Kan de jonge heer wel lid worden? Ballotage: geestelijke sportkeuring Eildert Stuut Exact honderd jaar heeft het moeten duren voordat HFC het aandurfde zijn strenge ballotageprincipes grotendeels overboord te gooien. Het was vooral Wybo Rijpma van de toenmalige jeugdcommissie die in 1977 voor een koerswijziging in het aanname beleid van nieuwe leden zorgde. Bijna een eeuw lang gold binnen de club het principe gewogen en te licht bevonden, uit angst dat de 'hechte eenheid binnen de HFC- familie' verstoord zou worden door 'ongewenste elementen van buiten. Kandidaat-leden kregen eerst een formulier in te vullen met vragen over het beroep van pa (een adellijke of universitaire titel deed wonderen), de woonsituatie en schoolopleiding en door wie zij op HFC waren voorgedragen. Daarna liet men de kandidaat enige tijd 'voorhangen' in het clubhuis en werden eventuele bezwaren 'ingewacht'. Bleven die uit, dan volgde de confrontatie van het (vaak pas zeven jarige!) aspirant-lid met drie of vier volwassen HFC-scherprechters achter een groe ne tafel: de ballotagecommissie. Vis-a-vis vond het antecedentonderzoek opnieuw plaats en verder waren de heren aangewezen op hun feilloze mensenkennis. Maar er ging ook wel eens wat mis. Jongens die in eerste instantie gedeballoteerd waren bleken zich later - na 'hoger beroep' of bij heraanmelding, na versoepeling van de ballotageprocedure - te ont poppen tot zeer waardevolle en gerespecteerde HFC'ers zoals Jaap Stork, Bert Vermeer en André te Winkel, leden die op ondersteunend vlak of op commissie- en zelfs bestuursniveau hun sporen zouden verdienen. Rijpma: "In die tijd gingen we inzien dat je een kind niet zonder meer op familieantecedenten kon afwijzen. Het gaat om zijn motivatie. We wilden weten of hij nog ande re sporten deed, al een sportkeuring had ondergaan en of hij bereid was iets voor HFC te doen anders dan er alleen maar te voetballen. De 'ballotagecommissie-oude-stijl' had definitief afgedaan en kreeg het karakter van een kennismakingscommissie, die welwillend was in de zin van join the club "Voor twaalf- tot zestienjarigen lag dat genuanceerder. Voor die leeftijdscategorie waren we een soort commissie van onderzoek om na te gaan of er thuis wellicht proble men waren waarop wij zouden moeten anticiperen. We vroegen of hij vrienden had op HFC en of hij vroeger in een andere club had gespeeld, om zeker te zijn dat hij daar 5 niet wegens wangedrag geroyeerd was, en of hij vrijwilli- gerswerk wilde doenTot mijn vreugde neemt HFC deze onderzoekstaak na vijfentwintig jaar nog steeds serieus." Wybo Rijpma. WAT PO ET VAPER", OP WELKfc' SCHOOL ZITJE?/ 113

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jubileumboeken HFC | 2004 | | pagina 117