12 September 1974 was een zwarte dag in de geschiedenis van HFC.
Vice-voorzitter Freek van Muiswinkel was rond middernacht thuisgeko
men van een bezoek aan de bekende Heemsteedse horecagelegenheid
'The Pitch', toen er bij hem werd aangebeld. Met een zucht stond hij op:
'Wat nu weer'. Plet was Jan Carel Luining. De boodschapper van het
slechte nieuws kweet zich kort en bondig van zijn taak met de histori
sche woorden: Het hele paleis staat in de fik.
Freek, een liefhebber van grote branden, bedacht zich geen moment
en racete naar Haafcee maar was niet echt blij met deze fik. De brand
weer was er nog niet eens, die was naar HFC Haarlem aan de Jan
Gijzenkade gereden om daar te ontdekken dat er niets aan de hand was.
In de tijd van dokter Spoelder - die naast rector van het Stedelijk Gym
en voorzitter van HFC ook commandant van de vrijwillige brandweer
was - zou dat niet gebeurd zijn. Kostbare minuten gingen aldus verloren
maar waarschijnlijk was er toch niets te redden geweest ook al was de
brandweer wel direct naar het goede adres gereden. Freek stond ook
machteloos ondanks zijn nog steeds goed gevulde blaas. Wel bewees hij
HFC een grote dienst door met gevaar voor eigen leven de bronzen kop
van Pim Muiier uit het oude clubhuis te redden. Toen hij ermee naar
buiten kwam werd hij onmiddellijk in de kraag gegrepen door de inmid
dels gearriveerde politie die dacht met een plunderaar van doen te heb
ben. Na zich te hebben voorgesteld - hij was toen nog niet zo bekend
van radio en t.v. als nu - heeft hij nog een paar kostbaarheden uit het
clubhuis gered.
Ik merkte pas de volgende morgen dat er iets mis was. Op mijn fiets
tochtje naar kantoor kwam ik dagelijks langs het veld, dus ook op 13
september. Ik had het nog niet meteen in de gaten maar ineens zag ik het:
...de bronzen kop
van Pim Muiier.