Hoe collectief
is het Collectief?
Nooit hetzelfde liedje, altijd eigen wijs
Joop van Schaik
Midden jaren negentig werd op initiatief van Frits Darlang een idee gelanceerd dat al
spoedig een gezichtsbepalend element zou worden in de kleine 'HFC'er': het
Schrijverscollectief.
Bedoeling was wekelijks kond te doen van 'het wel en wee op HFC' en wel met name
van de verrichtingen van ons keurteam. Wie nu denkt dat de schrijvers van de weke
lijkse column een 'collectief' vormen heeft het duidelijk mis. De scribenten zijn in
het algemeen goede vrienden, lezen het stukje van hun medeschrijvers, maar, zoals
je van een collectief zou mogen verwachten, er wordt nooit enig overleg gepleegd of
vergaderd. Richtlijnen van de redactie ontbreken vrijwel geheel. Het stukje mag
alleen niet te lang zijn. Voorwaarde is wel dat het verslag vóór maandagavond acht
uur aangeleverd dient te zijn.
En dan toch een collectief? Is dat niet wat paradoxaal? Neen. Dat collectieve uit zich
in het gevoel jegens de club. Dat gevoel van sympathie met alles wat er zich aan de
Spanjaardslaan afspeelt. Dat gevoel delen de scribenten en dat vormt hun ijzerster-
ke eenheid, dat maakt hen tot een hecht collectief.
Het schrijverscollectief2003/2004.
V.l.n.r. Ruud Onstein, Bert Bos, Eildert Stuut,
Ignace van Liemt, Bert Vermeer,
Paul Bouwman, Jaap Stork, Frits Darlang,
Willem Padt, Alfred Kuiper en Joop van Schaik.
John Beeren ontbreekt, maar....
hier is-ie dan toch.