CEES VAN WIJK: nobel clubgenoot FRANS BIJVOETdoorzetter Het feit, dat Cees van Wijk in de geschiedenis van de H.F.C. een plaats krijgt in het gedenkboek bij het negentigjarig bestaan, terwijl hij ons maar korte tijd heeft gediend, spreekt boekdelen. Dit heeft hij te danken aan zijn werk, dat hij voor de H.F.C. verrichtte als secretaris gedurende een drietal jaren, waaraan een einde kwam door zijn overlijden na een heldhaftige strijd tegen een gevreesde ziekte. In 1965 gaf de toenmalige secretaris te kennen, dat hij bedankte voor zijn bestuursfunctie. De post van secretaris is geen sinecure, zeker niet bij ons. Een opvolger te vinden bleek niet eenvoudig, zodat tenslotte de keuze viel op een oudsider. Als toenmalig voorzitter was ik ervan overtuigd, dat Cees van Wijk dit zou doen zoals van een secretaris verwacht zou worden. De verwachtingen werden overtroffen, want de wijze waarop Cees het secretariaat waarnam was boven alle lof verheven. Zijn jaarverslagen werden een sierraad voor het archief, terwijl de notulen uitblonken door een nauwgezetheid, waarvoor een ieder de grootste bewondering had. Hij trad op in een periode, waarin veel werk te verrichten was, o.a. de verbouw van het clubhuis. Bij de voorbereiding en de financiering hiervan heeft hij de H.F.C. grote diensten bewezen. Vooral zijn veelvuldig contact met de verschillende instanties, waar hij zeer gezien was, was van onschatbare waarde. Zijn opgewekt karakter maakte het hem niet moeilijk spoedig een der onzen te worden, zeer geacht en gezien door de hele H.F.C.-familie. Dat de dood een einde maakte aan zijn H.F.C.-carrière is zeer tragisch; hij had nog zoveel kunnen doen voor zijn dierbaar H.F.C. Moge het een troost zijn, dat de H.F.C. hem in zijn laatste levensjaren veel vreugde heeft gegeven. Wij gedenken hem als een nobel H.F.C.-er. J. P. V. B. In dit boek mag Frans Bijvoet niet ontbreken, al was het alleen maar vanwege: de miraculeuze wijze waarop hij éénbenigheid zelfs in het heetst van de strijd wist te maskeren. de beroering welke hij bij het bureau 'Huisvesting' te Haarlem vanaf 1960 teweegbracht door zijn voortdurend emi- en immigreren. Na een normale H.F.C. jeugd viel Frans op in het vierde door de vele goals die hij als voorhoedespeler scoorde. Daarom kwam hij omstreeks '59 in 'vast dienstverband' van het tweede waarin hij na enkele jaren Henk Hackenitz als aanvoerder opvolgde. De annalen vermelden verder dat hij in de periode van 10 jaar voetbal in onze hoogste elftallen, 29 competitiewedstrijden voor het eerste elftal speelde. Op het veld was hij het voorbeeld van de doorzetter en als aanvoerder viel Frans op door evenwichtige beslissingen. Deze beide eigenschappen hebben zonder meer bijgedragen tot zijn maatschappelijk succes waarvoor vele van de H.F.C.-vrienden oprechte bewondering hebben. Frans liet het niet bij de actieve beoefening van ons spel en maakte daarom van '56 tot '60 deel uit van het bestuur, waarbij zijn gevoel voor financiële zaken zonder twijfel de reden was dat hij de grote animator van de H.F.C.-toio werd. De gouden H.F.C.- speld was de waardering die hem daarvoor ten deel viel. Een poging om zijn maatschappij te overtuigen dat Haarlem voor hem de juiste plaats was, lukte aan vankelijk, doch na een tweede korte H.F.C. bestuurstermijn (67/68) viel het doek definitief en was hij een promotie rijker, doch H.F.C. een actief en gezellig H.F.C.-er armer. Voor het vele dat hij voor H.F.C. gedaan heeft zijn we hem dankbaar. O. RICHELMANN 94

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jubileumboeken HFC | 1969 | | pagina 98