De Gunsteling. VELSEN. Van den heer J. F. Klercq is bericht ingekomen, dat hij aan het verzoek der Kamer om op zijn ont slag aanvrage terug te komen niet kan voldoen. De voorzitter deelt mede, dat hij buiten de agenda om, een verzoek van de N. V. Industrie Mij. Hera te IJmuiden in bespreking wil brengen, om adhaesie te willen be tuigen aan een adres dier Maat schappij en vele anderen aan den Minister van Waterstaat om een betere en vluggere verbinding tot stand te willen brengen tusschen de Noord- en de Zuidzijde der Vis- schershaven, waaraan door de uit breiding der haven groote behoefte is gekomen. Besloten wordt aan dat verzoek adhaesie te betuigen. Na voorlezing der diverse hoofd stukken voor het jaarverslag 1915 wordt de samenstelling van het verslag vastgesteld en goedgekeurd. Over het drukken van het jaar verslag zullen voorwaarden bij ver schillende uitgevers worden aange vraagd. De begrooting voor 1917 wordt in ontvang en uitgaat vastgesteld op f 459.01'. Over de met het Hoofdbestuur der Posterijen en Telegrafie ge voerde correspondentie inzake het telefoonverkeer wordt uitvoerig van gedachte gewisseld, waaruit blijkt, dat men te Santpoort niet één van gevoelen is over een aansluiting aan het net van Yelsen of aan dat van Haarlem. De Kamer had ver zocht aansluiting aan het net van Yelsen, doch het Hoofdbestuur der Posterijen en Telegrafie, dat een ambtelijk onderzoek naar deze be hoefte had ingesteld, meende op grond der gegevens, dat voor Sant poort een aansluiting met Haarlem meer gewenscht was. De heer Kruy mel merkte op, dat men te Sant poort in hoofdzaak opheffing van FEUILLETON. (Herinneringen van een ambtenaar.) naar het Duitsch van H. SüDERMANN. door H. B. (2.) Kamp, wat mankeert je in godsnaam, riepen wij. Ik, noch een der anderen konden zich herinneren den geleerde ooit in een dusdanigen toestand gezien te hebben. Met een diepe zucht zonk hij op z'n stoel terug. Hoe.... was.... de naam.... die je daar noemde? stotterde hjj langzaam. Van Nieberg, her haalde ik. Hij streek de handover zijn voor hoofd en trachte te glimlachen. Zoo, zoo, stamelde hij, ik heb het dus verkeerd gehoordDe naam herinnerde mij aanaan een reisgenoot, die ik op het schip ontmoette tusschen New-Orleans en.... en.... nu, dat doet niets ter zakeik heb me vergist de man, dien ik bedoel heet anders kiyk me toch niet zoo aanik zal de geschiedenis bij gelegenheid vertellen." Wij zagen elkaar hoofdschuddend aan. Hoe langer hij sprak, des te meer raakte hij in de war. 't Ge lukte hem niet, den indruk, die zijn raadselachtige gebaren op ons gemaakt hadden, weg te krijgen. De avond ging om, zonder dat onze vroolijke stemming terugkeer de. Wjj deden alsof het voorval reeds vergeten was, doch de verstolen blikken, die men naar Kamp wierp, zeiden genoeg, hoezeer de oplossing het eigen net wenschte en dat aan sluiting of bij Velsen of Haarlem reeds een groote verbeteiing zou zijn. Besloten wordt aan genoemd Hoofdbestuur te berichten, dat door de Kamer voor Santpoort een aan sluiting aan het net van Velsen het meest gewenscht geacht wordt. Voorts wordt besloten adhaesie te betuigen aan de navolgende verzoeken le. van de Mij. Hera om onder zoekingen naar storingen in het telefoonverkeer, zooveel mogelijk te doen plaats hebben, buiten den tijd van het telefoonverkeer, 't Blijkt n.l. dat men aan de Zuidzijde der Visschershaven meer dan 8 dagen verstoken is geweest van telefonische verbinding. 