Bijzondere toeschouwers waren de heren Godfried Bomans en Toon
Hermans, (laatstgenoemde destijds woonachtig te Zandvoort), die wel
ervaring met het spel hadden. Bomans was bijvoorbeeld een welbe
spraakte keeper in de wedstrijden tussen leraren en leerlingen van het
gymnasium en verzekerde zich tegen ontbering en slecht weer door een
grote koffer met onbekende inhoud, een comfortabele stoel en een
regenjas in de goal op te slaan.
Bijzondere omstandigheden waren er ook toen Duitse militairen
gedurende de oorlog op HFC voetbalden, waarbij geen toeschouwers op
de tribune werden toegelaten. Een groot aantal scholieren oefende achter
de goal hun Schwere Wörter (Brouwer en Ras) tezamen met de Duitse
keeper, die nooit heeft begrepen wie nu eigenlijk wel Vater Kruse was.
De trouw van de eigen supporters van HFC is een kostbare zaak en
werd door dik en dun gekoesterd. Toen HFC op een zondagavond in
juni 1950 in Wassenaar moest promoveren naar de tweede klasse wilden
de cricketende HFC'ers niet ontbreken. Alle competitiewedstrijden van
Rood en Wit begonnen op die zondag een uur eerder dan normaal en
alle elftallen van Rood en Wit mochten eerst fielden om daarna de cric
ketende HFC'ers in de gelegenheid te stellen hun wicket niet al te
geconcentreerd te verdedigen en op tijd in Wassenaar te zijn; 6-2 bete
kende promotie!
Heel trouw waren ook de aspiranten, die in 1941 een aspirantenfiets-
comité vormden dat verantwoordelijk was voor steun aan het eerste -
dat in Hilversum (tegen de club van die naam) en in Weesp (tegen
Rapiditas) vergeefs tegen het degradatiespook streed - door vele fietsen
de jongeren. Later organiseerde Jan Domhoff fietstochten waaraan heel
veel jongeren (en ook ouderen) de beste herinneringen bewaren.
Uiteraard werden toeschouwers en supporters vaak geducht op de
proef gesteld. Ze konden inwendig koken en moesten dat ieder op hun
eigen wijze afreageren.
Maar al met al lijkt het of er nooit echt onaangename dingen gebeur
den tussen of met toeschouwers aan de Spanjaardslaan. Het bleef be
perkt tot vaak intense uitingen van medeleven met de vereniging door
toeschouwers die niet schadelijk waren. De toeschouwers Berghuis en
Lingeman waren wandelende computers (meer voorlopers daarvan) en
konden mensen soms interesseren (doch ook wel hinderen) met ellenlan
ge statistieken over het aantal gespeelde wedstrijden en gescoorde goals
van de grote sterren van HFC. Niemand vond echter een aanleiding over
die gegevens een gepeperde discussie te beginnen eventueel af te sluiten
im