De Gunsteling. FEUILLETON. YISSCHEEIJ. Ingezonden brachten Zondagmiddag een bezoek aan Duin- en Kruidberg. Van de Kon. liedertafel „Zang en Vriend schap" hebben een zestigtal leden van de schoone omgeving genoten. Het gezelschap werd rondgeleid door den tuinbaas. Ten halt vier werd op het bordes gezongen, machtig mooi klonken de liederen in deze luisterrijke natuur. Menig Sant poorter was opgegaan om den zang te hooren. Terzelfder ure werd de Haarlem sche korfbalvereniging rondgeleid door den duinopziener E. Zuiderduin. Een bezoek aan de vallei werd niet vergeten. Wat betreurd moet worden, zegt de Stads-Ed. is dat. de heer J. T. Cremer zich genoodzaakt heeft ge zien, scherper toezicht te doen houden. De wandelkaarten moeten veel meer dan vroeger aan surveiL leerende wachters getoond worden. Baldadigheid is daarvan de oorzaak. Vandaar dat hier en daar meer borden met „Verboden Toegang geplaatst zijn. De hekken van de voorplaats blijven gesloten. En dat om bezoekers, die zich niet behoorlijk weten te gedragen Pastorie. Maandag werd door den landmeter van het Kadaster het terrein voor de te bouwen nieuwe pastorie der Ned. Herv. Gemeente aan den Brederoschen weg afgebakend. Op Spaarnberg. Den 14den dezer brachten ruim 200 kinderen uit de inrichting voor onbehuisden onder leiding van den Directeur, den heer Jonker en diens echt- genoote, met bijstand van eenige geleid(ers)sters, een bezoek aan het gastvrije Spaarnbeig van Mevrouw Wüste, waar zij den dag genoeglijk doorbrachten en door H. Ed. ruim schoots werden onthaald. Op Velserend. Het hotel „Vei serend" kreeg Maandag weer bezoek van schoolkinderen uit Amsterdam. Dezen keer waren het enkel Israë lieten voor welke op de hun gebruikelijke, bijzondere wijze het voedsel aldaar werd bereid. In de nabijgelegen bosschen en duinen werd de dag aangenaam doorgebracht. Gelukkig dat het weder zich nog al goed hield. DRIEHUIS. B.-K. Schoolvereeniging De Voor zienigheid." Evenals voorgaande jaren werd naar de N.H.Ct. bericht ook dit jaar weder eene loterij met daaraan verbonden tentoon stelling en tooneelu.itvoering georga niseerd. Zondagavond had de eerste uit voering plaats. Opgevoerd werden 4 stukjes, waarvan het eerste getiteld: „De (Herinneringen van een ambtenaar.) naar het Duitsch van H. SüDERMANN. door H. B. (6.) Ze wierp een verschrikkelijke blik op haren echtgenoot, doch deze had er niets van gemerkt. Tot mij sprak ze niet meer. Zij kon hare belangstelling voor mij thans niet toonen, doch ze streelde mijn ijdelheid, want het leek, of ze van tijd tot tijd een geheimzinnige blik van verstandhouding naar me wierp. Toen de gasten weggingen zeide ze tot mij: "Wilt U me morgenochtend een bezoek brengen, teneinde onze plannen verder uit te werken. Ik boog zwijgend. De anderen fluisterden iets tot elkaar. Toen ik den volgenden morgen het kantoor binnenkwam, begroet ten eenige collega's me met de woorden „Zoo, zoo de gunsteling van de gouverneursvrouw." En deze naam behield ik. Hij gaf me een schijn van glorie, die niet spoedig verbleekte. Mijn afdeelings- chef behandelde mij vertrouwelijk en de bedienden deden de deuren voor mij open als ik aankwam. O, wat heb ik dit gunstelingschap eens vervloekt! Wat een lijden, wat een vertwijfeling heeft het me ge kost, toen ik aan den rand van het verderf stond! In den namiddag, toen ik weer naar Helene schreef, kwam Kamp Betuwsche Nicht", een blijspel in 3 bedrijven; daarna een pantomine, waarna pauze werd gehouden. Deze gelegenheid werd benut voor het houden van een tombola zonder nieten, mede ten