Kickse: Zeg, De Heer, het zijn wel heren hoor.
De Heer: En dan zegt mijn tante: voorkomen is beter dan kezen.
Houdt: Goed, je hebt iets voorkomen. Maar wat is het dan, beste
man?
De Heer: In 1880 heb ik iets van jullie meegenomen..
Naegel: Zie je wel, hij bekent. Wat was het? Vooruit! Beken, of
moet ik de karwats laten halen?
De Heer: Sjors, je ken je karwats houden. Ziehier draait inhoud
aktetas om). Je paal.
Naegel: Mijn paal? Welke paal?
De Heer: De paal waarmee je in 1880 mijn buurjongen wilde ver
leiden om lid te worden van die netenclub van je, de
Haarlemsche Football Club.
Het blijkt de eerste paal voor het nog te bouwen clubhuis te zijn. Dat
het, gerekend vanaf de oprichting, bijna een eeuw geduurd heeft voordat
het er stond, valt hem niet aan te rekenen. Tenzij hem euvel wordt
geduid dat hij in de dertiger (crisis)jaren kortstondig ten prooi is geval
len aan een al te explosief mengsel van sociale onlust en zijn eigen lust in
de persoon van ene Sjaan die hij in een vlaag van onzelfzuchtigheid het
zojuist door hem ontvreemde bouwfonds ter beschikking stelde. Een
man van vele banen! Ditmaal stond hij als portier voor Brinkmann op de
Grote Markt.
De Heer: Hoe heet jij?
Sjaan: Sjaan, generaal.
De Heer: (gooit zijn pet af en doet zijn portiersjas uit) Je hebt
gelijk, Sjaan! Wat zal ik me ook late anmete door al die
kale nete! Hier, stop dat in je boezem en weg dermee
geeft haar de biljetten
Sjaan: Bedankt, generaal, je hebt toch een goed hart. Wat wil je
ervoor terug hebben?
De Heer: Ken het in natura, Sjaan?
Sjaan: Tuurlijk, daar heb ik zat van!
bedankt generaal,
je hebt toch
een goed hart.