2e. van dezelfde Mij. aan de H. S. M. om verandering van Treinen loop, met name, om de van buiten te IJmuiden werkende menschen gelegenheid te geven, te ruim 6 uur van IJmuiden te kunnen ver trekken waartoe de trein van 5.55 te vroeg en de trein van 7.15 te laat vertrekt. 3e. van de kuipers en werklieden in het haringpakkersbedrijf aan den Min. van Landbouw om verandering in de door de regeering vastgestelde wijze van haring verpakking, n.l. anders dan alleen in Hollandsche volle tonnen, omdat anders groote werkloosheid in het kuipersbedrijf te wachten is. Uit de besprekin gen blijkt, dat nu reeds door den regeeringsmaatregel een groot tekort aan tonnen is ontstaan, te meer daar Duitschland, waarheen in hoofd zaak de volle tonnen gaan, geen ledige tonnen uitvoert. De heer Reygersberg meent, dat alleen dwang van regeering kan helpen, door de verplichting, dat voor iederen vol uitgevoerden ton, een ledige moet worden terugge zonden. Na afdoening van enkele kleine zaken wordt na rondvraag de ver gadering door den voorzitter ge sloten. Openbare vergadering 1. Ingekomen stukken en mede- deelingen. 2. Verleening van een toeslag op de jaarwedden van sommige ambtenaren. 3. Goedkeuring uitbreiding wegen net ten Zuiden der Visschers haven. 4. Toekenning belooning opmaken rapport financieel beheer Open bare Werken over 1913. 5. Machtiging tot overname der Directie van den straat- en van het raadsel de gemoederen bezighield. Kamp zelf zat zonder een vin te verroeren, met de armen gekruist, de kin op de borst, en keek somber voor zich uit. Soms vertrok zich zijn gelaat, alsof een verschrikkelijke herinne ring hem bezighield. Toen middernacht de vergadering uiteenging, kreeg mijn nieuwsgierig heid de overhand en ik vroeg hem „Wat mankeerde je toch zooeven, kerel? Hij aarzelde, en scheen me te willen ontwijken, doch tenslotte antwoordde hij Laten we samen naar huis gaan". Zoo gingen we dus samen door de stille straten, die door het maanschijnsel verlicht werden. Kamp zweeg en scheen aan alles te denken, behalve wat hij mij had willen zeggen. Kerel, vergeef me, dat ik zoo vervelend ben," mijn gedachten zijn zoo verward. O als je wist, wat er in me omging. Hij zuchtte en 't was alsof hij een beklemd gevoel van zich tracht te af te zetten. Je moet eens weten, wat me binnenkort te wachten zal staan, 't is me of ik geblinddoekt, een af grond tegemoet ga, vervolgde hh. Stort je hart maar gerust uit, zei ik vriendelijk. Hij antwoordde niet, doch bleef staan en nam met een handdruk afscheid van mij. Hier scheiden onze wegen, zeide hij. spreek niet over wat ik je zei. Wel te rusten. Daarmede ging hij heen en ik ke ek nog lang naar de gestalte, die dicht grintweg van Velsen naar Drie huis en Hageveldt naar Sant poort. 6. Crediet herstel en verandering perceel D Velserduinerbuurtweg no. 42 en aanwijzing daarvan als ambtswoning voor den op zichter van den Reinigingsdienst. 7. Instelling der betrekking van Directeur van Openbare Werken en regeling der bezoldiging. 8. Vrijstelling van het in art. 2 dor Bouwverordening bepaalde ten behoeve der stichting van een nieuwen verbrandingsoven. 9. Kwijtschelding van boeten voor te late oplevering der Vissche- rij school. 10. Financiëele besluiten. 11. Aangaan van eene geldleening. 