De Gunsteling. Sport. YISSCHERIJ. FEUILLETON. Scheepvaart Uit de (jemeente was ook hier het succes groot. Op dui deljjke wijze werden des namiddags de beginselen en de heerlijke vruchten van de Drankbestrijding uiteen gezet en de bezwaren weer legd: als natuurlijk gevolg van deze meesterlijke rede gaven ongeveer honderd der aanwezigen zich op als gewoon lid, velen hiervan zelfs als geheelonthouder. VOETBAL. A.s. Zondag gaat „Stormvogels naar Alkmaar om een vriendschap pelijke wedstrijd te spelen tegen „Holland" aldaar. Een uitstekende gelegenheid voor de spelers om in conditie te komen voor de a.s, Bekerwedstrijden. Zondag 6 Augus tus zullen de Seriewedstrijden aan vangen. Voor de Bekerafdeeling wordt dan niet gespeeld. „Storm vogels I" speelt dien dag tegen een sterke „Blauw-Wit" combinatie. Voor diegenen welke nog niet of slechts heel weinig met het voetbal spel bekend zijn laten wij hier onder een gedeeltelijke afdruk volgen uit het door de N. V. B. verspreide werkje „Wilt gij weten wat het voetbalspel is en hoe het gespeeld wordt?" Het voetbalspel wordt gespeeld door twee partijen van elf personen, die elk verdeeld worden in 5 voor spelers, 3 middenspelers, 2 achter- spelers en 1 doelverdediger. Voor den aanvang staat iedere partij op een der helften van het terrein. Een der spelers trapt den bal van uit het middenpunt naar voren en terstond begint het spel. De spelers mogen de middellijn overschrijden, nadat de bal een volledige omwen teling heeft gemaakt en de strijd om den bal is in vollen gang Op iedere doellijn is door palen een „doel" aangeduid. Iedere partij ver dedigt het doel, opgesteld op de helft, waar zij bij het begin van het spel stond en tracht den bal in het doel der tegenpartij te krijgen. De 6 voorspelers vallen in hoofd zaak aaD, de deelverdediger en de achterspelers verdedigen, terwijl de middenspelers zoowel aanvallend als verdedigend optreden. Door voortdurend samenspel onderling en met de middenspelers moeten de voorspelers trachten de tegenpartij te passeeren, het doel dier tegen partij te naderen en den bal langs den doelverdediger te trappen. Be halve door trappen wordt de bal herhaaldelijk door „koppen" (stooten met het hoofd) in de gewenschte richting voortbewogen. Het behoeft geen betoog, dat het veel oefening vereischt goed en zuiver te trappen en te koppen, doch nog meer om goed samenspel te krijgen met de andere spelers der partij. Eenige der voornaamste regels zijn nog Trapt een der spelers den bal over een der zijgrenzen, dan moet een der spelers der tegenpartij dezen weder op voorgeschreven wijze in het veld werpen. Wordt de bal over een der doellijnen ge trapt door een speler der aanvallende partij, dan moet een der spelers der verdedigende partij dezen weer in het veld trappen van uit het doelgebied. Gaat de bal echter over de doellijn, na door een speler der verdedigende partij te zijn aange raakt, dan zal de bal worden neer gelegd bjj de meest nabijzijnde hoekvlag en door een der spelers der aanvallende partij in het veld worden getrapt, hetgeen een groot voordeel is, daar zeer vaak van een hoekschop het maken van een doelpunt het gevolg is. (Wordt vervolgd). logs- Zeeongevallenwet eischte vergunning. 