bate der school vereeniging. Na d9 pauze werden wederom twee stukjes opgevoerd, getiteld: „Slachtoffers" en „Wie ben ik?" Het geheel werd zeer goed ver tolkt, ofschoon het voor velen geen gemakkelijke taak was. Dat deze uitvoering in den geest van het talrijk opgekomen publiek viel, kon men het best bemerken aan het applaus bij elk der bedrijven. Zondag 20 Augustus zal wederom eene uitvoering plaats hebben. Vischvervoer naar Duitschland. De berichtgever te IJmuiden der Stads Ed. schrijft: Onlangs verscheen in verschillen de bladen een bericht, waarin ver meld werd dat door de Duitsche Staatsspoorwegen 40 particuliere vischwagons in dienst gesteld waren voor het vischvervoer uit Neder land naar Duitschland. Deze zouden met motoren uit gerust zijn om het water in de wagens in het belang der levende visch steeds stroomend te houden. Het bericht leek ons wel heel vreemd toe, wijl de wagens in zoo'n groot aantal toch wel van de voornaamste vissdhershaven in Nederland zouden afrijden en de visch, welke van hier verzonden wordt nooit levend wordt aange bracht. Wij hebben echter afgewacht om de wagens eens te bezichtigen en van de bijzonderheden der inrichting een beschrijving te geven. Tot' heden kwam er van deze wagens niet één in het vischstation alhier aan en wij hebben ons der halve om informatie gewend tot een der voornaamste vischexpor- teurs naar Duitschland, de Deutsche Dampffisschereigesellschaft „Nord- see" alhier, die in Duitschland ruim 40 wagens voor eigen gebruik en vervoer van de aan voer plaats harer vloot naar de verschillende filialen had. Het blijkt ons nu dat het bericht tot meer bescheiden afme tingen moet worden teruggebracht. Genoemde Maatschappij had de Duitsche regeering verzocht hare 40 wagens welke bij het uitbreken van den oorlog gerequireerd waren voor andere doeleinden, weer ter beschikking te mogen hebben voor het beiangiijk transport harer visch- verzendingen van uit IJmuiden. De regeerir.g willigde het verzoek gedeeltelijk in en gaf over 16 visch- wagens de vrije beschikking terug. Deze rijden nu doorloopend, tus- binnen. Stoor ik je. vroeg hij. Neen in 't geheel niet, ant woordde ik, mijn schrijfmap sluitend Zwijgend met groote stappen liep hij mijn kamer op en neer. Ik sloeg hem aandachtig gade. Zijn borst hijgde. Hij scheen een zwaren strijc te voeren. Hij bleef dicht voor mi staan. i Jij was bij haar?, stoote hi plotseling uit. Ik knikte. Zij heeft je met onderscheiding behandeld op ongehoorde wijze. Aan de table d' hote spraken twee col lega's van jou nergens anders over. En daaraan heb ik het te danken, dat je me een bezoek komt brengen? Hij zweeg. Een oogenblik later zeide bij, terwijl bij mijn beide handen vast hield Beste vriend, ik heb een on waardige rol voor je gespeeld. Daar moet een eind aan komen. Ik durf er geen woord over te zeggen en dat is voor mij een voordurende kwelling. Ik moet je vragen, wat ze doet, hoe ze spreekt, wat ze zegt. Jij bent de eenige, die in ver binding staat tot haar en mij. En nu voor den dag er mee. Heeft ze jou of heb jjj haar mijn naam genoemd? Ik schudde het hoofd. Ook als ze dat gedaan had, zeide ik, zou ik mij er voor gewacht hebbeD, over je te spreken. Ik zou de vraag ontweken hebben, als ze er over begonnen was. En waarom dat. Omdat ik niet graag spreek over iets, waar ik in 't geheel niets schen IJmuiden eenerzijds en de Duitsche stations anderzijds. De inrichting is, hoewel zeer prak tisch, toch niet zoo luxueus als be schreven. Het zijn koelwagens met dubbele wanden, waartusschen ijs wordt gestort tot