Sinds enige jaren is de Koninklijke gelieerd aan HFC Haarlem, dat wil zeggen dat wij kunnen beschikken over de know how van de medewerkers en - tegen betaling - over enkele trainers van de profclub. Niet alleen Haarlem, ook andere clubs uit het betaalde voetbal sturen regelmatig scouts naar onze velden om jong talent te ont dekken en dat naar hun eigen vereniging te 'lokken' teneinde het daar in de selec tiewatten te leggen. Een verbintenis van een amateurclub met een profclub heeft iets van een 'liaison dangereuse'. Het legitimeert het vertrek van onze jeugdige voetbal helden, zonder dat zij het gevoel hebben HFC, waar zij vaak als mini begonnen, in de steek te laten. Immers, niet ver van de Spanjaardslaan ligt de weg open naar een veelbelovende voetbalcarrière, geschraagd door professionele training en dito 'pam pering'. Alles goed en wel, maar van meet af aan eiste HFC transparantie in de scou- tingpolitiek en open overleg (het jeugdbestuur heeft geen vetorecht) aangaande het eventuele vertrek van jong talent. Afgelopen drie jaar zijn er tien jongens naar prof clubs vertrokken: zes naar Haarlem, drie naar Telstar en een naar Ajax. Maken jeugdspelers deze overstap, dan gaan zij uiteindelijk voor ons Eerste verloren, dat volgens het bestuur voor minstens driekwart uit 'eigen kweek' moet bestaan. Begin jaren negentig benoemt het bestuur sectieleiders die verantwoordelijk zijn voor de mini's en voor het regiment E'tjes (pas veel later werden de F'jes aan de reeks toegevoegd) tot en met de A-junioren. Rico van der Schaaf als leider van de E-sectie verdient speciale vermelding vanwege zijn jarenlange inzet om 'zijn darrenvolkje' op zaterdag een wedstrijd te kunnen laten spelen. Zo ook bestuurslid Fons Langemeijer die de onmisbare schakel was tussen de Koninklijke en de KNVB: hij coördineerde zowel voor senioren als voor junioren het wekelijkse wedstrijdprogramma. Elke sec tie kreeg aparte trainers (STK'ers en stagiairs van CIOS) die jarenlang onder super visie stonden van hoofdtrainer Maup Kruijer. De succesvolle oefenmeester Cees Bruinink maakte de BI kampioen en tilde de A-junioren uit het moeras. Door het groeiend aantal jeugdleden en de intensivering van de training was er steeds meer menskracht en materiaal nodig. Dat een en ander niet kosteloos ging is duidelijk. Op financieel niveau bewerkstelligde Harold Nielsen, eertijds penning meester van het jeugdbestuur, een herverdeling van het verenigingsbudget. Jeugdvoetbal werd eindelijk een volwassen post op de begroting. Nog altijd houdt het leeuwendeel van de jeugdleden zich wekelijks met recreatievoetbal bezig. Het jeugdbestuur beijvert zich om niet alleen voor selectiespelers aandacht te hebben, maar ook pleziervoetballers de nodige faciliteiten te bieden. Ligt het accent op pret- of prestatievoetbal? Het is het eeuwige dilemma waar elke voetbalvereniging mee te maken heeft. De laatste tien jaar heeft ons selectievoetbal zich prima ontwikkeld en krijgen recreanten voldoende gelegenheid om zich op het veld en in het clubhuis uitbundig te vermaken. Het is de kracht van de club dat ouders hun zoon(tje) met een gerust hart enige keren per week kunnen toevertrou wen aan die goed georganiseerde, vertrouwde ambiance aan de Spanjaardslaan. Een goedkopere vorm van naschoolse opvang is nauwelijks denkbaar. Dit moet een van de oorzaken zijn geweest van de grote aanwas van jeugdleden in de laatste jaren. De Koninklijke is niet voor niets uitgegroeid tot de grootste voetbalclub in de regio. Jeugdbestuur en sectieleiders doen veel voor de jeugd: toen The Good Old in 1979 zijn honderdjarig bestaan vierde organiseerde de jeugdcommissie onder aanvoering van Wybo Rijpma op onze velden een groot internationaal jeugdtoernooi waaraan Engelse, Duitse, Deense en Franse ploegen deelnamen. In de jaren daarna liet de jeugdleiding diverse evenementen plaatsvinden ter versteviging van de band met de club: een bustochtje naar het Tikibad in het Wassenaarse Duinrell, (zaal)voetbal- Rico van der Schaaf. Pons Langemeijer, Alexander van der Meulen en Piet Hein Stapensea. Maup Kruijer. Wybo Rijptna. 61

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jubileumboeken HFC | 2004 | | pagina 65