Yoortpzette opta ïerealerii De Grunsteliug. IJmuider Courant FEUILLETON. AGENDA. Predikbeurten. Ingezonden Uit de Gemeente, Visscherij. 2e BLAD. 25 OCT. 1916. DONDERDAG. Boaz-bank, Visseringstraat 12, 7—9 uur. VRIJDAG. Gemeenteraad, ten Raaahuize half twee. Specialiteiten-voorstelling7gebouw Cycloop, 8 uur. IJMUIDEN Ned. Hery. Kerk. Woensdag, 8 uurBijbellezing, Oude Kerk. Vrijdag, 7V2 uuv: Bijbellezing, Chr. School, Breesaap. van den Gemeenteraad van Velsun op Vrijdag 27 Oct. 1916 des namiddags 11/3 uur ten gemeentehuize. Nog te behandelen punten der Agenöa. 5. Vaststellin g of goedkeuring der volgende bf jgrootingen voor 1917 a. der gemee nte b. van het be drijfOpenbareWerken c. van het 'Gasbedrijf. d. van de "Waterleiding. e. der Burgerlijke Armbesturen. f'. der Kan ïer van Koophandel en Fabriek en. g. der Co mmissie van Plaatselijk School toezicht. 6. Verhcjoging maximum van den Hoof'Jelijken Omslag. 7. Aamgaan kasgeldleening Aan de agenda worden de volgende punten toegevoegd 7a. Voorstel van de leden A. J. Gerritsen en J. van der Steen tot nadere regeling van den toeslag op de jaarwedden en beloomngen van sommige amb tenaren en werklieden (Gemeen tebladen nos. 180 en 208 van 1916). 7b. Bespreking eventuëele gunning bouw school H. te Velseroord. Buiten verantwoordelijkheid van de Kedactie Geachte Redactie. Onder het opschrift: „Foto's in een étalage," geplaatst in de St. Editie van Woensdag 18 Oct. 11. en door U overgenomen en geplaatst in de IJmuider Courant van Zaterdag 21 Oct. 1.1. zoude ik gaarne eenige op merkingen maken. (Herinneringen van een ambtenaar.) naar het Duitsch van H. Sü DERM ANN. door H. B. (15) Ik kende de eigenaardigheden van den gouverneur maar al te goed, en op het bureau had zijn willekeurig gaan en komen velen een koorts achtigen angst op het lijf gejaagd. Maar dat hij ook thuis zoo deed... En waarom nu...? vroeg ik aar zelend. „Waarom deze manoeuvre Zij lachte. Opdat, als de bediende hem bij zijn terugkeer rapport over mij moet uitbrengen, uw lang bezoek geen opzien baart. Vertel dat aan uw vriend en hij zal weten hoe het er mede staat. Zegt U hem dat ik hem van ganscher harte bedank voor zijn belangstelling, maai dat er voor ons geen hoop meer is Ik ben als een gedresseerd dier dat kunstjes moet maken, als zijn meester het verlangt. Zooals een poedel zijn voorstellingen geeft, zoo moet ikrepresenteeren. Repre- senteeren, dat is het vreeselijke woord, waarmede hij me kwelt, on der heete tranen heb ik het moeten leeren, ik lach als het verdriet mij de keel als 't ware dicht snoert, ik praat, als de vertwijfeling zich van me meester maakt, ik vlei, als ik de grootste antipathie gevoel, ik ben een kunstenaar op mijn gebied ik zie met gesloten oogen, ik hoor als ik slaap, ik heb zelfs mijn droo- Een luitenant, de Heer P. A. Steegers liet zich (met vrouw en zoontje) bij mij fotografeeren. De foto's, vier proeven, waren niet naar zin, waarop Z. E. G. mij beloofde te zullen overposeeren, waaraan door hem niet is voldaan. Toen hem nu een quitantie van f 5.