De Gunsteling.
FEUILLETON.,
Uit de Gemeente.
VISSCHEKU.
Het werk was uitgestald in deruime
en fraaie zaal van Concordia en
spreker acht een woord van hulde
en dank aan bet bestuur van Con
cordia voor het afstaan der zaal en
de medewerking, ondervonden.
Spreker dankt ook den heer Schilp
voor de uitnemende schikking van
't geheel en de fraaie versiering
waardoor zelfs een feestelijk aanzien
weid verkregen.
Daarna verklaarde de heer Kleef-
stra de tentoonstelling voor geopend
en hoopte dat velen deze nog zouden
komen bezichtigen.
De expositie was hetbezien alles
zins waard.
Hoewel voor 't eerst, valt het werk
der leerlingen te prijzen. Er waren
fraa'e stukken bp op 't gebied van
meetkundig, projectie- en machine-
teekenen.
Het. woord van dank, door den
Voorzitter aan den leeraar, de heer
Helleman, gebracht, was dan ook
zeker verdiend.
Dat nog velen het belang van
dezen cursus mogen begrijpen.
SANTPOORT.
Herinneringen van een ambtenaar.)
naar het Duitsch
van H. SüDERMANN. door H. B.
(34)
Ze. schrok merkbaar. Hemel wat
zie je er slecht uit, riep ze, mij
aanziend. Ik heb me dus niet vergist.
Het tooneelspelen heeft je ziek
gemaakt.
Ik brak in lachen uit.
Je maakt me angstig, Adolf!
zeide ze, Heb je een ongeluk
gehad.
Hoofdpijn heb ik anders niets.
Blijf wat ligtren, ik zal dat
kussen wat opschudden.
Ze deed. het, bedekte me met een
oude mantel, en gaf me een kus op
het voornoofd.
En doe me nu het genoegen,
verbazend hongerig te zijn, ik zal
je namelijk biDnen je eigen muren
een middagmaal bereiden, ons eerste
Adolf.
Endaatste misschien, mompelde
ik, mijn vuisten onder den mantel
ballend.
Wat zeg je?
Niets, niets ik ben er slechts
blij om!
En ikZe deed haar hoed en
sluier af en biDg haar mantel op.
Ze deed een handdoek als schort
voor en keek me gelukkig aan.
Toen snelde ze naar de keuken.
Even later hoorde ik mijn hospita
keer op keer de trap op en afstom
melen. Ze was waarschijnlijk met
'de inkoopen belast. Duurde niet lang
dat 2 mannen in haar huis waren
binnengedrongen en een geldkistje
met inhoud, dat aan haar man toe
behoorde, hadden weggenomen. Later
was gebleken, dat bekl. zich zelf
't geld had toegeëigend en 't kistje
had weggeworpen. In deze zaak
eischte 't O. M. een voorwaardelijke
veroordeeling voor den tijd van 2
maanden met een proeftijd.
De stoomtrawlers Olympic en
Majestic, die nog steeds te Harlin-
gen liggen, worden, zoo meldt men
ons, daar gelicht om vervolgens
binnendoor naar Delfzijl te vertrek
ken.
De dóór den heer S. C. L.
Reijgersberg aangekochte zeillogger
Sri Ranau MA 174 is in het Vis
scherijregister overgeschreven met
den naam Stormvogel TM 364.
of de tafel was gedekt, en een dam
pende terrine soep stond op mijn
plaats.
Kom eet, Adolf, zeide zij, ter
wijl ze trachtte mij op te richten.
Ik weet niet, of de soep goed is,
want ze is uit het hotel hiertegen
over, maar voor de eotelette kan
ik instaan, die heb ik zelf gebraden,
Adolf.
Tranen, der ontroering stonden
in hare oogen.
Arm meisje!
Nu, lang kan het niet meer
duren, het zal altoos zoo zijn, ging
ze voort, terwijl ze de soep opdiende,
als men zulks goede relaties heeft
als wij! O,ja, ondeugd, je had me
nog niet eens van je geluk verteld.
Welk geluk?
Ja, als men zoo intiem met
de familie van zijn hoogste chef
omgaat en de gunsteling wordt ge
noemd, gaat-het goed vooruit! Wat
zet je een leeiijk gezicht.
Smaakt de soep je niet dat dacht
ik wel. Nu, als i,k ze kook zal ze
wel beter zijn.