behoud van de kwaliteit der verschillende visch- soorten, welke los in de bedoelde wagens wordt opgestapeld. Van de wagens met moderne waterbassins en motoren is dus in het geheel geen sprake. De onderhandelingen met Engeland. De Visscherij Courant schrijft: De deputatie welke reeds de on derhandelingen in Engeland voerde, vertrok reeds of zal een der vol gende dagen weer naar Londen vertrekken. Gelijk bekend bestaat deze depu tatie uit de heeren Den Duik (van de firma Jac. Den Duik en Zonen), Hub. Dirkzwager en Parlevliet (van N. Parlevliet te Katwijk aan Zee). Aan deze heeren is toegevoegd iemand, aangewezen door het N.O.T. bestuur. Naar wij wel meenen te weten is Me mogelijkheid niet uitgesloten dat de Commissie reeds direct re sultaat bereikt. Wij achten ons verplicht er op te wijzen, dat ons andermaal is ge bleken dat Engeland teh opzichte van onze visscherij geen vijandig standpunt wenscht in te nemen. De Engelschen en de neutrale ha- ringvisscherij. Kopenhagen, 9 Augustus. (Wolff.) National Tiden- de verneemt uit Kristiania: Naar uit Bergen wordt gemeld, hebben de Engelschen indertijd voor de levering van kolen en vischgerei aan Noorsche visschers zeer strenge waarborgen geëischt. De Noorsche visschers, die bij IJsland haring visschen, moeten zich verbinden, hun heele vangst aan Engeland te verkoopen tot een prijs van 45 kronen per vaatje. Evenwel weige ren nu de vertegenwoordigers van de Engeische regeering, de haring tegen den prijs te koopen, dien zij zelf hebben bepaald. Omtrent dit bericht wordt aan de Kölnische Zeitung uit Kristiania geseind Noorsche hariDgvissehers, die aan de IJslandsche visscherij deelnemen, hadden zich moeten verbinden, hun vangst slechts aan Engeland te ver koopen en wel tegen bepaalde maximum-prijzen. Nu hebben zij zich tot de Noorsche regeering ge wend, aaDgezien Engeland weigert, hun vangst tegen die door Engeland ze:f bepaalde maximum-priizenj| te koopen, zoodat groote ladingen ha ring voor rekening van de verkoo- pers in Noorsche havens opgeslagen moeten worden. vanaf weet. Je zult alles weten. Het is beter voor haar, zoowel als voor mij. Kom vanavond naar me toe, als je niets beters te doen hebt, ik ben nu niet in staat er veel over te zeggen. Ik ging met hem mee, op straat troffen wij de gouverneur aan, die Kamp met scherpen blik monsterde en daarna mij van ter zijde spot tend aankeek. Zoo, zeide mijn vriend, die de vuisten gebald had, nu kom jij vast iD het zwarte boek. Ik lachte witjes, ik dacht onwil lekeurig aan mijn verloofde. HOOFDSTUK VIII. Dokter Kamp bewoonde de bo venste, donkere verdieping van een huis, dat niet ver van den botani- schen tuin verwijderd was. Toen ik de steile trap opklom, viel het mij in, dat ik hem, hoewel ik tegenwoordig veel met hem om ging, nog nooit een bezoek had ge bracht en het verheugde mij, dat hij me dit verzuim nooit kwalijk genomen had. Hij ontving mij in een zeer groote studeerkamer, waar in het midden een reusachtige tafel stond, die aan een ouderwetsch billard deed denken, en die beladen was met microscopische praeperaten, reageerbuisjes en allerlei schaal tjes. Door een groene hanglamp werd deze tafel spaarzaam verlicht, de rest van het vertrek was in ge heimzinnig half duister gehuld. Welkom in mijn rijk, hoorde ik zijn stem uit de duisternis achter in de kamer zeggen, terwijl zijn gestaite in een blauwachtig vlam metje zichtbaar werd. De bemanningen der opgebrachte schepen. Reuter seint uit Londen: Naar wij uit gezaghebbende bron vernemeD, schijnt in Nederland eenig misverstand te bestaan