1915 ver- (Herinneringen van een ambtenaar. naar het Duitsch van H. Sü DERM ANN. door H. B (3.) Hij was bleeker en magerder ge worden en een verdrietige trek lag om zjjn mond. Kamp had mij niet opgemerkt, want hg mopperde nog steeds in zichzelf en plotseling hief hij de hand op naar het verlichte venster, alsof hij iets van zich afweerde. Toen hield ik het niet langer uit. „Wat in 's hemelsnaam voer je daar uit, Kamp?" vroeg ik, op hem toekomend. H(j schrok hevig en kon geen woord uitbrengen, de hand die hij mjj reikte was ijskoud en sidderde. Hjj dwong zichzelf tot lachen, en met moeite vertelde hij me, dat hij toevallig was langsgekomen en aan gelokt door het bonte gewoel, was hy bljjven staan. „Wie is het eigenlijk, die in ons nest zulke feesten geeft?" vroeg hij ten slotte. „Weet jij dat niet?" „Hoe zou ik dat kunnen weten, ik bemoei me weinig met de men sehen. Ik noemde de naam van den gouverneur, die nu niet de minste uitwerking op hem had. „Zoo, zoo, zeide hij glimlachend, en dan op mijn witte das wijzend „Je bent ook van de partij, zie ik. „Besteld" merkte ik op. Drinken op commando, dansen op comman do an me vervelen op commando. Zooals wij vroeger al eens berichten zijn de schoorsteenmer- ken, de kantoorvlaggen en scheeps namen van alle IJmuider stoom trawlers geregistreerd en aan de regeeringen der oorlogvoerende mo gendheden bekend gemaakt, zoodat op zee dadelijk kan worden gecon troleerd of een vijandig schip niet willekeurig den een of anderen naam heeft aangenomen. De verkochte schepen blijven in verband daarmede tot na den oorlog hun ouden naam dragen en het be kende schoorsteenmerk behouden. De vorige week had de reederij van den stoomtrawler Martha te IJmuiden, welke eerst onlangs door haar was aangekocht, het schip het schoorsteenmerk der overige schepen harer vloot gegeven, doch moest thans, naar men zegt op order van assuradeuren, het oude geregisteer- de merk weder worden aangebracht. (Vissch. BI.) De commandant van de Stel ling van Amsterdam, uitoefende het militair gezag in de gemeente Vel- sen, heeft bepaald dat aan Neder- andsche handels- en visschersvaar- tuigen zal belet worden de haven van IJmuiden te verlaten, wanneer zi| niet in het bezit zijn van de daarvoor ingevolge art. 4 der Oor- Vanuit Rotterdam werd een proef tocht naar hier gemaakt. H. Mulder te IJmuiden werd onder hands aangekocht door den heer D. Ouwehand Az. te Katwijk aan Zee en komt weer in de vaart met den naam Zeemeeuw. KW 41. Vorige week is van de werf van Gebrs. Van der Windt te Vlaar- dingen te watergelaten de stoom- haringdrifter en trawler „Maria Anna Klein", gebouwd voor rekening van de Centrale Visscherij-Maat- schappij te IJmuiden, directeur de heer J. N. Klein. Van de werf van den heer I. S. Figee is te water gelaten het stalen loggerschip „Vischjan II" IJM 299, welk schip is gebouwd voor rekening van de Logger-Maatschap- pij IJmuiden, directeur de heer J. Visser Hz. stuur alle^ patiënten, die voor ver pleging in ziekenhuizen in aanmer king wenschen te komen, zelfstandig worden onderzocht en dat door hem ook geheel zelfstandig wordt beoordeeld, of opname in een zieken huis noodig is. In een overgelegd schrijven van Dr. Westerman wordt door dezen geconcludeerd dat Dr. van der Horst in dezen geen blaam treft, een op vatting, die ieder deskundige chirurg zal bevestigen. B. en W. zeggen zich met de zienswijze van het Schaalarmbe- stuur te kunnen vereenigen en zijn van oordeel dat door Dr. v. d. Horst juist is gehandeld. Zij achten het rnet het armbestuur van veel belang, dat door den geneesheer van dit be Hij legde zijn hand op mijn schou der en zei: „Doe nu niet, alsof je blasé bent, je bent nog jong en vroolijk en kunt ieder onbevangen aanzien. Ik geloof zelfs dat er men- schen zijn, die drie jaar van hun leven zouden geven, nu in je plaats te zijn. Amuseer je. Hij draaide zich om en ging weg. Toen ik hem zag heengaan, kwam de herinnering aan het zonderlinge voorval in de vergadering van „Fra- ter-nitas" weer bij me op. Beston den er inderdaad betrekkingen tus- schen hem en de