een algemeenheid te ontdekken. Een beleving waaraan tot nu toe elke generatie heeft toegegeven. Deze beleving kenmerkt zich door plezier en ontspanning in het voetbal. Ook bij de talenten onder ons. Presteren is welkom, maar plezier mag daar niet te lang onder lijden. Onze beleving wordt vervloekt, maar tegelijkertijd op han den gedragen. De nevenstaande gedateerde anekdote uit een van de voorgaande jubileumboeken geeft hiervan een treffende illustratie. Waarom wij op de Spanjaardslaan geen natuurlijke 'winners' zijn moeten we zoeken in het fenomeen dat wat wij op HFC belangrijk vinden, op sportief gebied onze vij and is. De manier waarop wij met elkaar willen omgaan (fatsoen en saamhorigheid, het blauw en wit fier bovenaan), betekent de nekslag voor de eigenschappen die voor de meedogenloze topsport noodzakelijk zijn. De komst van spelers 'van bui ten' zoals Ben Roode, Wytze Couperus en Hennie van Nee betekende begin jaren tachtig een welkome versterking voor het Eerste. Daarna werd het inpassen van nieuwe spelers - het eufemisme voor voetballers die van andere clubs kwamen - steeds minder als een uitzondering ervaren. Sommigen werden al gauw beschouwd als 'echte HFC'ers'. Deze betiteling zou voor deze spelers weieens een negatieve lading kunnen hebben. 'Echte HFC'ers' zijn immers de ultieme vertegenwoordigers van de watjesfabriek die Spanjaardslaan heet. Laat duidelijk zijn dat daar niets mis mee is. Sport maakt tenslotte maar een beperkt deel uit van ons leven. Oud-voorzitter Henk Uildriks heeft het dikwijls over de 'kernactiviteit' van een ver eniging. Bij ons zou dat voetbal moeten zijn. Maar door onze afkomst en onze ont wikkeling in de vereniging is die kernactiviteit nooit doorontwikkeld. De vraag is of dit erg is. Het antwoord luidt: nee, natuurlijk niet. Het geeft niks dat in de oer- HFC'er wat minder sportieve ambities besloten zitten. We kunnen ons afvragen of zo'n typisch 'echte HFC'er' bestaat. En of het antwoord op die vraag een rol kan spe len in de toekomst van HFC. Als jongetjes wilden we zo graag dat we in een ander land geboren waren omdat we dan goed hadden kunnen cricketen; of dat we van een andere club lid geworden waren omdat we dan beter hadden kunnen voetballen. Het maakt niet uit, vinden wij nu. Het is goed zo. Wij horen aan de Spanjaardslaan. We voelen ons hier wel thuis. De Spanjaardslaan is wat zij is. En zij doet met ons wat zij doet. Of dat nu in de sportieve top is of niet, daar malen we niet om. Wel om het feit dat we de komen de 125 jaar niet volledig mee zullen maken. Pinantie In een wedstrijd liep de linksbuiten van de tegen partij onophoudelijk te appelleren voor 'pinan tie'. Dit begon onze rechtsback op den duur zo te verdrieten, dat hij de bal in ons strafschop gebied in zijn handen pakte, hem op de fatale stip legde en zei: "Hier héb je dan je pinantie." 52

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jubileumboeken HFC | 2004 | | pagina 56