12. Adrèssen: a. van het Centraal jDrankweer Comité omtrent bepaling van een vervroegd sluitingsuur voor vergunnings- en veriofs- localiteiten b. als voren inzake het niet ver- leenen van vergunningen voor een gedeelte van wijk C c. van de afdeeling „Kennemer- land" van den Bond van Ne derlandsche onderwijzers om uitbreiding getal vaste leer krachten school D en vast stelling maximum-aantal leerlingen voor de klassen; d. van de Commissie van Bij stand tot de zaken der Ned. Herv. Gemeente te Santpoort om afwijking van het in art. 2 der Bouwverordening be paalde ten behoeve van den bouw een er pastorie aldaar. 13. Aanbieding der rekeningen over 1915 van: a. de gemeente; b. het bedrijf openbare werken c. de burgerlijke armbesturen. 14. Benoeming van: a. een onderwijzer en eene on derwijzeres aan school A; b. twee onderwijz. aan school B; c. een lid der commissie tot Wering van Schoolverzuim te Veiseroord. 15. Belastingzaken. Ingezonden Mag ondergeteekende U verzoeken om eenige plaatsruimte in uw veel gelezen blad. Waarvoor bij voorbaat- mijn dank. Ondergeteekende is zoo vrij U bekend te maken dat in de plaats onzer inwoning iets gebeurd is, wat volgens mijn bescheiden meening belangrijk genoeg is om algemeen bekend gemaakt te worden. Vooral ook met het doel, om personen, die langs de huizenrij voortstapte. Ik ging na, wat ik van hem wist, doch het was niet veel, en ik wist dan ook niet, wat ik van dit alles denken moest. HOOFDSTUK 3 De beslommeringen, waarin ik, als ambtenaar gemengd was, deden mij Kamp uit het oog verliezen. De tucht, die de nieuwe gouver neur had ingevoerd, overtrof onze stoutste verwachtingen. Reeds in de eerste dagen na zijn aankomst begon hij maatregelen te treffen. Mijnheer de gouverneur wenschte, dat men geen bals van particulire vereenigingen bezocht, dat meD de café's vermeed, waar die vereenigingen samenkomen dat men den loyale pers met raad en daad ondersteunde en zoo ging het verder. Ook de omgang met collega's werd streng geregeld. Zoo de vriend schappelijke toon tusschen de ver schillende rangen van ambtenaren ophouden en plaats maken voor meer vormelijkheid. Ons jongeren viel het lichter, ons onder het nieuwe juk te bukken, dan de oudere heeren, hoewel hij zich ook bij ons zeer gehaat maakte. 't Werd dan ook binnen korten tijd zóó, dat men hem zag aanko men, opzij ging, om hem niet te ontmoeten. Toch had hij zich nooit een barsch woord laten ontvallen, maar allen sidderden we voor hem. Wat mij betrof, ik was nog on- duidener in zijn oog, dan een van de vele cijfers die hij dagelijks neerschreef. Tottot iemand hem op zeke ren dag van mijn artistieke nei gingen vertelde. Toen liet hij mij zich bijzonder verdienstelijk weten te maken in het algemeen belang onzer gemeente naar behooren ge waardeerd en erkend zoude worden. Ik begin dan U mede te deelen, dat naar ik vernomen heb door den Wethouder van Openbare Werken een interessante ontdekking gedaan is; dat namelijk in de plaats onzer inwoning een inrichting ontdekt is dewelke een zeer groot gevaar op leveren kan voor de burgerij, en het een wonder mag genoemd worden, dat niet reeds een groote ramp heeft plaats gehad. Gij zult misschien deDken: „Zou er een geheime werkplaats of inrichting ontdekt zijn geworden, alwaar munten, dynamiet of mogelijk bommen vervaardigd worden, de welke naar een oorlogvoerende mogendheid uitgevoerd, onze plaats en zelfs ons land in gevaar zou hebben kunnen breDgen?" Neen mijnheer, de ontdekte inrichting is nog veel gevaarlijker, er is een nettentaanderij, gelegen op een terrein op de Bik- en Arnoldkade, alwaar gewoon in den zomer, tijdens de haringvisscherij de netten ge taand worden, al reeds sinds 15 jaar in gebruik. Is het wonder, dat na de gedane ontdekking de eigenaar dier inrich ting zoo spoedig mogelijk