Van oerbos
en verwaaide duinen tot
Haarlems
sportcomplex
.maar bovenal
werd door de rijke
heren in dit gebied
gejaagd...
Met recht kan de Haarlemsche Football Club zich beroemen op het
bezit van het mooiste voetbalveld in Nederland. Gelegen aan den zoom
van den Hout, beschut door het hooge geboomte, in een heerlijke omge
ving, mag het inderdaad gelden als een aantrekkelijkheid der stad, een
aangewezen oord voor jong Haarlem's sport. De voortdurende stijgende
belangstelling voor voetbal en cricket hier ter stede zijn voor een groot
deel toe te schrijven aan de bekoring, die uitgaat van dit terrein'.
Met deze poëtische natuurbeschrijving probeerde in 1911 het HFC-
bestuur, onder voorzitterschap van J .J. Swens en M. Loosjes (vice-voor-
zitter), leden en donateurs te verleiden tot geldleningen, die ten goede
zouden komen aan een nieuw te bouwen clublokaal met inpandige
woning voor de trainer, naar ontwerp van de bekende Haarlemse bouw
kundig ingenieur J.B. van Loghem1.
Omringd door buitenverblijven, de Haarlemmerhout en de in 1900
door L.A. Springer ontworpen villaparken Oosterhout-Zuiderhout2, zal
men in vroeger tijden niet hebben kunnen bevroeden dat de grond ooit
het sportcomplex zou worden dat het heden ten dage is. De Haarlem
sche Football Club, de cricketclub Rood en Wit en de Haarlemsche
Lawn Tennisclub vinden hier onderdak. Dat het vinden van een goed
voetbalveld voor HFC eind 1800 niet zonder slag of stoot is verlopen is
gevoegelijk bekend. Dat juist een 'opregte' Haarlemse voetbalclub haar
domicilie vond op Heemsteedse gronden3 is op zijn minst opmerkelijk
te noemen. Al zijn de connecties met de gegoede Heemsteedse burgerij
met eigen domeinen en de geringe oppervlakte van de toenmalige
gemeente Haarlem daar niet geheel vreemd aan. Een kleine zoektocht in
het verleden naar de oorsprong van dit gedeelte van het voormalige
Heemstede, kan enig licht werpen op welke historische grond de vele
junior en senior voetballers van de Koninklijke HFC ieder weekend
achter de bal aan rennen.
Ooit strekte zich, langs de kust tussen Alkmaar en Den Haag, een
groot duin- en bosgebied uit. Het aaneengesloten bosgebied dat waar
schijnlijk tussen de 3de en 6de eeuw is ontstaan, werd ook wel 'wilder
nissen' genoemd. Dit oorspronkelijke, natuurlijke landschap werd mul
tifunctioneel gebruikt: er werden varkens gehouden en bomen gekapt
voor brand- en bouwhout. Maar bovenal werd door de rijke heren in dit
gebied gejaagd. Plaatsnamen, waaronder die van Haarlem, Heemstede en
Zandvoort, gaven toentertijd de domeingrootte aan. Vanaf de 12de en
13de eeuw worden de bossen, onder leiding van de Graaf van Holland,
beter beheerd. Onder toeziend oog van houtvesters wordt vrije houtkap
en het weiden van vee aan banden gelegd. In verband met de toenemen-
door Tim Schoots-Timmerman