direct op en daar hij het alleen voor het zeggen had speelde onze huidige captain op 6 mei
1956 tegen V.V.B. zijn eerste wedstrijd voor het hoogste elftal. Met Jan Moolenaar en Cees de Nijs vormde
hij een "geducht binnentrio. Gerard was beslist geen goalgetter; hij voorzag onze voorwaartsen wel van
briljante passes en vooral zijn spelinzicht en techniek maakten hem tot een heerlijke voetballer. Jaren
later kwam Gerard in de middenlinie terecht en juist daar was hij de stuwende kracht en werkte zijn
spel inspirerend op het gehele elftal.
Zijn verrichtingen op het veld bleven niet onopgemerkt bij de keuzecommissie van het Nederlands Amateur
elftal. Al heeft hij het nationale shirt niet om zijn schouders gedragen, toch hebben wij enige prachtige
uitstapjes gemaakt waaraan ik nog hele prettige herinneringen bezit. Een daarvan bewaar ik aan de
wedstrijd in Duitsland. Onze trainer Pepi Gruber hield toen ca. 4 uren voor de interland een bespreking
in het hotel en bemerkte dat hij één speler tekort kwam. Hij keek toen naar Gerard, die rustig een sigaret
rookte en vroeg: 'Mijnher Schroder, weissen Sie waar die letzte spieier is'!
Maar goed, vanaf 1956 heeft Gerard vrijwel onafgebroken in ons keurteam gespeeld en in totaal mee
gedaan aan 220 competitie-, 53 vriendschappelijke wedstrijden. In die 273 matches heeft Gerard 38 keer
de keeper kunnen verschalken; hij fungeert reeds enige jaren als captain. De laatste jaren speelt hij op de
backplaats en juist daar valt zijn spelinzicht, routine en ervaring zo duidelijk op.
Dat Gerard er alles aandoet om zo lang mogelijk H.F.C. op het groene veld te dienen, bleek mij wel
de vorige zomer, toen ik hem vele malen geheel alleen rondjes zag draven op onze velden om de conditie
bij te houden en op te voeren. Gerard heeft een ideale instelling: goed geconcentreerd vóór de wedstrijd
en een volledige inzet tijdens de match. Het is daarom zo bijzonder jammer, dat in de loop van het vorige
seizoen een vervelend ongeval voorlopig een einde heeft gemaakt aan zijn voetballoopbaan.
PAUL BOUWMAN
77