199111 118 iedere thuiswedstrijd. De jongenstribune was aan mij niet besteed, wel nee. Gelijk 'Opa' vormde ik in mijn eentje de rugdekking van Nico van der Lee en prentte tijdens ontelbare wedstrijden zijn motoriek, zijn reflexen, zijn commando's, zijn mimiek, zijn uittrappen en bovenal zijn zweefduiken gretig in mijn brein. Het enige wat ik in al die tijd helaas vergat te memoriseren was de status van Van der Lees achterwerk. Soms schoot mij de opdracht van 'Opa' te binnen als ik bij de koffietent van mijn nieuwsgierigheid gewekt. Nadat ik mijn vader verslag had gedaan van 'Opa's' ondoorgrondelijke aansporing, werd het 'driehoekje' zonder nadere verklaring onmiddellijk tot spergebied verklaard, zodat niets mijn gang naar HFC meer in de weg stond. Niet dat ik het veldencom- plex niet kende. Talloze malen immers had mijn vader, die vroeger bij Kampong gecricket had, mij in het weekeinde meegetroond naar de Spanjaardslaan en getracht mij vooral warm te laten lopen voor een toe komstig lidmaatschap bij Rood en Wit, maar zijn pogingen bleken vruchteloos. Ik haatte die lange witte broeken en jassen, die voor mij op traumatische wijze de herinnering aan mijn verblijf in het Diaconessen- huis wegens de beenbreuk levend hielden. Nee, ik wilde maar één ding: Van der Lee zien! En dat deed ik, bij i ...de status van van der Lee's achterwerk.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jubileumboeken HFC | 1999 | | pagina 138