Piet van Houten, directeur bij ato en later hal, pakte de zaken
aan onder het mottoi'In vijfjaar terug in de le klas'. Oefenmeester
Gerrie Stroker kwam er bij, het stopperspilsysteem deed zijn intrede
en vooral de jonge spelers in de lagere elftallen kregen veel aandacht.
Ad Sandtke startte in 'De HFC-er' zijn beroemd geworden kleine
lettertjes voor de aspiranten. Het resultaat was snel merkbaar want in
1949-1950 werd hfc kampioen in de 3e klas. Daarop volgden
promotiewedstrijden tegen Laakkwartier dcv en Blauw Zwart waarin
hfc de sterkste bleek te zijn en dus 2e klasser werd. Toch weer een
stap hoger.
Deze gang van zaken bracht mee dat de uiterst zorgelijke toestand
van de financiën er wat beter voor kwam te staan. Door meer
publieke belangstelling kwamen er meer leden bij en dat leidde weer
tot een groter enthousiasme. Het succes van het eerste verhoogde
ook het moreel bij de andere elftallen. Onder leiding van Sandtke
promoveerde het tweede naar de reserve 2e klas.
Het spelen in een hogere klas vereiste de nodige aanpassing van de
spelers, al had men dan de beschikking over gekwalificeerde spelers
als Cees de Nijs, Hein en Hans Winter. Het eerste handhaafde zich
maar net in de 2e klas, het tweede kon het tegen de verschillende
sterke ploegen niet bolwerken en zakte af naar de reserve 3e klas.
Maar over het geheel genomen bleef het beter gaan. In 1953-1954
eindigde het eerste, na reeële kampioenskansen te hebben gehad,
op de 3e plaats.
Er vielen opmerkelijke prestaties te noteren. Zoals de overwinning
tijdens een uitwedstrijd (1951-1952) met 2-1 op Stormvogels, dat de
international Kraak in het doel had staan. Ook de zege in 1953—
1954, met 3-1 behaald op de uiteindelijke kampioen West-Frisia, in
het hol van de leeuw notabene. Geen kleinigheid als men bedenkt
dat een jaar later het professionalisme zijn intrede in de voetballerij
deed (1954), waardoor de krachtsverhoudingen wel iets anders
kwamen te liggen. Voorlopig profiteerde hfc daar niet van. Met het
op grootse wijze gevierde 75-jarig bestaan nog in de benen ontsnapte
het eerste nog maar net aan de onderste plaats in de competitie.
De basis voor goed technisch voetbal, gelegd door Piet van Houten
en oefenmeester Gerrie Stroker, bleek stevig te zijn. Ervaren spelers
als Cees de Nijs, de Winters en Leo Molijn, gecombineerd met de
aankomende jonge spelers Paul Bouwman, Walter Dekker, Nico van
der Lee, Henny Wijkhuizen, Gerard Molenaar en Fred Janssen
stuwden het eerste naar de 2e plaats in 1955-56, de 3e plaats in
'56- 57, een gedeelde 2e plaats in '57—'58 en tenslotte naar het
kampioenschap van de 2e klasse in 1958-1959.
pag. 78 en 79
Nederlandse professionals in het buitenland
speelden op 12 maart 1953 te Parijs tegen
Frankrijk, ten bate van het Rampenfonds.
Uitslag 2-1 voor de Nederlandse ploeg.
V.l.n.r. Appel, De Munck, Van der Hart,
Schaap, Vreken, De Kubber, De Vroet, Van
Rijn, Timmermans, De Harder en Rijvers.
Links: hfc kampioen 3e klas in het seizoen
1949—5°. Captain Paul Begemann op de
schouders.
Rechts: Paul Bouwman torst de Arol-beker
in 1957. hfc won het tournooi om deze
beker ook in 1928 en in 1962.