Ik streek haar over de hand. In
gelukkige stemming babbelde ze
verder.
Als je niet zoo lief voor me
was, zou ik misschien jaloersch
zijn op haar.
Toen Lize, je weet wel, de doch
ter van den onderambtenaar, mij
van je beschermster vertelde, hoe
je de tableaux vivants met haar
ïebt gearrengeerd en vaak lang
met elkaar gefluisterd had, kon ik
mevrouw van Nieberg de blauwe
oogen wel uitkrabben, waarmede
ze- je zoo vertrouwelijk moet heb
ben aangezien.
Maar toen viel het me in, dat
gehouden buitengewone algemeens
vergadering van aandeelhouders
der N.V. Zeevisscherij „Sri Ranau"
is tengevolge van het aftreden van
directeur en commissarissen, tot
directeur benoemd, do heer S. C. L
Reijgersberg te IJmuiden, terwij
nieuwe eommissarissen zullen wor
den benoemd in de eerstvolgende
algemeens vergadering.
De logger Catharinus VL. 24
heeft Maandagavond alhier aange
bracht de bemanning van den Noor
schen bark Telefoon, welk schip 26
April op weg van Frederikshald
naar West-Hartlepool door een Duit-
sche duikboot in brandgestoken is
Na ruim een etmaal in de boot ge
zeild te hebben, werd de bemanning
door den logger opgenomen.
al zou ze duizendmaal mooier, ele
ganter en geestiger zijn als ik, ik ben
toch Helene, niet waar? En nie
mand zal ooit jou luimen zoo goed
kennen, je verzorgen, zooals ik, dat
weet je toch ook?
Ik klemde de tanden op el
kaar, op het punt het uit te schreeu
wen.
Hou je goed sprak ik tot
mezelf, misschien vindt je nog een
uitweg.
Helene merkte niets van wat
er in me omging, daarvoor deed het
haar te veel genoegen, dat het me
zoo goed smaakte, terwijl ik alle
moeite had, te eten.
En wat zag ze er jong en lief uit
Hare wangen gloeiden van opwin
ding. Toen de tafel was afgeruimd,
vroeg ze me, om opnieuw op de
sofa te gaan zitten, want zieken
moet men sparen, haalde een si
gaar uit mijn kistje en deed me
die met een kus in den mond.
Vreemd, nu ben ik alle be
schroomdheid kwijt, lachte zij, al
büjfG, het verkeerd, dat ik alleen
bij je zit. Zoo meent de wereld
ten minste, en Lize zou haar neusje
reeds optrekken, als ze er aan dacht.
Wat zou vader er wel van zeggen
O, als hij eens op ons wachtte.
Hij ziet het licht in m'n kamer,
antwoordde ik en kan je komen
afhalen als hij lust heeft. Maar ik
verroer me niet.
Goed dan blijf ik nog een
oogenblik antwoordde zij met een
zucht van verlichting, maar wat zal
ik doen, ik heb mijn haakgerei niet
hier. Wacht, ik weet wat, ik zal je
linnengoed eens nazien, en kijken
of er ook knoopjes aan mankeeren
en zoo meer. Men weet, hoe de
wezen voor een eventueels inwl
liging van het verzoek. De daarop
gevolgde besprekingen hebben tot
resultaat gehad, dat de Vereeniging
van Reeders te IJmuiden de be
sturen der zeeliedenvereenigingen
aldaar verzocht heeft schriftelijk
voorstellen tot aanvulling der loopen
de verzekeringen in te willen dienen
Toen we Zaterdagmorgen ver
namen, dat de schipper van de in
den grond geboorden stoomtrawler
Tres Frates YM 194 Vrijdagavond
laat van Kopenhagen te IJmuiden
was aangekomen hebben we ons
gehaast hem op te zoeken en te
vragen naar de nog onbekende bij
zonderheden over het wedervaren
van schip en bemanning. Wat de
menschen aan de vriendelijkheid
van de duikboot te danken hebben
zou een boekdeel kunnen vullen en
is een lange lijdensgeschiedenis, die
wel vereeuwigd mag worden, omdat
het nog slechts aan een zeer ge
lukkige omstandigheid te danken
is, dat niet twaalf onzer Hollandsche
zeelieden op den bodem van de
Noordzee begraven liggen. We wil
len hier slechts de voornaamste
bijzonderheden mededeelen.
