De Gunsteling. FEUILLETON. Mok, P. M. Postuma, P. H. van Rummelen, J. A. Tanis, A. M. Ver beek, A. Visser en H. J. van Vliet. Deze examens worden voortgezet. Het viertal gaf den moed niet op en trok des avonds naar laatst ge noemden heer. Zeer terecht is hier reden tot klagen. Uit de Gemeente. Ingezonden Ofschoon het aantal kolommen over de kwestie der overuren aan school A bedenkelijke afmetingen begint aan te nemen, zien toch ook wij ons verplicht U om plaats ruimte te verzoeken om enkele op- (Herinneringen van een ambtenaar) naar het Duitsch van H. SüDERMANN. door H. B. (37) Twee der vertrekken waren ver licht, de gordijnen neergelaten. Er scheen bezoek te zijn. De arme, arme vrouw, die zelfs dit glimlachend moest verdragen! Door mijn eigen leed was ze me even uit de gedach ten, doch nu stond haar roerend lieflijk beeld me des te duidelijker voor oogen. Een kwartier verliep, eer ik eenige beweging waarnam. Toen zag ik twee schaduwen heen en weerloo- pen, alsof twee menschen in heftige opwinding door de kamer liepen. "Wie het was, kon ik niet zien. Een oogenblik later verdween de eene schaduw, de ander liep om, wel een half uur lang. Toen werden plotseling de lampen uitgedaan. De eerste verdieping was geheel don ker, slechts de schemering die ik den bewusten nacht had gezien, blééf en deed me besluiten, op mijn observatiepost te bljjven.- 't Was over tienen. Ik was doornat, en klappertande van koude en opwinding. Zoo bleefix een uur staan, toen begonnen mijn krachten me te begeven, Waartoe dit alles? vroeg ik me af. Neem aan, dat hij plotseling naar buiten komt, en heen ghat, en dat je hem volgt, dat het je gelukt, hem tot zijn doel te volgeD, een huis, dat er uit ziet als alle andere. merkingen te maken naar aanleiding ter artikelen van het Bestuur der afd. „Kennemerland van. den Bond van Ned. Onderw." en den heer Et. Brink. Bij voorbaat onzen dank Het Bestuur van de afd. Kenne merland schrijft o.a.: „Toen ver leden jaar de heer Hellinga op hoop van zegen het leerplan zoo giDg veranderen, dat eenige onderwijzers der hoogste klassen een half uur les meer moesten geven per dag werd aanstonds het plan in elkaar gezet om voor die onderwijzers ook meer salaris te vragen." Tegen zoo'n manier van geschiedenis schrijven moeten we wel ten sterkste prote steeren, daar het Bestuur onzer afd. de feiten onjuist voorstelt. Hoe is het n.l. gegaan? Reeds driejaar geleden is het leerplan gewijzigd en worden die overuren gegeven In de schoolvergadering van het onderwijzend personeel aan schoo A, waar die verandering ter sprake kwam, is hier, vergissen, we ons niet, door geen enkel onderwijzer geprotesteerd. De onderwijzers, die met het meerdere werk belast werden, hebben, toen niet om ver goeding daarvoor gevraagd. In Oct 1915 (dus meer dan een jaar ge leden) kwam de heer de Boer met een voorstel bij den Raad em onder wijs, gegeven buiten de gewone schooluren (en natuurlijk niet alleen aan school A) te bezoldigen. Toen gevoelden ook wij daar eerst niet veel voor, omdat ook wij bang waren, dat het tot een aparte sa- larisregeling van het M.U.L.O.-onder- wijs zou leiden. De andere betrok ken collega's legden ons toen deze vraag voor: „Hoe is het mogelijk, anders worden overuren betaald, en nog veel hoöger dan de gewone werkuren en nu bent U er tegen; waarom?" Ziet, mijne Heeren, om dat wij geen enkel motief konden vinden om een voorstander van 't betalen van overuren het ongerijmde van zijn standpunt duidelijk te maken, stelden we toen dan ook in de bondsvergadering voor, aan het voorstel de Boer adhaesie te be tuigen. En hierop ging de bondsafd. in, zoodat ze in een nadere aan vulling van hare Memorie van Toe lichting bij haar salarisadres van dat jaar o.a. als haar meening te kennen gaf, dat het niet meer dan billijk was, dat overuren betaald werden. Nogeens, dit werd geschreven namens de afd, Kennemerland van den Bond van Ned. Onderw. Dit vergeet het bestuur mee te deelen! Het voorstel de Boer werd ver worpen. In 1916 verklaarde de afd Kenn. zich... tegen het