over het lot van de bemanning van de Nederlandsche visschersschepen, welke voor het Britsche prij zenhof zijn gebracht. De Britsche regeering is niet voornemens eenigen hinderpaal in den weg te leggen van hun terug keer naar Nederland en instructies zijn gegeven om hun te veroorloven aan land te gaan, wanneer zij willen, om naar huis terug te keeren. Opgebrachte schepen. Van de IJmuider Visschers vloot zijn naar Engeische havens opgebiacht de volgende schepen: Logger Vesta, IJM 286, schipper J. Haasnoot, reederij N.V. Nereus, directeur de heer Kleinbrink (Bloe mendaal). Logger Maria Johanna, IJM 318 reederij Visscherij-Mij. Kennemer- land. (Verwoerd en v. d. Klauw) Logger Pluto, IJM 248, schipper M. Vrolijk, reederij Maatschappij Pluto, directeur de heer C. de Vries, YM 295 De Goede Hoop, YM 250 Prosper van de Maatschappij Pros per, directeur C. de Vries. Hierdoor bedraagt het aantal op gebrachte schepen 101, waarvan uit IJmuiden 20. Daaronder zijn stoomtrawlers. Verkochte schepen. De als stoom korder ingerichte sleepboot Concordia uit Harlingen is naar het buitenlanc verkocht. Het vaartuig heeft thans de visscherij beëindigd en vertrok van IJmuiden naar Groningen om aldaar eene vertimmering te on dergaan. Buiten verantwoordelijkheid van de Redactie Ondraaglijke Voogdij. M. de Redacteur Met klimmende verbazing heb ik het geschrijf van den Heer L. Ke! der in uw nummer van 12.8.16 on der bovenstaande titel gelezen, en ongetwijfeld met mij allen, die eenig benul hebben van de beginselen der sociaaldemocratie en de houding der S. D. A. P. ten opzichte van den om ons woedenden wereldbrand Zooals wij dat van syndicalistischen kant gewend zijn loopt het scherp zinnig schriftuur over van vage aantijgingen aan het adres der moderne arbeidersbeweging en der S. D. A. P. De eerste zal stellig het antwoord niet schuldig blijven en zelf den scribent op zijn num mer zetten. Wat de S. D. A. P betreft zou ik waarlijk in gemoede Wat voer je daar in vredes naam uit riep ik verwonderd. Doe je aan geestenbezwering. De geesten van het verleden antwoorde hij, trachtend op mijn scherts in te gaan. Kijk tusschen deze twee kasten in mijn keuken tusschen die mijn eetkamer ging hij voort. Ik slaap in de kamer daarnaast, daar is ook mijn biblio theek. Zie, zoo, nu ken je mijn „home" zoo wat. Ga zitten, de thee is klaar. Het leek mij, alsof ik bij een alchmimist of andere duivelskun stenaar was, zoo vreemd zag alles er uit. Wat zit er toch in die geheim zinnige kasten vroeg ik. Zij vormen de grootste schat die ik bezit, en de eenige. Ze be vatten een van de beste tertaria van Europa, met buitengewone ijver verzameld, een halve eeuw lang. Ik erfde het van een mijner lee raren, professor Kernman, je kent zijn naam wel. Ik geloof dat ik hem onlangs nog heb hooren noemen. Heel waarschijnlijk, antwoordde hij en hij lachte geheimzinnig. Weet je niet meer waar dat was Maar enfin, in deze kasten is de flora van Canada, die van Madagascar, voor zoover men er voor twintig jaren was doorgedrongen. Maar er is nog iets merkwaardigers bij. Tusschen deze twee kasten, waar we nu theedrinken, heb ik twee winters lang, avond aan avond door gebracht met Agnes, de tegenwoor dige gouverneurs-vrouw Van Nie- berg. Meermalen hebben we hier zitten schemerenIn dat hoekje den inzender^willen'raden, eens te trachten te begrijpen waarover hij schrijft, aleer hij zich op dit voor hem blijkbaar te glibberige pad waagt. Ik tart hem man en paard te noemen ten bewijze van zijne bewering, dat het den kopstukken der S. D. A. P. er om te doen