De Tres Frates was den 15den
Maart van IJmuiden vertrokken
naar de visscherij en had de gewon
veilige route gevolgd langs de beide
vuurschepen. Nadat men het vuur
schip Noord gepasseerd was is men
drie etmalen gaan visschen op 56.20
tot 56.15 Noorderbreedte en 5.25
tot 5.30 Qosterlengte. Daarop is men
Noord en Oost uit gaan visschen
tot Donderdag 22 Maart en kwam
den volgenden morgen 57.25 Noord
en 6.12 OoSt. Tegen negen uur des
Vrijdags ging men het net inhalen
toen zeer onverwacht een schot
klonk en een granaat kort voorbij het
schip vloog. Op 5 tot 600 Meter
zag men een groote duikboot, die
allerlei teekenen gaf, waaruit we be
grepen, dat we bij de duikboot
moesten komen. Terwijl we de boot
uitzetten werden weder twee soho
ten op ons gelost, waardoor we de
boot zoo vlug moesten laten vieren
dat die half vol water kwam te
staan. Zonder gelegenheid te hebben
eenige warme kleeren te halen
spoedde de schipper, drie matrozen
en een stoker zich in de boot en
roeiden zoo vlug ze konden naar
den onderzeeër. Onafgebroken werd
van de duikboot doorgeschoten en
enkele granaten vielen in de onmid-
delijke nabijheid van onze roeiboot
waschvrouwen, jullie, jonggezellen
verwaarloozen.
Het volgend oogenblik knielde zij
voor mijn commode, en even later
was ze. bezig.
Denk eens aan, schat, babbel
de ze, de hemdsknoopjes naaiend,
„zoo zullen wij menigen winter
avond naast elkaar doorbrengen. Je
zult vermoeid van kantoor komen
en blij zijn, op een sofa te komen
uitrusten, terwijl ik iets doe. Of ik
zal je een boek voorlezen. Buiten
mag het dan stormen en regenen,
zooals nu, en de sneeuw tegen de
vensters zweepen, maar wij zullen
er niets van merken. Bij ons zal
iet warm en zonnig zijn in de
kamer en in onze harten, niet waar
Adolf
't Was of mijn hart zou blijven
stilstaan. Waarom moest ze menu
juist dit beeld van huiselijk geluk
voor oogen toonen, nu voor onaf-
zienbaren tijd alle hoop verslagen
was, het te bereiken En als dit
arme, lieve meisje, daardoor ver
welkte of stierf?
Ik steunde.
Wat mankeert je vent zeide
ze geschrokken. Heb je zoo'n hoofd
pijn
En ze streek me met haar koele
hand liefkozend over mijn voor
hoofd.
Ik dacht aan het rijtuig, dat ik
in het steegje gezien had. Als ik
hem toch eens op zijn geheimzinnige
wegen volgüe Was het geen valsch
eergevoel, het eenige wapen, dat
ik had, ongebruikt te laten?
Een mensch moet zich niet
vergooien", scheen het waarschu
wend in mijn ooren te klinken en
weg waren mijn gedaehten.
te water. We dachten ieder moment
getroffen te zullen worden. Toen we
op ongeveer 20 Meter afstand van
de duikboot gekomen waren, werden
ons de volgende vragen toege
schreeuwd: „Wat doen jullie hier?
Zijn jelui Engelschen? Hoeveel
mensóhen zijn er aan boord achter
gebleven". We antwoordden in dui
delijk Hollandsch, dat we Hollan
ders waren, visschende en dat er
nog zeven man aan boord was.
Onder het voortdurend schieten
van de duikboot, die zeker wel
van 40 tot 55 schoten op den trawler
had gelost terwijl wij ons naar de
duikboot begaven, had men aan
boord van den trawler onophoudelijk
de stoomfluit laten gaan ten bewijze
dat men in nood verkeerde. Op
onze antwoorden naar de duikboot
kregen we daarop alleen het bevel
ten spoedigste de andere menschen
van boord te halen. We roeiden
naar ons schip terug om bij aan
komst te zien hoe deerlijk ons schip
door de veie treffers was toegeta
keld. Alles wat zich aan dek bevond,
de stuurhut, masten, netten, enz.
waren aan flarden geschoten en
enkele granaten hadden den romp
van het schip getroffen.
Een onzer matrozen, die zich niet
spoedig genoeg had kunnen bergen
werd door een granaatscherf gewond.
