De Gunsteling.
gauw een deken om het lichaam te
slaan en vluchtte toen de straat op,
waar de buren de vlammen wisten
te blusschen, doch pas nadat het
lichaam zulke brandwonden had
bekomen dut de vrouw naar het
ziekenhuis vervoerd is.
VELSEROORD.
Geref. Kerk.
Onze plaats breidt zich, wat
bevolking aangaat, steeds uit. En
natuurlijk houdt alles daarmede ge
lijken tred. Zoo is de Geref. Gemeen
te uitgebreid en moest de kerk
vegroot worden. Naar aanleiding van
die vergrooting heeft de voorgan
ger, de heer Brederveld, gistermor
gen in de godsdienstoefening daar
over een bijzonder woord gesproken,
en wel over de woorden, in den
steen van den voorgevel gegrift
„Dat Uwe oogen open zijn nacht en
dag, over dit huis" 1 (Kon, 8: 29).
Eigenaardig is wel de historische
bijzonderheden van de steen te ver
melden. In 1867 werd door eenige
Amsterdamsche heeren hier op de
heide een school en een gebouw
voor Evangelisatie neergezet, ten
dienst van de menschen, die werk
ten aan het graven van het Noord
zeekanaal. Genoemde steen werd
daarin gemetseld. Men meende dat
de gebouwen na voltooiing van het
werk wel weer afgebroken zouden
kunnen worden.
Integendeel kwamen zich steeds
meer menschen vestigeD. Een nieuwe
school werd toen noodig, waarvan
de heerVermeulen 45jaarlang Hoofd
is geweest. Bij de afbraak van het
oude gebouw was de steen niet ver
loren geraakt, doch door den heer Ver-
meulen opgeborgen. Toen de Geref or,
meerden later een kerkgebouw zet
ten aan den Rijksstraatweg, is de
steen daar weer ingemetseld. Tot
dusver had men vergaderd in een
oudon geitenstal aan de Kalver-
straat. Nu kreeg men een flink kerk
gebouw. Dit gebouw is later ver
kocht en kreeg toen een heel andere
bestemming, n.l. van café (het tegen
woordige Tivoli). Eenige leden der
EEÜILLETON.
Geref. kerk hebben verkregen dat
zij den steen mochten uitbeitelen,
en toen voor eenige jaren het thans
vergrootte kerkgebouw werd gezet,
is de steen daarin geplaatst. En de
voorganger hoopte dat de steen een
maal ook zou prijken, als een teeken
van Gods trouw en zegen in het
nieuwe kerkgebouw. Want al is het
tegenwoordige kerkgebouw flink
ruim en groot, men heeft nu reeds
plannen voor een geheel nieuwe
kerk. Daarvoor werd Zondagmor
gen en wordt geregeld gecollecteerd
SANTPOORT
VIS8CHEE1J.
(Herinneringen van een ambtenaar.)
naar het Duitsch
van H. SüDERMANN. door H. B.
(7)
Op bergen en in ravijnen, in de ijzige
koude van N.-Amerika zoowel als in
de brandende hitte van de tropen heb
ik verzameld, steeds maar verza
meld, zonder er aan te denken het
materiaal te ordenen. Sterf ik, dan
heeft dit alles geen waarde meer.
Doch mijn kracht is niet toereikend,
dat groote werk alleen tot stand
te brengen. Wil je mijn assistent
worden
Tranen van vreugde welden in
mijn oogen op, mijne ellende zou
eindigen.
Twee dagen later kwam ik bij
hem inwonen.
Ik vond er een liefderijk huis en
de kinderlooze lieden waren een
vader en moeder voor me.
Twee jaren van rusteloozen ar
beid gingen voor bij, tot op een
morgen de oude leeraar bij me kwam
en mij zeide:
...Er is niets aan te doen. Je
moet heengaan. Het eentonige van
dit werk schaadt, je ontwikkeling
ga dus de wijde wereld in, anders
wordt je als een worm, die onder
verdorde bladen heen en weer
kruipt. En dat zou ik niet op mijn
geweten willen hebben. Mijn jongste
broer, die een ware Croesus is,
schrijft mij zooeven, dat hij voor
zijn dochter een onderwijzer noo
dig heeft, en hij stelt me voor,
daartoe een mijner leerlingen te
Van de Werf „De Hoop" des
heeren J. J. Bodewes te Pannerden
liep Woensdag met goed gevolg te
water de geheel van Siemens-Mar-
kiezen. Dus u weet,watje te doen
staat. Je zult er alles luxe us vinden
ingericht. Er zijn palmenkasseu en
een schitterende tuin, zoodat je je
ook practisch wetenschappelijk zult
kunnen ontwikkelen. Vooruit, pak
je koffer, over een jaar kom je
weer terug.