— voor die vier proeven werd aangeboden, werd geweigerd te betalen en ont ving ik de foto's terug. Nu werd nogmaals beloofd over te fotografeeren, waarvan weder niets kwam. Nadat ik dus al het mogelijke gedaan had, die zaak in der minne te schikken, en mij dat niets baatte, werden de foto's geëtaleerd, waarop, na klagen door den luitenant bij de politie, door deze proces-verbaal werd opgemaakt, waarop ik ze zelf uit eigen initiatief uit de étalage nam. Gaarne zag ik dus inzake l>Dt stukje van het kantongerecht d^e veranderingen aangebracht, zoodat beter nog de werkelijkheid aan het licht komt. U mijnheer de Redacteur beleefd voor de opname dankend. Achtend, Uw dw., S. VAN DER ZIJL. De arbeidsregeling in het havenbedrijf. Geachte Redactie. Vertrouwende op uwe medewer king in het belang van een groote groep havenarbeiders, ben ik zoo vrij eenige plaatsruimte te vragen in uw blad, voor onderstaande rege len, daar U door het plaatsen hier van medewerkt om een tipje op te lichten van den sluier, die zooveel ongerechtigheden, gekonkel en ge knoei onder zich verbergt, n.rn. de arbeidsregeling aan de kant, hopende dat dit schrijven oorzaak zal zijn, dat eindelijk eens wordt ingegrepen in het belang van eenige honderden havenarbeidera, die sinds jaren de dnpe zijn van een groep egoïsten, die het stelsel huldigen: ieder voor zich, en God voor ons allen, en die vele arbeiders nopen hun arbeiders eer af te leggen, omdat op fatsoen lijke wijze voor hen geen stuk brood te verdienen is. Het klinkt on gelooflijk maar die twijfelt aan de waarheid mijner beweringen, ga een poosje 's nachts mede naar de kant om getuige te zijn van de walge lijke tooneelen die zich daar afspe len. Het voorspel speelt zich af achter de bittertafels, want vele volkaannemers, liefhebbers van een prop, hebben meer te drinken dan te eten. dank zij de royaliteit van de hunkeraars op een bootje. Die niet drinkt, maar niet vies is van een fooitje vindt op dat terrein lief hebbers genoeg, en die met de hand op het hart verklaart daar nooit aan mee te doen, behooren tot een groep die op bevel van de patroon in de vaste ploeg behooren, omdat men gedresseerd, opdat ze niets verraden, van wat er in mij omgaat. En dat alles heeft hij gedaan, hij met zijn vreeselijke blik, die mij tot een willoos werktuig maakt... Maar hoe is het mogelijk?... Vraagt U dat niet, zei ze, terwijl ze met de handen een afwerend gebaar maakte. Alles wil ik U zeg gen, doch dat eene niet. Uw vriend mag denken, dat ik trouweloos ben, ik moet het zwijgend aannemen. Het noodlot heeft het gewild, zeg ik. Wij vrouwen zijn fatalisten, en verroeren ons niet, als een sterkere ons vernietigt. Zeg uwen vriend dat de mededeeling, die hij mij heeft doen toekomen mij zeer, zeer gelukkig heeft gemaakt, en dat ik mij, nu ik weet, dat hij niet boos op mij is, rustiger gevoel in zijne nabijheid. O, wat ben ik bang voor hem geweest, ik dacht dat hij slechts hier was om mij te straffen, me nog ellendiger te maken, 't Was of hij de doodenhand naar mij had uitgestrekt, want ik weende over hem, als over een doode.... Haar stem en hare geheeie ge stalte sidderden. O, wat een avond gisteren, ging zij voort, ik ril als ik er aan denk. Ik lette voortdurend op U. U waart onrustig, u wilde met me spreken. En toen kwam de brief, wie zou hij het eerst aanzien als hij opkijkt vroeg ik mij af. De blik was voor mij, en ik wist dat de brief van hem was. En wat stond er nu toch in Ik heb er niets van gelezen, want toen ik zijn handschrift zag, kwam er een waas voor mijn oogen, en ik viel in zwijm. Laat mij dien blief eens zien? Ik overlegde. Was het niet on- zij zich leenen voor een jantje van alles, zich disponibel stellen voor reserve matroos, stoker, enz. voor een habbekras allerlei werk ver richten en zoodoende tamelijk vrij staan van de aannemers. Is er een boot van een reeder die één ot twee trawlers in de vaart hebben, dan ziet gij het iliustre schouwspel, dat al dat soort aan- uemertjes elkaar opsnorren om op deze wijze zooveel trawlers te los sen ais mogelijk is. En als wij dat gehad