VOETBRL- PRJWJE. tegen twaalf, omdat de Haarlemmers nu eenmaal met twaalf man oo waren komen aanzetten, hfc won met 1-0. 'Voor het Haagsche i voetbal een leerzame en propagandistische gebeurtenis', meende Muiier. <2 Op de Koekamp stonden nog steeds de populieren in het speelveld en de HFC-ers wisten ze zelfs te benutten. Jan Feith schreef er in zijn artikel 'Willem Muiier' het volgende over: 'Mijn sterkste hfc- herinnering, sportief gesproken, behoud ik aan den ouden Haarlemschen Koekamp, waar wij in onze tijd voetbalden. Ons plaatselijk elftal had, behalve zijn eigen mérites, steeds een over- grooten steun aan eenige boomen, welke zeer rustiek halverwege het speelveld groeiden. We hadden ons er op getraind, lastige tegen standers te passeeren, bijaldien wij den bal met effect tegen een dezer hulpvaardige stammen deden huppelen. Wij liepen inmiddels om den tegenstander heen, wachtten den bal op en waren aldus alweer iets nader tot het lokkende vijandelijke doel gevorderd...' Het gedoe op de Koekamp werd door heel wat deftige Haarlemmers met een wantrouwend oog bekeken. Men zag niets in deze lichame lijke nieuwlichterij. Op dit gebied heerste er tijdens het laatste kwart van de vorige eeuw in ons land nog een gezapigheid, die aan muf heid grensde. Het is tekenend voor die jaren dat diverse jongens niet onder hun eigen naam als lid van een elftal stonden ingeschreven, uit angst voor kritiek van familie en kennissen. Aan de andere kant waren het juist de zonen uit welgestelde families en de gegoede burgerij die zich het voetballen in de winter en het cricketspelen in de zomer konden veroorloven. Want het sporten was een vrijetijdsbesteding voor degenen die maatschappelijk in de gelegenheid waren over zoiets als vrije tijd te beschikken. En over het geld voor speciale kleding, terreinhuur, het reizen bij uitwed strijden, etc. In de tijd dat Muiier en zijn vrienden het 'lederen monster' temden werkten er velen in Haarlem nog zo'n veertien uur per dag. Tegen een weekloon dat dikwijls de drie gulden niet te boven kwam. Zelfs kinderarbeid was nog een dagelijks verschijnsel. 'In dien tijd, de tachtiger jaren, lagen jongelui als Frederik van Eden, Herman Gorter, Roland Holst en andere mannen van nieuwe richting, voormannen op ander gebied dan voetbal en cricket ge sprekken over literatuur en sociologie voerend, in 't gras van dien zelfden Koekamp. Daar noteerde ik het adres van den uitgever van 'La Revue Bleue', het eerste theosofische maandschrift dat mij onder oogen kwam,' aldus Muiier. Dat was de sfeer waarin het voetbal zich in de begintijd afspeelde. Het kwam voort uit de klasse der welgestelden, maar binnen die 12 <^Haarlemsche Football Club Tackel-geval.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jubileumboeken HFC | 1979 | | pagina 16