Ja, kerel, als een paradijs deed
toen het leven zijn poorten voor
mij open en het was een waarachtig
lustoord, waar ik voortaan zou ver
blijf houden. En de fee daarin, het
schuwe, grillig wilde kind, dat was
mijn leerlinge. Het duurde lang eer
ik haar kon leiden.
Als ik haar van zachtmoedigheid,
of van geduid sprak, dan hief ze
het hoofd op, en lachte den preeker
uit. Haar kindermeisje wist geen
raad met haar, evenmin als haar
vader, die ondanks dit zielsveel van
haar hield. Haar moeder was over
leden. Noodgedwongen had ik zelf
een leermethode bedacht. Zou die
geen succes hebben, dan zou ik
weer heengaan, want om tot speel
bal van een bakviscbje te dienen,
daarvoor vond ik mezelf te goed.
Op een morgen, toen mijn lestijd
zou beginnen, nam ik mijn hoed
en botaniseertrommel en zeide
Ik heb vandaag geen idee, om
thuis les te geven, Agues, ga mee,
dan zullen we in 't bosch planten
bestudeeren.
Vroolijk sprong ze op. Dat was
iets anders, dan in huis te zitten 1
In het bosch renden we als dollen,
stoeiden en lachten.
U is een goede speelmakker"
zeide ze en stak mij haar bruin
gebrand pootje vertrouwelijk toe.
Langzaam wandelden we verder,
we botaniseerden en ik, liet haar
tinstaai gebouwde motorlogger
„Noorwegen" YM 292. De afmetin
gen van dezen logger zijn 26.50 M.
lang, 6.60 M. breed en 8.15 M. hol.
Het vaaituig is jvoorzien van een
Steywal Standard ruwoliemotor van
45 E.P.K. De logger is gebouwd voor
de Visscherij Mij. „Europa" alhier.
De kiel werd gelegd voor een
stoomharingdrifter, afmetingen 37
X 6.60 X 3.50 M.
Van de scbeepsbouwweif van
de firma J. D. Brouwer te Haarlem
is met goed gevolg van stapel ge
loopen de stalen zeillogger welke
voor rekening van den heer J. Vis
ser Hz. te IJmuiden werd gebouwd
Het schip zal binnenkort naar
IJmuiden vertrekken om te worden
uitgerust.
De Stct. (No. 192) bevat de uit
spraken van den Raad voor de
Scheepvaart betreffende
a. het stranden van den stoom
trawler „Walvisch" IJM, 113 (be
trokkene Corn Conijn, schipper op
de IJM. 113);
b. de aanvaring tusschen de
stoomtrawlers „Clivia" IJM. 125 en
„Zaanstroom" I IJM, 110 (betrokken
M. de Boer, schipper op de IJM.
125, en L. Mastenmaker, schipper
op de IJM. 110.
Scheepvaart
Uit en naar zee passeerden in
deze week een gelijk aantal (47) sche
pen als in de vorige week.
I'd gezonden.
verdachtmaking.
Beleefd verzoeken wij een weinig
plaatsruimte ter bespreking der
beweringen van den heer Kelder,
waarvan U reeds zoo terecht aan-
de planten determineeren. Ik ver
telde haar van den prijs, die ik
gewonnen had, en wijdde haar in
de geheimen van de schermbloemen
in. Vroolijk en hongerig kwamen
we tegen etenstijd thuis. Het kin
dermeisje keek me eigenaardig aan
en de heer des huizes schudde
verwonderd het hoofd. Maar toen
ik hem tegen den avond liet zien,
hoe zijn dochter bezig was, planten
te ontleden, begreep hij mij en
drukte me de hand. Den volgenden
dag deed ik iets dergelijks en van
toen af, was ik geheel vrij te doen,
zooals het mij goeddacht.
Zoo voedde ik haar op.
Maar ik werd zelf ook opgevoed.
Haar vader, een idealist, schepte
er behagen in, dat wij 'n drang naar
vrijheid gevoelden. Hij was een
zoon van het volk en was het
steeds trouw gebleven, hij vocht
voor zijn rechten, en door hem
leerde ik het leven kennen. Hij
vertelde mij van het streven zijner
partij. O, dat was een prachtige
tijd. Ik vereerde hem, zooals een
jODge man slechts vereeren kan.