is, Nederland naast Duitschland in den oorlog te betrekken en de Neder landsche arbeiders te laten ver moorden door dito Engeische. In het neerpennen van dergelijke walge lijke laster is men, wij weten het allang, in het syndicalistische kamp vaardig genoeg, maar als het er op aankomt de stukken op tafel te leggen, staat het er anders voor. Ijs ben daarom werkelijk nieuwsgie rig, dé bewijzen te vernemen voor de aangehaalde enormiteit. Voor zijn eigen' bestwil hoop ik, dat de heer L. K. mijn raad zal opvolgen en eens eehe studie maken van het onderwerp, waarover hij zich in een min gelukkig oogenblik heeft laten verleiden, zich te uiten, en dan zou ik hem willen adviseeien, eens de rede te lezen, door Troelstra gehouden op het jongste Internatio nale Congres te 's-Gravenhagever der zou hij eens aan een goeden vriend het „Weekblad" ter inzage kunnen vragen en daarin de diverse polemieken en artikelen van de „kopstukken" der S. D. A. P. over den oorlog lezen; 't is wel wat zware kost, maar de heer K. heeft blijkbaar „ambitie"! Als hij dan daaruit eenige bepaald voorliefde voor eene der strijdende partijen bij enkelingen meent te kunnen afleiden, dan toch zeker niet in de door hem bedoelde richting. Als hij het tegen deel er uit leest ben ik benieuwd naar zijne motieven. Doch de S.D.A.P. als organisatie staat vrij van alle betrokken par tijen, daarvoor, U zegt het terecht, mijnheer de Redacteur, is zij te nuchter. En juist, omdat zij ons land buiten den oorlog wil houden, stemde en stemt zij toe in de mobilisatiecredieten, opdat ons land zoo sterk mogelijk sta naar beide kanten. Dit moge een zekere groep in den lande, die ons graag tegen Duitschland zagen optrekken on aangenaam zijn, maar het Neder landsche volk is met de S.D.A.P. te nuchter om voor dergelijke avonturen warm te loopen. Of, -is het heele artikeltje soms een laag-bij-de-keldersch ver kiezingstrucje om de S.D.A.P. in opspraak te brengen bij de kiezers van IJmuiden? Onmogelijk is het niet, want de syndicalisten zijn er heelemaal niet vies van den strij denden arbeiders een knuppel tusschen de beenen te gooienmaar de heer K. heeft dan toch wel een heel laag denkbeeld van zijn publiek! Heusch, mijnheer K., die IJmuide- naren zijn ook erg nuchtere lui en hebben we ons verloofd, onze ver- looving in het hout der kast gesne den en romantisch als we waren de snede met ons bloed gekleurd Het heeft niet veel geholpen zooals je ziet. Een pauze volgde. Nu herinner ik mij ook, waar ik de naam van je leeraar gehoord heb, men noemde die mij als de eigen naam van Mevrouw van Nie- berg. Is zij de dochter van den lee raar Neen, zijn nicht, de dochter van zijn broer. Deze man is te X in de rekening van mijn leven, dien ik vereerd heb als een afgod en dien ik nu haten en verachten moet. Doch luister Ik had gedurende mijn gym nasium en studententijd vrijwel armoede geleden, toen de professor een prijsvraag uitschreef over de samenstelling van schermbloemen. De prijs bleef vooreerst nog geheim. Ik werkte dag en nacht en.won de prijs. Bevend van opwinding stond ik op het vastgestelde uur in zijn studeervertrek, waar ik voor het eerst van mijn leven deze kasten zag. Hier zou ik vernemen wat ik gewonnen had. Het doet me genoegen, dat jij iet bent, die de overwinning be haald hebt, zeide hij mij, de hand drukkend, want ik heb je allang gadegeslagen niet alleen, maar ook je werk gewaardeerd. Zie je die kasten daar? Die bevatten het werk van een menschenleven. Wordt vervolgd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1916 | | pagina 2