voor den Kantonrechter werd gedaagd, opdat hij, die zulk een schandelijk bedrijf uitoefend naar behooren zou ge straft worden Echter (o diep vervallen recht spraak in ons vaderland!) gaat de rechter, na de wetten behoorlijk nagezien te hebben, tot de con clusie komeu, dat het houden en gebruiken van, een taanderij vol strekt geen strafbare zaak is en alzoo den eigenaar geen straf kan opgelegd worden. O, wat een teleurstelling, wat moet er in het naar waarheid en recht snakkend wethoudershart zijn omgegaan, dat zulk een persoon niet gestraft werd. Ten slotte geef ik elk te oordeelen en vraag: wat zegt U van het feit, dat iemand al meer dan 15 jaar een inrichting exploiteert, door geen enkele wet of verordening verboden, en nu voor den rechter gebracht wordt, of zouden bier andere fac toren werken, dan het zuivere be lang der gemeente? Ik vraag slechts. tJ mijnheer de Redacteur, dank. P. DE RAADT, Eigenaar eener taanderij te IJmuiden. Lijst van onbestelbare brieven en brieikaarten, waarvan de afzenders onbekend zijn. Terugontvangen in de le helft der maand Juli 1916. BRIEVEN BINNENLAND. 1 H. J. v. Dordt, Bergen op Zoom. bij zich roepen, en hield een soort onderzoek. „Ik heb gehoord, zeide hij, de hand vriendschappelijk op mijn schouder leggend" dat gij u veel met beeldende kunst bezig houdt. „Och, 't is de moeite niet waard mijnheer stamelde ik," ik schilder en boetseer een beetje en schrijf soms een artikel voor het „Week blad der elegante wereld." „Onder uw naam vroeg hij en monsterde mij daarbij van top tot teen. „Ik kan het niet ontkennen, ant woordde ik nog meer verward," ik heb aan niets verkeerds daarbij gedacht." „Waar zou u dat ook," zei hij grijnzend. „Gij hebt talent jonge man en ik hoop, dat je er een goed gebruik van zult maken. De kunst vindt haar loon in zichzelf, niet waar „Zeker, mijnheer of dieantwoord de ik onschuldig. Toen lachte hij schel en gaf mij een teeken, heen te gaan. Sedert dien dag, noemde hij mij „onze jonge kunstenaar" en er klonk een mengeling van ironie en gering schatting in HOOFDSTUK 4. De gouverneur was zonder familie te X. aangekomen en had in het beste hotel kamers betrokken. Hij benutte de zomermaanden om zich een woning te laten inrichten. Hij was getrouwd, hoewel hij voorloopig alleen bleef leven. Men vertelde, dat zijn jonge echtgenoote eene ongekende schoonheid was en zelfs aan het hof daarom gevierd werd. In den herfst zou ze b(j hem 2 Mej. G. Grim, Amsterdam. 3 C. de Jong, 's-Gravenhage. 4 J. A. Porten Mitra, Veldpost in Zeeland. 5 Secr. R.K. Kiesver., Santpoort. 6 J. E. Sluiters, Santpoort. BRIEFKAARTEN BINNENLAND. 7 J. L. Keyzers, Veldleger. 8 P. de Ligt 9 Maarten Messmaker 10 Mej. M. v. Overmeeren, A'dam. 11 Mej. Joh. Peet, Leiden. 12 Mej. N. Pekelharing, Baarn. 13 P. Vonk, Oegstgeest. BRIEVEN BINNENLAND. 1 Johan Flores, Audorp b. Alkmaar. BRIEFKAARTEN BINNENLAND. 2 W. Coelers, le Comp, 11de div. Veldl., Amersfoort. 3 A. Oftman, Amsterdam. 4 J. A. Rozekrans, Amsterdam. 5 M. A. Veenstra, Gorinchem. 6 G. A. F. Zaal, Valkenburg. 't Is waar dat Holland met onze vijanden hechte handelsbetrekkin gen onderhoudt en niet minder waar, dat vele Hollandsche officie ren die hun eigen militaire beroeps plichten bijzonder hoog stellen, van een diepe bewondering vervuld zijn voor de doeltreffendheid van de groote Duitsche vechtmachine. Hier- komen. Verscheidene ambtenaren dachten aan haar. Zelfs ik, die toch voor mijn liefde voor Helene, van zulke dwaasheden bevrijd had moeten zijn, werd door het algemeene verlangen aangetast. Ik merkte 't best, aan den tegenzin, waarmede ik de brie ven aan Helene schreef. Eindelijk ging de mare: „Zij is er"Maar slechts weinigen van ons hadden haar gezien. Op een goeden dag, kregen we uitnoodigingen om op een leest, dat de familie van Nieberg zou geven, te verschijnen. Een schitterend bal, waarin me vrouw van Nieberg de Koningin zou zijn, zou deze periode openen. 