Kom op HFCéééjjj..! Ton ten Have, de eeuwige supporter Jaap Stork Het is 27 december 2003. Ik sla de bijlage van het Haarlems Dagblad open en mijn oog valt op een sportfoto uit 1957. Het is een prachtig beeld in nostalgisch sepia van de oude, bomvolle hoofdtribune. De foto maakt deel uit van een complete pagina die gewijd is aan de inmiddels 80-jarige traditie van de nieuwjaarswedstrijden tussen HFC en de Oud-Internationals. De foto toont de pontificale "Einzug der Gladiatoren", met doelman Leo Halle als opvallendste blikvanger. Naast hem een glunderende voorzitter Piet van Houten. Maar mijn nieuwsgierigheid wordt getrokken door al die kortgeknipte tribune- koppies daarachter. Herken ik nog iemand? Ikzelf kan daar nooit gezeten hebben. Voor jongetjes van acht jaar was geen plaats in dat heilige houten theater. Net als ik het speuren wil opgeven komt de schok der ontdekking. Te midden van het leger figuranten licht als een gouden munt in het zand het nog jongensachtige gelaat op van Ton ten Have. Daar staat-ie, onopvallend, anoniem, maar hij was er, en is er, en zal er straks in het verre verschiet ook altijd bij zijn, als een schaduw, als een echo. Daar heb ik hem alweer te pakken: de eeuwige supporter. Nu begrijp ik waarom ik ruim een half jaar geleden door een onrustig verlangen werd bevan gen dit boegbeeld van steun-langs-de-lijn niet alleen in beeld, maar vooral ook in geluid voor het nageslacht vast te leggen. Want Antony ten Have zou je voor HFC toch op zijn minst 'The Voice' mogen noemen. Een stem met het klievend ver mogen van de diamant in zijn speld, HFC's hoogste materiële onderscheiding. Antony ten Have Zijn hart en nieren, wit en blauw, Zoals zijn haar en blazer. Voelt noch de regen noch de kou Door de pantalon met vouw. Het boek: Haafcee, Ton: de lezer. Drie letters telt zijn boek, uniek. Hij is ze, voelt ze, zingt ze; Dient de stilte van repliek, C'est Ton qui fait la musique, Op velden, deze, gindse. De droom van Pim, ons HFC, De hoeksteen van Tons leven. Hij kreunt, hij steunt, hij sleurt ons mee, Een baken in 't grauw van de mêlee, Een ijkpunt, vast gegeven. Souffleur met splijtend stemgeluid, Wie oren heeft, die hore, Leeft dicht onder mijn opperhuid. Een supporter, hoeder, therapeut Als Ton werd nooit geboren. 86 1 januari 1957. Henk Pellikaan met bal), Leo Halle en Joop Staffelen betreden het veld. Rechts voorzitter Piet van Houten. In de middencirkel Ton ten Have. Ton ten Have, mevrouw Barf-Rooijers en hond Beau van de auteur.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jubileumboeken HFC | 2004 | | pagina 90