50 Het HFC-bestuur toonde zich een voorbeeldig werkgever door niet alleen Leo's talent te laten ontluiken, doch ook door het onderhouden van een hecht warme relatie met een echtpaar dat hart en ziel aan HFC had verpand. Het hoofdveld bleef de grootste zorg. Hoe kun je zonder een rustpe riode in de zomer het voetbalseizoen met een fraai ogend laken starten? Daar zaten altijd weer die verduvelde slagballers tussen! Nog voor de laatste speeldag van het voetbalseizoen werd het doelgebied al ingezaaid opdat het gras tijdig onder keepers noppen kon kiemen. Enkele weken later gingen daar andere, sterke grasrassen doorheen. Leo ging zelfs zover dat hij 's nachts, voorzien van wekker, spijs en slaapzak onder de tribune sliep om de sproeibuizen tijdig te verleggen. De tribune was zijn tweede troetelkind en met name de kleedruimtes eronder. 'Een unieke puinhoop', echter met zoveel sfeer en uitstraling dat het huidige complex daar in de ogen van Leo wat koel tegen afsteekt. Tientallen liters bleekwater en chloor moesten de HFC-ers voor schim mel behoeden (als ze dat al niet elders hadden opgelopen). De elektri sche bedrading was van een zodanige kwaliteit dat elektrocutie als bij wonder is uitgebleven en de lage, hoofdstootgevaarlijke deuringangen maakten menig tegenstander al voor de wedstrijd koponklaar. Langzaam maar zeker werden de veranderingen door Leo's hand aan gebracht zichtbaar. Bezoekende clubs begonnen complimentjes over het veld te geven. Op een gegeven moment was Leo's autoriteit zo groot geworden dat als van Tol (consul voor de HVB en schoonvader van Cees de Nijs) op zondag samen met Leo de velden op HFC afkeurde daarmee de hele HVB werd afgelast. Tussen de bedrijven door had Leo ook oog voor de bal: invetten, wit maken van trainingsballen en ballen ophalen bij mevrouw van Harden- broek die steevast weigerde de in haar tuin belande ballen terug te geven. Leo moest dan op de thee komen en kreeg na enkele vermanende woor den de ballen mee. Omdat hijzelf niet onverdienstelijk bij 'Onze Gezellen' en de 'Spaar- nestad' had gespeeld, gunde hij zich tussen de bedrijven door een blik op de velden en met name op het spel van ons eerste. De gebroeders Koenders en vooral Hans Tekelenburg vindt hij nog steeds de besten, terwijl Paul Bouwman ook met een duidelijke stip op zijn netvlies staat. Doch ook spelers van het kaliber Wybo Rijpma konden vanwege hun een unieke puinhoop.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jubileumboeken HFC | 1999 | | pagina 54