's Avonds was ik zeer opgewon den, en met bevende vingers deed ik mijn witte das om. Het was een regenachtige No vemberavond. Een dichte nevel hing in de stad. Van verre straalden mij reeds de helverlichte vensters te gen. Rijtuigen kwamen en gingen. Ik liep aan de overzjjde, daar het ik noodig oordeelde, .mij met mjjn bescheiden kleeding, achteraf te houden. Toen ik stilstond, om, als opnieuw een rijtuig zou aankomen, stilletjes in het huis te kunnen sluipen, ont dekte ik een donkere gestalte naast mij die voortdurend naar de verlichte vensters staarde. Ik hoorde eenig gemompel, dat half een klacht, half een vloek scheen te zijn. Ik trad naderbjj en herkende Kamp. De lichtkronen der feestzaal •wierpen een onzeker licht op zijn gelaat, dat mij ten zeerste veran derd toescheen. (Wordt vervolgd.) Opgebrachte schepen. Naar we uit goede bron vernemen zijn alle naar Engelsche havens opgebrachte Nederlandsche stoom- en zeilvis- schersvaartuigen en hare vangsten voor het prijsgerecht te Londen gebracht. Een uitspraak moet nog volgen. Rijwiel gestolen. Door den heer G. de R. in de Kanaalstraat is aan gifte gedaan dat zijn rijwiel staan de aan den Kanaaldijk, is gestolen. Kamer van Koophandel. Vrij dagmiddag vergaderde in Hotel Nommer Een alhier de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor de gemeente Velsen. Aanwezig waren de heeren Sant (Voorzitter) Mr. van Voorst van Beesd (Secretaris) En- zerink, Slis, Reygersberg Kruymel, Ver woerd, Medik en Rinks. van dsn Gemeenteraad van Velsen op Donderdag 27 Juli 1916 des namiddags 77s uur ten gemeentehuize. Agenda: Buiten verantwoordelijkheid van de Redactie M. de Redacteur! Geachte Plaatsgenooten. Post- en Telegraafkantoor te IJMUIDEN. Post- en Telegaafkantoor te VELSEN. Lijst van onbestelbare brieven en briefkaarten, waarvan de afzenders onbekend zijn. Terugontvangen in de le helft der maand Juli 1916. Een Engelsch oordeel over Neder- land's neutraliteit. Bisschop Bury geeft in „The Nineteenth Century and After" een reeks van indrukken, die hij tijdens een reis door de noordelijke landen van Europa heeft ontvangen. Omtrent Holland's neu traliteit merkt hij op Van de eerste maanden van den oorlog af tot nu toe heb ik altijd de warmste sym pathie gevoeld voor de Nederlandsche Regeering wegens de moeilijke po sitie waarin Holland geplaatst was. Geen der onzijdige landen heeft blootgestaan aan misvatting ave rechtse voorstelling van zaken en zelfs miskenning, terwijl ik toch bij elk bezoek, dat ik ten behoeve van mijn gewoon bisschoppelijk werk aan Holland bracht of wanneer ik onze te Groningen geïnterneerde Marine-Divisie opzocht, de overtui ging ontving dat de Hollanders zich op prijzenswaardige wijze als een voorbeeld van een onzijdig volk ge droegen. Zij waren aan ons Engel- schen, inderdaad door nauwe banden van begrip vei bonden. De ramp spoeden die België overkomen zijn hebben het Hollandsch hart ten diepste bewogen en het kleine koninkrijk verleent aan 250.000 Belgiscne uitgewekenen een onder komen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1916 | | pagina 2