hebben, kunt gij nog een schadelijke uit was aan de arbeidregeiing ontwaren. Zoo zijn er aannemers, die denken hun christenplicht te vervuilen door alleen hen een stuk brood te bezor gen, die zijn gezicht laat zien in de kerk, en verscheidene arbeiders bezoeken de kerk om deze redenen, want zijn in hun handel en wandel net zoo min christelijk als een twee en veertig centimeter kanon. Nog een misselijke vertooning speeit zich bijna iederen nacht af aan de kant. Zoo kunt ge waarne men dat het een voorrecht is ge boren te zijn op de plaats waar zoo menig aannemev het levens licht aanschouwde en dan zijn er die de gelukkige bezitters zijn van een heele reeks zwagers en neven, die op alle mogelijke en onmogelijke manieren in de boot geprakkiseerd worden, en behalve deze schunnige praktijken, mag Jan of Piet helpen lossen, omdat zijn dochter bij mijn heer dient, kantoren schoonhoudt enz., en zoodoende voor vader of broeder een goed woordje heeft ge- gedaan, en bij de tegenwoordige schaarste aan dienstboden en werk sters spoedige resultaten bereiken. Dan... maar laat ik ophouden, 't is meer dan genoeg, schier elke nacht beleeft men wat anders, en de hooge losloonen zijn oorzaak, dat er zoo vele doopceelen gelicht worden en zoovele arbeiders altijd weer onver- richterzake naar hu s toe keeren; want als allen die één van boven genoemde eigenschappen bezitten, van een boot voorzien zijn, en daar zijn 's nachts heel wat trawlers voor noodig, dan is hij aan de beurt die vrij is van al die smetten, met gevolg, dat hij minstens vier a vijf nachten voor niemendal aan de kant vertoeft, en na uren vergeefs wachten op een mogelijke laatkomer, zooals de oude Sleeser dat uitdrukt, maar weer in de kotter gaat, om overdag nog maar eens te trachten een dagloontje te snappen, en dan nog te moeten constateeren, dat hij, die bijna iederen nacht een boot lost, hem overdag ook nog het gras voor de voeten wegmaait, omdat vele lossers overdag vast werk hebben in de vischbal, in de pak huizen, enz. enz., en alleen in bijzondere drukke dagen er voor den lossen arbeider nog wat te bescharrelen is. verstanoig Kamp's gemoedstoestand voor haar te onthullen Het spijt me zeer, zeide ik,„ ik heb den brief niet bij me." O, dat is dom van U, maar zegt U mij dan tenminste wdt er in stond. Hij wenschtte U te spreken. Zij sprong op en zag me met vlammende oogen aan. Dat nooit, zeide ze. Hij vraagt het U door mijn be middeling, hij smeekt het U, het gaat om uw geluk, om uw toekomst. Mijn geluk en mijn toekomst heb ben met hem niets te maken, riep ze het hoofd fier oprichtend, ik heb niets meer dan dit weinigje vrouwe lijke waardigheid wil men mij 'dat nog ontnemen? Hij acht mij, verzekert U mij, wil hij, dat ik deze achting niet meer waard zal zijn Gelooft hij, mij straffeloos te kun nen naderen, omdat ik in mijn angst voor hem, mij aan een vreemde blootgaf O, ik voel het, ik heb ver keerd gedaan. Dat U nu hier is, hier, achter den rug van miju mau, dat is een wroeging, die ik voor mezelf nooit weer zou kunnen goed maken, dat hij gebruikt maakt van mijn zwakheid dat doet mij bitter pijnDat is het ergst van alles 1" In 's hemelsnaam, mevrouw...! En wat kan hij mij te zeggen hebben? verlangt hij opheldering, dat kan ik hem niet geveD, verlangt hij rekenschap, die ben ik niet hem, maar mezelf vetschuldigd wil hij mij aan verloren geluk herinneren en mij nog ongelukkiger maken Niets van dat alles, mevrouw, hij wil niets voor zichzelf, het gaat hier om een opdracht, die hij ge kregen heeft, een volmacht „Wie heeft hem opdrachten, vol- En