De duikboot, die ons gevolgd had
gunde ons, die in de scheepsboot
zaten niet de gelegenheid weder
aan boord te gaan om kleeren of
schoeisel te halen. De andere men
schen haasten zich in de boot by
ons en we roeiden bjj ons schip
vandaan. Op een vijftig meter af
stand gekomen zagen we de duik
boot den trawler naderen en zagen
we hoe vier mannen van den on-
derzeëerop ons schip oversprongen,
in de vischruimen afdaalden en
spoedig met de armen vol visch
terugkeerden, die ze aan boord van
de duikboot brachten na eerst onze
nieuwe vlag neergehaald te hebben.
De duikboot verwijderde zich een
weinig van ons schip en bracht het
daarop met een aantal schoten tot
zinken. Zonder verder naar ons
om te kijken verdween de duikboot,
die twee kanonnen en de Duitsche
oorlogsvlag voerde, 't Was toen
elf uur. Mijlen in den omtrek was
geen spoor van land of eenig schip
te bespeuren en daar we in de boot
geen zeiltuig hadden, moesten we
op goed geluk af gaan roeien om
eenig land of schip in zichtte krij
gen. Den ganscheh dag en den
volgende nacht en wedei den vol
genden dag roeiden we beurtelings
in Oostelijken en Zuidoostelijken
richting. Enkelen onzer waren tegen
de vermoeienissen en de ontbeering
blijkbaar niet bestand. Zij waren
niet meer in staat eenig voedsel,
harde scheepsbeschuit of eenig
De uren gingen voorbij, zij naaide
met het oog op 'mpn hoofdpijn,
zwijgend verder.
Ik sloeg haar heimelijk gade. Om
haar lippen lag een gelukkig lachje,
en het lichtkrullende haar lichtte
mooi op in het schijnsel van
de lamp.
Buiten huilde de Decemberstorm.
Het liep tegen achten toen op de
trappen stappen hoorbaar waren.
Helene schrikte, doch ik stelde haar
gerust.
Het zal vader zijn".
Maar dat was niet zoo. Een kruier
die drijfnat was, kwam de kamer
binnen en vroeg naar mij.
Hij had een brief te bestellen,
die hem door een vreemde dame
was afgegeven.
Helene zag me met groote, vragen
de oogen aan.
Je behoeft niet jaloersch te
szen, lieveling, zeide ik en ik
trachtte te schertsen.
De brief is van mevrouw van
Nieberg en betreft de voorstelling
van gisteren, naar ik vermoed.
Zij werd kalmer, doch het beven
van mijn handen, toen ik de enve
loppe opende, ontging haar niet.
Ik las
Mijn vriend
Kamp is hedenmiddag in hechte
nis genomen. Men heeft huiszoeking
bij hem gedaan en papieren gevon
den, welke hem en vele anderen
van een onbekende club, waarvan
sprake is, in opspraak brengen. Help
mij. Ik ben tot alles bereid.
Agnes.
Ik viel machteloos op de sofa neer.
Helene kwam aanloopen en boog zich
over mij heen.
(Wordt vervolgd.)
Doodgevallen. Vrijdagmiddag
viel het paard van den wagen van
een voerman van den heer Althoff,
die voor de firma Hoenderdos tr
Haarlem een lading turf naar Duin
en Kruidberg had gebracht, op de
terugreis op den Brederoschen weg
bij het dorp dood neer. H. D.
Nachtegalenslag. Nu het Maan
dag de eerste mooie lentedag was.
hoorden we des avonds de nachte
gaal in de bosschen van Duin- en
Kruidberg des morgens klonk
het Koekoek geluid door de bosschen,
wel een aanwijzing, dat het mooie
weer nu heusch in aantocht is.
Een 26 jarig jubileum. Heden
was het voor Mej J. H. Akkerman,
hoofd der bewaarschool van Mevr.
Wüste, een gedenkdag. Het was
25 jaar geleden, dat ze aan die
school verbonden was, de laatste
drie jaar als hoofd. Dat deze dag van
de zijde der ouders en andere inge
zetenen niet onopgemerkt voorbij
ging, liet zich begrijpen, daar dit
schoolhoofd een zeer geziene per
soonlijkheid is; menige ouder is met
dankbaarheid vervuld, als hij nagaat,
wat de jubilaresse voor zijne kin
deren deed en nog dagelijks doet
Wp willen ook gaarne mej. Akker
man onze felicitatie aanbieden, er
de bijzondere wensch bijvoegc-nöe,
dat het haar nog lang gegeven moge
zijn de jeugd de eerste beginselen
van onderwijs bij te brengen.
