(Tf.
Heemstede in de
Franse Tijd III
13
De dominee verzocht om daarvan te worden geëxcuseerd, om iedenen
dat zulks strijdende was met zijn denkwijze. Kij werd daarvoor door
de municipaliteit geschorst. Enige maanden later werd de schorsing
opgeheven. In september 1796 overleed hij.
Met de schorsing van Ds. Rijnink is de municipaliteit buiten z'n
boekje gegacn, De predikant was geen gcmecntc-aitibtenaar en stond
dus niet onder het gezag van het gemeente-bestuur.
De revolutie van 1795 heeft de scheiding uitgesproken tussen Kerk
en Staat.
Men kan niet zeggen, dat het nieuwe gemeente-bestuur van Heemste
de niet ijverig was. Het vergaderde gewoonlijk 4 a 5 maal per maand;
in december '95 negen maal! En zonder presentiegeld!
Het kreeg veak heel andere zaken te behandelen dan de tegenwoordi
ge gemeenteraad. Het moest dikwijls optreden als vader en moeder in
het grote gemeentelijke huisgezin en da onderlinge ruzies van de
kinderen in dat gezin beslechten. Zo b.v. in de vergadering van
4 augustus 1796. "Ordinaire Regtsdag" staat er boven de notulen.
De monnen vergaderden dus als schepenbank en niet als gemeentebe
stuur. Op die vergadering verschenen de burgers Hendrik Knegjes
en Jen Simons als vertegenwoordigers van het burgerlijk armbestuur
en de burger Jan van der Eem,
De twee armbestuurders vertelden het volgende:
Zij waren enige tijd geleden op een avond in de herberg "de Vragt-
wagen" aan ce Zandvaart geweest. Daar was ook Jan van der Eem,
die het armbestuur van Heemstede uitgescholden had eno.a. gezegd:
"Gijlieden zijt slechte armmeesters, omdat gij slecht gehandeld hebt
met het begraven van het lijk van Jans Gijsen". Meer dan een kwar
tier lang hed hij gescholden en op grievende wijze zich uitgelaten