familie van den gouverneur of gold zijn wandeling een van de jonge dames uit de stad die nu op het bal was? Met het voornemen alle meisjes de revue te laten passeeren, ging ik de breede trap op. Vol bewondering liet ik mijn blik gaan, langs de kristallen lichtkronen, die mij aan een sprookje deden den ken. De dames waren bleek van woede, de heeren schudden geheim zinnig hec hoofd. Hoe kwam een ambtenaar aan het geld voor zulk een luxe? „Is hij rijk? vroeg ik een collega. „Dat moet wel, antwoordde hij. „Zijn vader is failliet gegaan", zeide een ander, die de chronique scandaleuse bijhield. „Eu zijn vrouw?" „Die is al eender. „Zij is de dochter van een mijn eigenaar, die naar men zegt in pO' itieke onaangenaamheden gewik keld is. Plotseling schrok het gezelschap over de vermetelheid van het ge sprek en ging uiteen. Bonsoir, begroette mij mijn collega Robertson, die uit een andere zaal te voorschijn kwam." Al lang hier?" Ben juist binnengekomen, ant woordde ik, doch het gedrang Inderdaad stond een menigte menschen voor ons. Wel baan je een weg, door mid del van je vuisten," fluisterde hij, „ieder oogenblik is verloren, want je brengt den tijd door, zonder haar gezien te hebben. Ik ging zoo goed ik kon door de menigte. Daar stond ze Ik had haar grooter, majestueu zer voorgesteld. Een middelgroote gestalte, een bleek vriendelijk gezicht, met goud blond haar, een wondermooi ge vormde hals het geheel van een onweerstaanbare charme. Zij scheen wat vermoeid door de menigte, die zich om haar heen bewoog en het lachje dat haar ge laat plooide, telkens als een ander aan haar werd voorgesteld was net automatisch. Nu kwam ook ik aan de beurt. Ik voelde hoe ik beefde. De oudste ambtenaar noemde mijn naam. Zij lachte, boogen ik kon passeeren. Haar oogen waren langs me heen gegleden. Maar hoe kon het ook anders. Ik een onbeduidend asses sor en zij een stralende schoonheid. Aan het andere einde van de zaal stond de gouverneur met verschil lende ridderorden op. Hij gaf ons vertrouwelijke wenken, als wilde hij ons in een of ander staatsgeheim inwijden. Hij reikte mij twee vingers, zijner rechterhand, ter begroeting. Het eerst werd gehoord de ma chinist der „Clivia", P. Smoor, die verklaarde om één uur 's nachts van de wacht gekomen te zijn. De machine liep toen volle kracht (9Vs mijl). Later is de stoom ge zakt, maar van invloed kan dit niet op de vaart geweest zijn. Toen get. na de aanvaring in de machine kamer kwam, stond de machine op stop. Den tweeden getuige, den kapi tein der „Clivia", M. de Boer, werd door den voorzitter van den Raad, mr. Cnoop Koopmans, medegedeeld, dat het verhoor ook zal loopen over de vraag of het ongeval te wijten is aan een daad of nalatig heid van de zijde van den gezag voerder. Deze werd daarom buiten eede gehoord. Hij verklaarde, dat er twee ma trozen op wacht stonden. Het was dik van mist. De vaart was 6V2 mijlde trawler was met een la ding visch op weg naar huis. Er werden mistseinen gegevenstoo ten op de stoomfluit van 3 a 4 seconden. Even voof de aanvaring bemerk te get. 1 streek aan bakboord een wit vuur in de lucht, vermoedelijk dus een topvuur. De „Clivia" lag Z.W. t.Z. Het roer werd naar stuurboord gedraaid, een machine werd op achteruit gezet, maar het was te laat, want het schip trof de „Clivia" met een zware schok aan bakboord. Daarna verdween de tegenkomer in den mist. Mistseinen heeft getuige de Boer niet gehoord. De „Clivia" kreeg schade, maar kon haar reis huiswaarts vervolgen. Een der raadsleden merkte op dat 6VS mijl bij mist te snelle vgait is. Er was weinig stoom, daarom stond de telegraaf op volle kracht, waardoor 6]/2 mijl gehaald