maar met doornen bezaaide harde weg, vol gevaren... Elders in dit
gedenkboek spreek ik over de kansen van een club, die tegen stoere,
hun lichaam oefenende jongelui uit den werkmansstand moet
strijden. Die jongelui moeten begrijpen, dat de heertjes van de
dancings en cock-tails, wijntje én Trijntje, het afleggen tegen jongens,
die behalve hun ééntonige werk slechts één geluk kennen, de ont
spanning op het speelveld en....'n zeker succes, 'n sporttitel van le
klas, kampioen of wat dan ook.'
'Wanneer de jongelui, die kantoren, hbs, Mulo, Lyceum of Gym
nasium afloopen en veel en inspannend, zittend geestelijk werk ver
zetten, op den duur een kans willen behouden, moeten sterker,
d.w.z. geregelder training en soberheid per se haar steun blijven
geven, anders is hun behoud 'n zeer open vraag.'
'Immers er dreigt een algemeen en groot gevaar, een gevaar te grooter
naarmate men het zich minder bewust is. Zoodra toch een club, die
jarenlang in de eerste klasse speelde, door vertrek der leden naar
elders, door verslapping in de leiding, verslapping der ambitie bij een
oefenmeester, verloop, of tegenslag in de successen, degradeert, is de
kans groot, dat zij er niet meer naar streeft om zich te herstellen en
in de versukkeling gaat geraken...'
Muiier zag het goed, maar zijn waarschuwing was meer een profetie
voor later jaren. Want als 50-jarige bewees hfc nog lang niet te zijn
versleten. Het eerste begon het jubileumseizoen met het winnen van
de AROL-beker. Het was de eerste keer dat deze uitnodiging van afc
werd aanvaard. In de competitie eindigde dit elftal in de bovenste
helft van de ranglijst.
Met man en macht is er gewerkt om de jubileumfeesten in september
1929 waardig en uitgebreid te vieren. Dick Laan vertoonde weer zijn
speciale HFC-film, Jan Leith schreef een operette in drie bedrijven
getiteld 'De voetbalbruid', Karei Lotsy redigeerde persoonlijk het om
vangrijke jubileumboek, Pim Muiier schreef stukken, Clinge
Doorenbos rijmde en 'de voorzitter houdt een wakend oog op alles,
schuiert zijn 'hoog zije' vast op en laat zijn haren reeds inkorten',
aldus secretaris Van Lennep. In het sportieve vlak streed men om de
Mulier-beker: athletiek-wedstrijden gecombineerd met vaardigheids
demonstraties met de bal. Winnaar was Piet Hagenaar. Voorts waren
er de gebruikelijke tournooien en feestavonden. De helft van de
honderd jaar zat er op.
Van al de oude clubs die al hadden moeten afbaken of naar lagere
klassen waren verdwenen stond hfc nog vooraan in het voetballeven.
Maar het zou moeilijk worden. Het is de vraag of de club het zo lang
had volgehouden als dr.Cees Spoelder niet zeventien jaar voorzitter
mmm
-<CHaarlemsche Football C!ub^~