Het jaar verliep, een zomer en
een winter. Toen schreef mijn oude
professor dat hij zich zwakker voelen
ging en vreesde, zijn werk niet te
kunnen voltooien. Ik moest terug
en bedroefd ging ik weg. Ik had
Agnes niet vaarwel kunnen zeggen,
want bij het afscheid was ze nergens
te vinden. Dit verwonderde mij ten
zeerste.
Opnieuw ging ik aan het werk.
Onder zwaren arbeid gingen het
voorjaar en de zomer omals
één lange dagMaar ik kon het
binnenshuis niet meer uithouden
en de vrouw van de professor be
gaf dat deze niets anders dan een
verdachtmaking waren van de
S.D.A.P. en van „Volharding".
Nu is het allerminst onze be
doeling ons tegen deze verdacht
making te verweren. De heer Kelder
en zijn vrienden worden sinds jaren
door geen ander doel bezield dan
af te geven op de S.D.A.P. en de
moderne vakbeweging. Die pret kan
men hun gunnen, beide hebben er
al bitter weinig last van.
Slechts willen wij nu met een
enkel feit aantoonen, op welke
wijze d9 heer Kelder te werk gaat,
om zijne aantijgingen zweem van
bewijs te geven.
Hij las in „Het Volk" van 31 Juli
dat de „Moderne" vakbeweging aan
de Nederlandsche Regeering den
eisch had gesteld„Dat de Neder
landsche visschersvloot door onze
oorlogsschepen zou worden gecon-
voyeerd".
Stel je voor, roept de heer Kelder,
dat deze eisch ware ingewilligd dan
had het geen 24 uur geduurd, of
we hadden moeten vechten tegen
Engeland.
De heer Kelder wekt hier den
schijn, alsof door ons om convooi
verzocht was, tegen de Engelsche
maatregelen, terwijl hij zeer goed
weet, dat zulks niet het geval is.
Ter bereiking van dit doel maakt
de heer Kelder hier gebruik van
een schriiffout van de redactie van
„Het Volk".
In „Het Volk" van 31 Juli staat,
ter weerlegging van de bewering
van den heer Kelder in andere bla
den geuit, dat „Volharding" pro-
Duitsch is, het volgende:
„Dat „Volharding" en haar blad
niets tegen DuitscLland mogen o
durven, is voldoendtMveerlegd door
hetgeen ca de „lubantia" geweld
daad in „De Uitkijk" is geschreven
alsmede door den eisch onzer vak
organisatie aan de Regeering, dat
zij onze visschersvloot zou laten
convoyeeren. Bepaald pro-Duitsch
was dat niet."
leder voelt, dat het woord vis
schersvloot hier fout was en er moest
staan koopvaardijvloot. En ieder be
grijpt, dat het convoyeeren werd
verzocht niet tegen Engeland, maar
tegen het torpedeeren, hetgeen door
Duitsche duikbooten geschiedde.
En de heer Kelder vooral weet
zulks heel goed, omdat ook in
„De Uitkijk" van 1 Augustus over
deze kwestie wordt geschreven, nog
wel aap zijn adres, en daar duide
lijk staat:
„Volharding" is pro-Duitsch
Kelder vertelt het en voegt-
er bij
Haar protest is eenzijdig, het
gaat niet tegen de Duitsche
duikbooten.
Toen echter van 't voorjaar
de torpedeeringen zeer sterk
waren verlangde „Volharding1
meikte met schrik, dat ik van week
tot week magerder en bleeker werd
Op een Octoberavond zat ik alleen
in de studeerkamer, en in een donker
hoekje, tusschen de kasten, droomde
ik van den bloeienden, zonnigen
tuin, die ik nooit vergeten zal. Ik
dacht aan den heerlijken zomer,
aan de warm trillende lucht...
Plotseling werd de deur openge
daan en met een kreet van vreugde
sprong... Agnes op mij toe en om
helsde mij.
Ze was grooter en mooier ge
worden, ik had haar in de scheme
ring nauwlijks herkend.
O, ik ben toch maar een kind,
zeide zij, geschrokken over hare
vrijmoedigheid.
Neen, ze w&s geen kind meer,
dat had ik aan het kloppen van
mijn hart gevoeld, tijdens hare om
helzing.