werd. Het schip loopt onder normale om standigheden 9% mijl volle kracht. Bij de aanvaring werden drie matiozen gewond. De matroos W. G. Koorn, oudste Feesten geven, dat kan de nieu weling. Niet minder, dan dat hij de vroegere gezelligheid, die onder de collega's heerschte, goed te niet kon doen. Moesten zijn feesten dat vergoe den? Het scheen wel zoo. Wij kleine stadsmenschen waren geheel onder den indruk van deze grootsche feest viering. De tafel was uitstekend, de wijnen hadden merken, waarvan we tot heden slechts in boeken gelezen hadden, onze tafeldames praatten levendig, een ieder scheen zich met een gemakkelijkheid te bewegen, waarvan hij tot nu toe geen idéé had gehad. En in dit rijk van licht en leven heerschte de mooie vrouw van den gouverneur, als koningin, van wie een onweerstaanbare bekoring uit ging. Haai glimlach deed het bloed sneller stroomen, haar gefluister was van een buitengewone geest, Doch, of ze sprak, of zweeg, of lachte of ernstig was, steeds leek het mij, of ze niet geheel zich zelve was. Slechts een oogenblikje was het mij mogelijk, dieper in haar wezen te zien. Ik ving een blik op, die haar echtgenoot haar toewierp, een blik stralend van trots en liefde, en toch zoo ijskoud, zoo streng te rechtwijzend. Op mij maakte het tenminste dien indruk. En zijzij moet iets dergelijks gevoeld hebben. Want ze haalde diep adem en drukte de hand tegen de borst, als vocht ze tegen een onaangename aandoening. Het duurde slechts even, het volgende oogenblik reeds wend de zij zich vroolijk tot haar tafel buur. Met verwarde gedachten en bran stoker-machinist, was op de wacht toen de aanvaring plaats had. De telegraaf stond wel op volle kracht, maar er was geen stoom genoeg. De machine maakte nu een goede 80 slagen: als ze volle kracht draait 96 slagen. Vier minuten voor de aanvaring wees de telegraaf volle kracht achteruit aan. Vier minuten deed get. er over, de machine andersom te stellen. De stoom werd door get. afgesloten daarna wilde hij met een hamer den sleutel vau 't quadrant om slaan. De schok wierp get. tegen den ketel, waardoor hij de machine niet op achteruit kon zetten. De matroos G. Luiken verklaarde pas matroos te zijn. Hg is niet gekeurd. Hoe hij doet bij geval van aanvaringen, wist get. niet bijzonder goed. Get. zag wel een topvuur; seinen heeft hij niet gehoord. De trawler liep halve krachtdit deelde de stoker hem dien nacht mede. Getuiges beroep is eigenlijk grond werker; den 19den Juni ging hij naar zee, niet gekeurd voor gezicht en gehoor. Nu werd hem reeds de uitkijk toevertrouwd. De andere matroos C. de Koning, die reeds vier en twintig jaren vaart, stond dien nacht aan het roer. Andere fiuitseinen heeft hij niet gehoord. Van de tegenkomer heeft hij alleen het topvuur gezien. Later, na de aanvaring ook de zijlichten. De telegraaf stond op halve kracht. De inspecteur voor de scheepvaart merkte o.a. op, dat het schip in den dikken mist veel te veel vaart heeft geloopen. Het onderzoek werd hierna ge sloten. Uitspraak volgt later. dende slapen, legde ik mij 's avonds ter ruste. Licht, bloemen en een bonte mengeling van dames en hee ren werden mij in een wilde wan orde voor de oogen getooverd. In gedachten smeekte ik Helene om vergiffenis, dat ik zoo in 't geheel niet aan haar gedacht had, doch wat kan ik daar tenslotte aan doen? „Ze HOOFDSTUK 4. heet Agnes." Met deze ge dachte werd ik den volgenden mor gen wakker. Ik sprong op en slechts gedeeltelijk aangekleed, ging ik aan tafel zitten, om Helene te schrijven, haar vergiffenis te vragen. Ik schet ste haar den avond van den vorigen dag, beschreef de prachtige zaal, de overvloedige tafel, de