al deze menschen zijnschrik niet lezers, georganiseerd in diverse organisaties, die niet ongaarne pronken met een groot aantal leden (alsof het alleen maar op het kwantum aankomt). En al die belangenmenschjes zuilen, zoo lang als het kan, halen wat er te halen is, ten koste des noods van hun vak-, partij- of klassegenoot, maling hebbende aan rede of menschelijkheid. Zij zijn oorlogswinstmakers in het klein, met een dorst naar meer, als zoo menig groot kapitalist. En dat de toestand ongezond is, getuige het manifest wat kort geleden aan de kant verspreid word, uitgaande van een commissie, die aanhieven de eisch, verbetering onder alle om standigheden, desnoods met of zonder medewerking van de orga nisaties, want zoo kan het niet langer. En die commissie, bestaande uit een bestuurslid en leden van verschillende organisaties, waren toch zeker wel doordrongen van de futloosheid hunner bonden. En de resultaten van die poging om een betere werkverdeeiing? Och, wat mag men verwachten van zoo'n groep kantschuimers, die op boven genoemde schunnige wijze dikke weekloonen verdienen? Niets na tuurlijk, en zij zullen zoo lang als het kan er voor waken, dat die wautoestand bestendigd blijften wee hem, die daar verandering in wil brengen. Maar diep treurig is het, dat de arbeidsregeling aan de kant berust in handen van aannemers (de enkele goede niet te na gesproker) die op zoo'n schandelijke wijze omspringen met het lot van een groote groep arbeiders, die op eerlijke wijze hun brood wenschen te verdienen, en het werd door een arbeider onlangs zoo juist uitgesproken: Er zijn 2 groepen van havenarbeiders; de een rijdt in een open cales en de ander kan zijn huishuur nauwlijks betalen. Verandering moet er komen, zoo kan het niet langer, en elke ver andering is een verbetering, en elke dag langer instandhouding vau zoo'n rotte toestand, zijn even zoo vele slagen in het aangezicht van de havenarbeidersorganisaties, maar wie zal de kat de bel aanbinden Wie durft? U, Mijnheer de Redacteur, beleefd dankende voor de opname in uw blad, EEN HAVENARBEIDER. Ontspanningslokaal voor visschers. Door het Centraal Drankweer- Comité in den gemeente Velsen is aan de reeders ie Ymuiden de vol gende circulaire gezonden. Op een der laatste-Vergaderingen machten te geven, waarmede ik iets te maken kan hebben „De eenige die daartoe bevoegd is" zij week een stap achteruit en staarde mo ontzet aan. „De eenige, die... daarLoe... Over wien spreekt U „Over uwen vader Ze zonk op een stoel neer en barstte in snikken uit. „Staat U op, mevrouw",verzocht ik, de hand zacht op haar schouder leggend. Zij sidderde bij deze aanraking en stond langzaam op. Ze zag doods bleek. „Ik zal komen, zeide ze toonloos. Ik boog. „Ik zal komen herhaalde, ze maar de verantwoording is voor hem. „Hij zai die met genoegen op zich nemen. Gaat u nu heen. Maar welke plaats en tjjd Ik weet het nietik ben hier vreemd, later, later I Als ik tot me zelf ben gekomen. Kemt U de eerste ODtvangavond bij me, dan zal ik het U zeggen... Maar gaatu nu heen. Ik boog nog eens en ging naar de deur. Dan hoorde ik haar kleederen achter me ruischen, zag in het half duister hare gestalte me achterhalen en voelde hoe haar beide handen de mijne vasthielden. Ze vleide haar hoofd tegen mijn schouder. Ik beefde, de geur van heur haar bedwelmde me Mijn vriend, mijn goede, goede, vriend fluisterde ze en het volgend oogenblik stond ik betooverd door geluk buiten. Hoofdstuk XIII. Ik was nu dieper in de intrige van het Centraal Drankweer-Comité in de gemeente Velsen werd bepleit