IBBêÊËL 136 Knol en Co menen te kunnen herkennen die ook in eerdere versies al in hun plat-Haags riepen: 'Als het maar beweegten als het maar schuift, dondert niet waarover, wij eten van de ruif'. Er verschijnt een concurre rende club die ook voor behoud vecht, de FC Kenau, een club voor lou ter dames die de meiden van HFC aantrekt. Want zij willen voetballen! Kent de gekte dan geen enkele grens? Bedrijven lang gaat het erom span nen of het ooit nog goed komt. Dan blijkt dat het millenniumprobleem tot in de hersens van De Heer is doorgedrongen. Al moet Kickse hem af en toe een handje helpen, hij toont zich nu een fervent verdediger van behoud van HFC aan de Spanjaardslaan. Kan hij niet zonder omdat hij anders niks heeft om op af te geven? Of zit het dieper, is het oprechte, maar goed gecamoufleerde liefde? De hemel zal het weten! Duidelijk is dat De Heer de vervlochtenheid tussen plat en hoog Haarlem zo hoog heeft zitten dat hij opnieuw tot historische uitspraken komt. Dat doet hij tegen de voorzitster van de concurrerende FC Kenau, de dominante Hildegard Knegtje die, pikant detail, ook nog eens zijn ex is. De Heer geen verstokte vrijgezel? Is er dan niets meer zeker? De Heer: Hillie.. Hillie: Noem me geen Hillie! De Heer: Hillie, dat ken je toch niet menen, dat HFC hier weg zou motten? Kijk nou eens wat een oase van beschaafd heid. Wij spreken hier ABN. Dat ken je van FC Kenau niet zeggen! ...als het maar beweegt en als het maar schuift.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jubileumboeken HFC | 1999 | | pagina 156