heerlijke toi letten. Alleen van mevrouw Agnes schreef ik haar niets. Zoodra ik in den brief deze naam wilde schrijven, was mijn hand als verstijfd. Waarom het arme kind ook pijn te doen? Haar, die mij met hart en ziel lief had, en die door de voortdurende twijfel aan een huwe lijk en door verscheidene ontgoo chelingen tijdens onze verlooving reeds zooveel geleden had. Als leerling van de hoogste klasse, had ik mij verloofd met het aar digste bakvischje, dat ooit een schooltasch gedragen heeft. Om eer der mijn brood te kunnen verdienen, had ik mijn artistieke neigingen, die ik reeds van mijn jeugd af be zat, laten varen en was mijn ambte- naarscarriere begonnen, maar ik, dwaas die ik was had niet vermoed, dat deze saaie dienst een nog langer wachten noodig maakt, dan de kunst. (Wordt vervolgd.) Registratie van schoorsteenmerken, Gedeeltelijk teruggevonden. On langs berichten wij dat van den hier thuisbehoorenden zeillogger „De Hoop II" een groot aantal netten was afgestoomd door een paar on bekend gebleven oorlogsschepen. Thans is bij de reederij bericht in gekomen dat circa 70 netten opge- vischt en te Ylaardingen aangebracht zijn door een drietal andere haring- loggers. Verscherpt toezicht op vaartuigen. Vlootuitbreiding. Een groote in Volendam aangekochte botter werd in Zwaitsluis verbouwd en met een Kromhoutmotor voorzien en kwam thans voor den heer H. Muider alhier in de vaart met den naam IJ. M. 59 Betsy". Vorkochte schepen De zeillog ger Charity, IJM 59, van den reeder Drankbestrijding. De afdeeling Velseroord van de Ned. Vereeniging tot Afschaffing van Alcoholhoudende Dranken en de afdeeling IJmuiden van de Ned. Onderwijzers Propa ganda Club voor Drankbestrijding zijn ontbonden, waardoor deze Ver- eenigingen uit het Centraal Drank- weer-Comité zijn getreden. Raadstukken. In gemeenteblad no. 109 geven B. en W. inlichtingen op de klacht van J. de Waal over Dr. A. van der Horst als geneesheer van de Burgerlijke Armbesturen. Ten eerste is er een rapport van het Scbaalarmbestuur, waarin ver klaard wordt dat na de pertinente verklaring van Dr. Westerman aan genomen moet worden dat het oordeel van Dr. van der Horst van niet opereeren juist is geweest. Aanvaring op de Noordzee. De Raad voor de Scheepvaart deed on derzoek betreffende de aanvaring op de Noordzee, tusschen de stoom trawlers „Clivia" IJM 125 (schipper M. de Boer, reederij Maatschappij tot beheer van Steamtrawlers enz-, beiden te IJmuiden) en „Zaanstroom I" IJM 110 (schipper L. Mastema- ker uit IJmuiden, reederij N. V. Maatschappij „Zaanstroom" te Zaan dijk). Gedwongen tot ladingwerping. Omtrent het dwingen van het werpen van een houtlading door een Zweedsch stoomschip vernemen we nader van een logger, die daarvan getuige is geweest, het volgende, 't Was Woensdag den 19den dezer des morgens te ruim elf uur, dat we op 55.15 Noorderbreedte en 1.30 Oosterlengte een Zweedsch stoom schip, waarvan we den naam niet konden onderscheiden, zagen aan houden door een Duitsche duikboot. We zagen een boot over boord zetten van het stoomschip en naar den onderzeeër toeroeien. Na een kort oponthoud, vermoedelijk voor een onderzoek der papieren, zagen we de roeiboot naar het stoomschip terugkeeren en begon men aan boord spoedig met het werpen der deklading hout. Nadat de deklading geworpen was, waarmede geruimen tijd heenging en waarop van de duikboot steeds het toezicht werd gehouden, hoorden westoomwinchen werken en steeds maar meer lading hout over boord werpen, wat zonder dekvuren moest gebeuren. Dit duurde tot 's avonds elf uur. Wat er toen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1916 | | pagina 6