de wenschelijkheid der oprichting van een Algemeen Ontspanningslo kaal voor de opvarenden der Vis schers vloot te Ymuiden. Algemeen was men op onze Ver gadering van oordeel, dat aan zulk een gebouw te Ymuiden groote be hoefte bestaat. Vooral de jongelieden en de ongehuwden onder de opva renden vinden te Ymuiden weinig gelegenheid tot ontspanning. Maar al te dikwijls wordt deze dan op andere plaatsen gezocht, waardoor het vaak gebeurt dat de opvarenden onder den invloed van sterken drank aan boord komen. Hoe anders kan dat zijn, als een iliuk gebouw met verschillende lokaleu, b.v. biljartzaal een zaal waar zij rustig kunnen converseeren of verschillende spelen kunnen beoefenen, hun de noodige afleiding kan bezorgen. Op onze Vergadering is de op merking gemaakt, dat de Visscherij in dezen tijd buitengewoon gunsti ge uitkomsten oplevert en dat het daarom wel mogelijk zou zijn dat de reeders voor bovengenoemd doel wildeu bijdragen. Terecht werd opgemerkt, dat, mocht zuik een gebouw verrijzen, daarmede een monument gesticht zou worden, een waardige herinnering aan dezen droeven en grooten tijd. Wij komen thans tot U met het vei zoek of U dit schoone doel wilt heipen verwezenlijken? Over het plan willen wij gaarne nader spre ken Wanneer wij voldoende blijken vau instemming mochten ontvan gen, zou een Vergadering belegd kunnen weiden, waarop deze plan nen nader besproken en een Com missie van Uitvoering, voor deze zaak benoemd kon worden. De opgebrachte stoomtraiclers. Hedenmoigen zijn van de drie naar Dundee opgebrachte IJmuider stoomtrawlers de Eendracht I en Oceanic ie IJmuiden teruggekeerd. De gezagvoerders verklaren niet te weten, waarom ze opgebracht zijn. Ze zijn met hun schepen niet in het afgezette gebied geweest. Aan boord van de Eendracht I werden zes man van een Engelsche torpe dojager geplaatst en het schip eerst naar Leith en vandaar naar Dundee opgebracht. De gevangen visch werd tegen goede prijs verkocht. De behandeling in Engeland is zeer goed geweest. De Hercules komt volgens bericht visschende naar IJmuiden terug. Aangekocht. De heeren Boon, Goedhart en Roggeveen alhier heb ben aangekocht den stoomkorder „Heemskerk" Y.M. 5 van de Mij. Beheer verward, doch ik suste door mijn aangeboren lichtzinnigheid mijn ge weten in slaap. Kwam ik trots dit alles tot besef van het verkeerde mijner handelwijze, dan behoefde ik maar even te denken aan de woorden„Mijn vriend, goede, goede vriend, om opnieuw gewa pend te zijn. Met ongeduld vei beide ik den ontvangdag, die mij de beslissing zou brengen. Waar nu de vrouw van den gouverneur, onder bewaking der bedienden verkeerde, des te nieuwsgieriger werd ik, naar de middelen, ene zij zou vinden, om de gewaagde onderneming tot een goed eind te brengen. Ik toekende snel eenige schetsen opdat ik een voorwendsel zou vin den, in een hoekje halfluid met haar te spreken, ai geloofde ik nau welijks, dat ze bij haar besluit zou bijjven Zoodra ik de salon binnentrad viel me op dat er een gedrukte stemming heerschte. Er moest iets bijzonders voorgevallen zijn. Me vrouw Agnes ontving me met een koel glimlachje zooals het haar paste en drukte mij de hand. Ge lukkig, er was niels bijzonders merkbaar. Des te ernstiger en waardiger scheen me den gouverneur toe. Hij keek somber voor zich uit, zijn mond had zich tot een smartelijk lachje vertrokken. Hij hield mijn hand laDg in de zijne. Het was of twee lijdende menschen, die een gemeenschappelijke vriend verloren hebben elkaar begroeten. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1916 | | pagina 5