KONINKLIJK VERENIGD vreemd, want het waren de toen malige HFC-kleuren. De verklaring voor het oprichten van een 'eigen' club was, Pim Muiier heeft dat alleraardigst beschreven in het jubileumboek van de cricketbond uit 1933, dat hij en zijn makkers (nogal wilde knapen) niet zo goed overweg konden met Gideon Kruseman (de voorman bij de oprichting van Rood en Wit), een keurig jongmens. Diens broer Jan was wel lid van Rood en Zwart. Je had in het begin van de jaren tachtig van de vorige eeuw liefst acht cricket clubjes in Haarlem. Uiteindelijk slokte Rood en Wit ze binnen enige jaren allemaal op en ook Muiier speelde al vanaf 1882 voor Rood en Wit. Een groot cricketer was hij niet. Zijn hartstocht ging uit naar het bowlen, hij oefende uren lang met de grote Carstjan Posthuma. Maar hij was, in zijn eigen woorden, een slap en beroerd batsman. Toen vanaf 1891 statistieken werden bijgehouden kwam hij er met batten slecht af: in vier seizoenen bedroeg zijn totaal aantal runs 18, gemaakt in 20 innings en met 5 not out als hoogste score! Rood en Wit begon in 1881 op een open plek in de Hout, waar je kon komen door vanuit de stad voorbij de hertenkamp een voetpad naar Heemstede in te slaan. Volgens het jubileumboek van 1931 bestond die open plek toen nog steeds. Het is stellig zo, dat het hier gaat om de open plek waar later het Hildebrand- monument van Prof. Bronner zou verrijzen. In 1882 lukte het ook op de Koekamp te mogen oefenen, maar door de drie populieren was die als wedstrijdveld totaal ongeschikt. In 1894 kwam Rood en Wit terecht aan het veld op de Kleverlaan, waar ook HFC incidenteel heeft gespeeld, nu de Stadskweektuin. Met de afmetin gen was niets mis, maar het veld was slecht en ongelijk. Met de Koekamp achter de hand voor training werd in 1887 verhuisd naar het dorpscentrum van Wijk aan Zee, nu nog steeds een open vlakte. Dat was wel ver weg. Vandaar dat in 1889 voor wedstrijden toch werd teruggekeerd naar de Kleverlaan, voor één jaar. In 1890 en 1891 konden geen thuiswedstrijden worden gespeeld. In 1892 werd één jaar gespeeld in Velsen, op het landgoed van Jhr. Mr. J. W. G. Boreel van Hoge- landen (later erevoorzitter van de cricketbond) maar dat gaf problemen met de zondagsrust. In 1893 kreeg men door tussen komst van Jhr. J. B. van Merlen, eigenaar van de buitenplaatsen Bosbeek en Groenendaal, de beschik king over een mooi veld aan de Meerweg in Heem stede. Die heet daar nu Ringvaartlaan. Het veld bestaat nog steeds, op die plek voetballen tegenwoordig VEW en Heemstede. Onder leiding van Posthuma werd met de hulp van een echte terreinknecht alles gedaan om van het veld iets moois te maken, en dat lukte. Muiier schreef er in zijn bekende boek "Cricket" over: "...het bekende exemplaar, dat als terreinman werd ontdekt, Leuven, behandelt de graszoden met de wijding van een banketbakker en weldra werd het beste Nederland- sche veld tot stand gebracht dat ooit door cricketers betreden werd". De inwijding van het veld vond plaats op 28 mei 1893 met een door Posthuma bijeenge bracht en geleid Nederlands Elftal tegen een Engels studentenelftal. Er kwam zelfs een fraai cricketpavil joen van de grond, met een veranda en een zekere Piet Ooidus zorgde voor verfrissingen, zoals abrikozen- broodjes en sherry met spuitwater. Rood en Wit beleefde aan de Meerweg een bloeitijd en ook het Nederlands Elftal speelde er meer dere malen. Maar het veld lag toch te ver weg. De leden kwamen meest uit Haarlem en de verbindingen waren slecht. Hoewel in oppervlakte veel groter dan nu telde Heemstede toen maar zo'n 4000 inwoners. En zo kwam ook Rood en Wit tenslotte, tien jaar na HFC, in 1909 aan de Spanjaardslaan terecht. Het wel en wee daar van Rood en Wit komt goeddeels overeen met dat van HFC. Daarbij passen wel enige kanttekeningen. De velden langs de Zuiderhoutlaan deden voor Rood en Wit in tijden van veel elftallen dienst als bijvelden. In het begin van de jaren zeventig werd dat moeilijk, voor wat veld 2 betreft door de aanleg van de lichtin stallatie, maar de wijzigingen met betrekking tot wat we nu bij HFC veld 4 en 5 noemen zijn Rood en Wit bij uitstek ten goede gekomen. Ik zou menen dat mede door het steeds langere voetbalseizoen zonder de beschikking over die velden Rood en Wit in grote moeilijkheden zou zijn geraakt. Gelukkig is het zover niet gekomen!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jubileumboeken HFC | 1994 | | pagina 11