Haar oom en tante waren in de
deurpost^ verschenen en staarden
haar ontzet aan.
Zoo, en nu blijf ik bij ul
zeide ze kortweg, terwijl ze haar
hoed en shawl afdeed. De blonde
lokken vielen over hare schouders,
't Was mij ofj een zonnestraaltje
door de sombere kamer speelde.
Nu blijf ik hier en geen kracht
is in staat mij weer weg te krijgen.
Bij u, tantetje, zal ik logeeren en
dokter Kamp begiDt me morgen
weer les te geven. Neen, nu dade
lijk, nu!
En ze ging als een weetgierig
meisje aan mijn tafel zitten.
Het oude echtpaar kon slecht
aan de onrustige gast gewennen,
maar 't duurde niet lang, of de
frissche jeugd, die van haar uit
straalde, drong ook tot in hunnen
van de Nederlandsche Regee
ring om aan Koopvaardijsche
pen convooi met oorlogsvaar
tuigen te verleenen".
Dat de heer Kelder ;nu toch nog
in Uw blad, zoo tegen de hem be
kende feiten in, een valsche schjjn
poogde te vestigenhet is
jammer voor hem.
Onzerzijds zouden we daar niet
tegen ingaan, ware het niet, dat
dergelijk optreden het belang jder
Noordzeevisschers en van allen die
bij deze visscherij bestaan vinden
zeer sterk schaadt.
Want men kan Engeland niet
beter stijven in zijn optreden tegen
de Hollandsche vloot, dan door te
gaan vertellen, dat degenen die er
hier tegen protesteeren pro-Duitsch
zijn.
En daarom was het noodig de
onwaarheid der lichtzinnige bewe
ringen van den heer Kelder, nopens
onze Jpro-Duitsche gezindheid, even
aan te toonen.
Wij zijn noch pro-Duitsch, noch
pro-Engelsch. En allerminst zijn wij
oorlogzuchtig. Wij achten het slechts
onze plicht, tegen onrechtmatige
daden, van welke vreemde mogend
heid dan ook, onze stem te ver
heffen.
Hoogachtend.
JOH. BRAUTIGAM,
Secretaris der Nederlandsche Zee-
m ans-Vereeniging Volharding".
Rotterdam 16 Augustus 1916.
SPOET.
Yeel belangstelling was er 1.1.
Zondag voor de wedstrijden. Er is
van mooi spel te genieten geweest.
Allereerst zullen wij de bekerwed
strijden maar de revue laten pas-
seeren.
De eerste wedstrijd in deze af-
deeling was Schoten—V.V.A. Een
forsche doch fair gespeelde wedstrijd
met zeer mooie oogenblikken. Beide
partijen waren om beurten in de
meerderheid. Deze spannende wed
strijd eindigde in een gelijk spel
(11). Na loting kwam Schoten in
de volgende ronde.
De grootste belangstelling gold
natuurlijk de wedstrijd Stormvogels
R. C. H. Stormvogels verscheen
met 2 invallers, terwijl R. C. H. met
een zeer sterk, veel sterker elftal
als verleden jaar verscheen.
Stormvogels speelt eerst met den
wind in den rug, doch succes was
niet te behalen. De R. C. H. voor
hoede weerde zich ook geducht en
bracht het Stormvogelsdoel meer
malen in gevaar, doch deze bleek
geregeld op haar plaats. Met rust
is de stand nog 00. Nu Storm
vogels tegen den zeer sterken wind
in moest spelen, hadden wij niet
meer op een overwinning gerekend.
oude harten door. Om den dag te
vullen, kreeg ze ook les in schil
deren en zingen of in talen. Doch
ik had gemaakt, dat ze het schemer
uurtje bij mij moest zijn.
Zoodra de zon was ondergegaan
werd er aan mijn deur geklopt. Ik
deed dan, of ik druk bezig was,
maar wel een half uur van te voren
had ik niets uitgevoerd en slechts
gedroomd
Dan gingen we tegenover elkaar
zitten in het donkerst hoekje en
we spraken over geleerde, ernstige
dingentotdat de glans van
haar oogen in de duisternis werd
opgelost. Dan zei ik
Tot morgen, juffrouw Agnes.
Ze placht me dan een kus te
geven en verdween.
Zoo werd onze liefde voortdurend
sterker, zonder dat ik, zonder dat
zij er idéé van had
Toen we op Kerstavond weer bij
elkaar zaten, zeide zij:
Weet U, dokter, waarom ik zoo
plotseling naar hier ben gekomen?