Valsehè aangifte. G. K. van
Santpoort stond terecht wegens 't
doen van een valsche aangifte. Ze
had aan de politie bekend gemaakt
Een geweldenaar. H. de G. is
zoo meldt H. D., een van dat slag
lui, die, wanneer ze dronken zijn,
buitengewoon lastig zijn. Dan is met
hen geen huis te houdenOp den
8en Januari, toen hij weder een flink
glaasje op had, liep hij een winke
aan de Jan Gpzenvaart binnen waar
hij geducht spectakel maakte. Op
verzoek van de winkelierster zou
de politie de G. den winkel uitzet
ten en hem dan naar huis brengen.
Dit was echter gemakkelijker gezegd
dan gedaan. Bekl. verzette zich ge
ducht tegen de politie en gedroeg
zich als ern echte geweldenaar. Te
gen bekl., die al eens wegens weder-
spannigheid is veroordeeld werd dit
maal 3 weken gevangenisstraf ge
vorderd.
Volkshuisvesting. Bij Kon. Be
sluit is toegeiaten als Vereeniging,
uitsluitend in het belang der volks
huisvesting werkzaam, de Alg. Coö
peraiieve Arbeiders-Woningbouw-
vereeniging te Velsen.
Nieuwe schepen. De Maatschap
pij „Shamrock" te IJmuiden heeft
bij Oe firma Boot te Leiderdorp den
stalen stoomtrawler YM 326 (Hiber
dia) laten bouwen. Het schip werd
door de Industriëele Maatschapp1,
„Hera" alhier met ketel en
machines uitgerust en heeft bij den
dezer dagen gehouden proeftocht
aan de gestelde eischen voldaan.
Naamsverandering. - De door de
Mij. Neptunus aangekochte stalen
zeillogger Jonge Gerrit Zier, SCH.
409, is in het Visscherijregister
overgeschreven met den naam Nep
tunus I, YM 368.
Sri Ranau. In de te Maassluis
Noorsche bemanning aangebracht,
Katoen aangebracht. De logger
Stormvogel IJ.M. 364 heeft op de
Noordzee opgevischt en bij de
standvonderij aangebracht een groote
partij manden en 1 kist met katoen
pitten. Ook andere vaartuigen
brachten enkele manden en kisten
mede.
ViscY,opbrengst. In April van
dit jaar was de visctopbrengst in
de Rijksvisschhailen f 2189.854.
in April van vorig jaae f2101.51JL-
Visch voor België en Noord-
rijk. Sedert enkele dagen worden
van hier belangrijke hoeveelheden
versclhe zeevisch voor België en
Noord-Frankrijk gezonden aan de
Belgium Relief. De visch wordt door
het spoor gratis vervoerd en voor
de Eiigelscbe Export van de haar
toegewezen voorraad afgestaan. De
verzending geschiedt met goed
keuring van de Duitsche Regeering,
Meerdere veiligheid voor de op
varenden der stoomtrawlers Naar
aanleiding van het gebeurde met
de bemanning van den stoomtreiler
Tres Fratres, waarvan de beman
ning twee etmalen in een roeiboot
heeft moeten doorbrengen, is na
een samenspreking tusschen de
Vereeniging van Reeders, de Zee-
liedenvereeniging Volharding en den
Algem. Nederl. Zeemansbond te
IJmuiden, door de reeders toege
zegd, dat de reddingbooten der
stoomtreilers van zeiltuig zullen
worden voorzien.
Verhoogmg der uitkeeringen inge
volge de Oorlogszeeongevallenwet.
Zooals we destijds berichtten werden
de vertegenwoordigers der Zee-
liedenvereenigingen te IJmuiden,
die in een mondeling onderhoud
met den Minister van Financiën
over een verhoogde uitkeering in
gevolge de oorlogszeeongevallenwet,
tot de betrekkelijke reederijen ver-
Verkochte schepen. Naar we
vernemen heeft de Maatschappi
tot Beheer van JSteamtrawlers de
laatste harer schepen de Dordrecht
YM 52 en Rotterdam YM 50 ver
kocht aan de Visscherij Maatschapp
Zaanstroom alhier.
De Tres Frates en haar lotgevallen,