BERTIE RAHUSEN: sterke eigenschappen Een stuk te schrijven over de vele verdiensten van Bertie Rahusen is onmogelijk. Dit is een kwestie van definitie: Bertie Rahusen bestaat alleen in officiële documenten. Van het ogenblik af dat de leraar do ceerde, dat raas, gaas en vlaas met twee a's diende te worden geschreven, werd Bertie Rahusen Raas (hoofdletter twee a's). Nu wordt alles eenvoudiger en meer inspirerend. In dezelfde tijd van de raas, gaas en vlaas ontpopte Raas zich als een rappe linksbuiten. Zijn linkerbeen wist met de bal de meest fantastische dingen te doen; het rechterbeen diende helaas slechts voor de voortbeweging. Niemand heeft ooit een noemenswaardig schot uit dit lichaamsdeel geconsta teerd. Het is een verdienste van Raas, dat hij zijn eigen weg ging en zich niets aantrok van de welgemeende adviezen van een ieder, die er iets van meende te weten: zijn verste trap met het rechterbeen was 3.25 m (uit de hand) toen hij de bal (zijn eigendom) als een uit in doods nood in een vlakbij zijn woning gelegen tuin trapte na enige tijd door de Heemsteedse politie te zijn achtervolgd, wegens het ten onrechte beoefenen van het nobele voetbalspel op de openbare straat. Hij liet zich in zijn jeugdige overmoed gaarne Abe Lenstra noemen, om redenen overigens, die niemand ooit geheel duidelijk zijn geworden. Toch speelde hij een selectie wedstrijd voor het Haarlems Jeugdelftal met nog twee andere H.F.C.-ers. In deze periode ontpopte zich in het kereltje Raas echter reeds duidelijk de Raas, zoals we hem nu kennen. Organisatorisch/leiding gevend als captain van jeugdelftallen en een serieuze benadering van de zaak. Hij vocht voor de belangen van zijn jongens; een hem zeer bevriende scheidsrechter vertelde hierover, dat in een wedstrijd Raas en zijn mannen met 16-0 leidden met nog enkele minuten te spelen. Insiders verwachtten een overwinning, behalve een ijverig man van de tegenpartij, die de bal in overduidelijke buitenspelpositie ontving en ineens inknalde. De scheidsrechter woof lachend de zeer felle protesten van captain Raas weg: hij zal het nu vergeten zijn, maar dit heeft wel even geduurd. Raas is hard. Ongeloofwaardig voor hen die hem slechts oppervlakkig kennen, maar hij is zeer haul. In het voetbal heeft hem dat geholpen want in de H.V.B. vond hij zijn weg in het derde en vierde des noods dóór tegenstanders. Of hij ooit in het eerste heeft gespeeld wordt nog uitgezocht, maar waarschijn lijk zal het slechts éénmaal geweest zijn in een vriendschappelijke wedstrijd. Zijn grote capaciteiten kwamen echter overduidelijk naar voren tijdens de Paas-sixes, waarbij hij zeker in zijn eigen ogen een dominerende plaats innam in de homogene Petoef six. Terug naar de commissies en het Bestuur. Clubcommissie, leugdcommissie, commissaris in het H.F.C.- bestuur: in al deze functies kwamen zijn sterke eigenschappen naar voren en het lag dan ook voor de hand een dergelijke capabele man iets meer toe te vertrouwen in het gecompliceerde bestuursapparaat van een grote club. Hij werd penningmeester en een ieder weet, hoe hij deze taak heeft vervuld. Minder bekend is wellicht, dat hij uitstekend in staat was kascommissies om de tuin te leiden. Niet dat het nodig was de zaken klopten steeds perfect maar het was meer om het spel: lange lezingen wisselde hij met moeilijke vragen af, waarna de kascommissie zwijgend verdween in de vaste overtuiging dat ze er niets van begrepen hadden. Samenvattend kan men zeggen: een serieuze, goede H.F.C.-er waaraan H.F.C. bijzonder veel te danken heeft. Laten wij echter de zaak niet te veel idealiseren, ook Raas heeft veel aan H.F.C. te danken. Immers in 1954, bij het lubileum van H.F.C. ontdekte hij Anneke en hiermede zijn wij eigenlijk op het belang rijkste punt aangekomen. De ontmoeting werd herhaald en de gevolgen bleven niet uit. Anneke bleek de goede steun, zij inspireerde Raas verder en daaraan heeft H.F.C. werkelijk veel te danken. Bij alle waardering voor Raas, en dat is veel, komt veel dank toe aan Anneke, want het is een moeilijke zaak met een echte fanatieke H.F.C.-er te zijn getrouwd. Bravo dus voor beiden: moge zoon Frans David de voetsporen van Papa drukken: het zou ons genoegen doen weer eens een totaal eenbenige linksbuiten te zien optreden! H. MOLIJN 86

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jubileumboeken HFC | 1969 | | pagina 90