Nu?
Omdat ik mijn verlangen naar U
niet meer kon onderdrukken.
Zeg niet zulke vreemde dingen,
Agnes, zeide ik afleidend. Maar ik
voelde mijn bloed sneller stroomen,
mijn slapen kloppen.
Neen, neen, U moet me gelooven
ik heb me zoo veiveeld, toen U
vertrokken was. Ik zei papa den
eersten dag al:
Ik geloof dat ik den dokter zou
willen volgen, hem weer opzoeken.
Wat ik toen voelde, dat kan je
je indenken. Maar ik beheerschte
me. Want ik was haar onderwijzer
en de vriend van haar vader.
(Wordt vervolgd).
Aan de gevolgen overleden De
arbeider B., die in 't laatst van Juni
op de papierfabriek zich zoo vreese-
lijk bezeerde, is dezer dagen na een
zwaar lijden bezweken.
R. K. Bouwvereeniging. Op ini
tiatief der afdeelingen Velsen en
Velseroord van den Ned. R. K. Volks
bond wordt hier tot verbetering der
volkshuisvesting eene R. K. Bouw
vereeniging opgericht meldt de N.
H. Ct. Tot leden van het bestuur
zijn gekozen: voor Velsen de hee-
ren Jac. Zuurbier, J. Kalf en J. L.
Harsveld; voor Velseroord de hee-
ren J. Th. Verzijlberg, N. J. Aris en
Ant. van de Corput.
Drankbestrijding. De Geh.-Onth.-
Ver. „Velsen en Omstreken" heeft
benoemd tot afgevaardigde in het
Centraal Drankweer-Comité den heer
IJ. J Reitsma, alhier.
De Chr. School. De Chr. Nat.
School alhier zal vergroot worden.
Er zullen drie nieuwe lokalen bij
gebouwd worden. Deze komen
achter de bestaande school.
Winkelsluiting. In eene ver
gadering der Vrijz. Kiesvereeniging
„Burgerplicht" met leden en intro-
ducées gehouden den 17e dezei,
verklaarden het grootste deel der
aanwezigen en vooral de neringdoen
den zich tegen de verplichte 9 uur
winkelsluiting. De bijeenkomst was
slecht bezocht.
Haringvisscherij. Bij de St.-Ct,
van 18 dezer zijn gevoegd de sta-
stuten van de N. V. Haring Vis
scherij „Willempje" te IJmuiden,
Het kapitaal bedraagt f 20.000, in
aandeelen van f 1000, alle volgestort.
Opgeprachte schepen. Bij de
reederij „De Spurn III" alhier is
telegrafisch bericht ontvangen, dat
haar logger Anna Sophie, YM 254
den 17en dezer naar Northshields
is opgebracht.
Hospitaal kerkschip. Het Hos-
pistaal-kerkschip „De Hoop" is
Maandag hier van ,de Visscherij
teruggekeerd.
Nieuwe schepen. De vorige
week vertrok van de Werf „Concor
dia" fa. Seijmonsbergen te Amster
dam, de stalen motorlogger „Cor-
nelis de Boer Jr." YM 268, op eigen
kracht naar IJmuiden. Door den
reeder, den heer Osendarp, is na
afloop der proefvaart direct een
tweede motorlogger met eenzelfde
motor besteld.
Nieuwe schepen. Op de werf
der Arnhemsche Stoomsleephelling
Maatschappij zal binnenkort de kiel
worden gelegd voor een stoomtraw
ler voor de IJslandsche visscherij,
te bouwen voor de N. V. Visscherij
Maatschappij Praxis, alhier welk
schip den naam Pltyaden zal dragen
De Raad voor de scheepvaart.
Scheepvaart beweging. In de
afgeloopen week kwamen alhier
binnen 20 stoomschepen en 1 motor
schip, of 1 schip, minder dan in
de voorafgaande week.
Wrak gepasseerd. Het hospitaal
kerkschip „De Hoop" is thuisvarende
op 55 gr. 24 m. N.B. en 2 gr.'44 rh.
O.L. een wrak van een verlaten
zeilschip gepasseerd. Het schip lag
te diep onder water om naam of
andere bijzonderheden te kunnen
lezen.
Buiten verantwoordelijkheid van de Redactie.
Bekerwedstrijden „Stormvogels."