betalen van over uren niettegenstaande de Bond in zijn geheel steeds daarvoor ijvert. Vanwaar die frontverandering? Hij belt, heeft misschien zelf de sleutel en verdwijnt. Jij echter staat in storm en regen. De muren zul- en je niets van z'n geheimen ver en, evenmin als het lichtschijnsel Voor zulk een werk is wekenlang zoeken noodig dus gaat niet in één nacht. En gestel, dat je alles eens kon zien, waar hij zou heen gaan daib naar een vrouw of een speelclub Als je 't hem morgen zou zeggen, zou bij antwoorden dat rij daar niets in zag, maar tevens trachten je onschadelijk te maken. Zou dat niet erger zijn dan ooit te voren Zelfs van do rol die ais be middelaar tusschen Kamp en zijn vrouw speelde, had hij nog niets gemerkt, "Was dat mogeljjk? Zou hij, die anders alles doorgronde, thans met blindheid geslagen zijn? Het was nauwelijks te gelooven, en toch scheen het zoo. Hij zag in m'n vriendschappelijke verhou ding niets anders, dan een pogiDg die ook met hem te verkrijgen is. )at was het misschien wat hij talent" noemde. Hoe het ook zijn mocht, zoolang hij er niet aan dacht, dat ik in de geschiedenis tusschen Kamp en zijn vrouw betrokken was, zoo lang was nog niet alles verloren. Zijn vrouw zou zwijgen, Kamp niet minder- en misschien, misschienAan ditjdenk- beeld klemde ik me vast. Wees niet dwaas! zeide ik tot mezelf, ga naar huis en tracht te slapen, je zult morgen alle kracht noodig hebben. Juist wilde ik heengaan, toen ik achter het venster een schaduw zag. Hen sliep dus nog niet en.... ik bleef Vijf minuten later hoorde ik den We gelooven hierom, omdat de meerderheid der leden vreesde, dat dit het begin zou zijn van een aparte salarisregeling voor school A. (ofschoon velen het wel onbillijk vinden, dat wij langer moesten werken.) En nu is dit het wonder lijke in het artikel van het Bestuur van Kenn. dat er over dit hoofd bezwaar met geen enkel woord ge rept wordt. Nu beweert het Bestuur, dat het niet allemaal overuren zijn, want de heeren in de hoogste klasse hebben soms een kwartier of meer voor hun correctie. Het bestuur weet dat dit niet voor allen geldt en nog sterker, dat ook andere collega's aan school A die, die oveiuren niet geven, eveneens soms een kwartier of meer ter verzorging hunner cor rectie hebben. „Alweer," tot onze niet geringe verbazing vergeet het bestuur der afd. Kenn. dit alles mee te deelen' Nog meer! Het verwijt den heer Prakken (een der drie onderteekenaars van het verzoek aan den Raad om die overuren te betalen) zijn vrijmoe digheid om op te komen voor 1 looning van zijn meerdere werk, omdat die reeds f 300 voor zijn akte wiskunde ontvangt. Maar het bestuur weet ook a Weer even goed als wij, dat de heer Prakken die f 800 niet ont vangt voor zijn meerdere werk, maar alleen... omdat er tegen de gewone bezoldiging toen geen onder wijzer met wiskunde te krijgen was. Trouwens, die f 300. zijn ai weer gereduceerd tot f 200. en zuilen zeer waarschijnlijk bij de eerstvolgende salarisherziening wel op f 100. teruggebracht worden Waar het bestuur dus schrijft „Bovenstaande onderschrijven we nog ten volle," daar kan het dat on mogelijk „ten volle" doen, omdat de toestand, wat dit punt betreft, anders geworden is. Het bestuur schrjjft verder: „Ook zijn we van meening, dat het niet onmogelijk is het leerplan zoodanig te wijzigen, dat er van ongelijkheid noemenswaard geen sprake is". (Nu is er dus wel „noemenswaard1 sprake van ongelijkheid.) Ja, dat is een meening; jammei alleen, dat het bestuur niet aangeeft op welke manier dit kan. „Dat gaat toch niet in een courantenartikel", zal men zeggen. Accoord, maar waarom komt het bestuur, vooral in het belang van de leerlingen van school A, die zoo hopeloos in die leerstofzee rondploeteren, dan niet met een voorstel bij de bondsafd. om voor inkrimping van uren en leerstof te ijveren? Daar heeft het toeh zoo onder de hard al twee jaar den tijd voor gehad. Zoolang dit niet gebeurt beschouwen we bovenstaan- sleutel in de deur steken, en een gestalte, die ik niet direct herken nen kon, vloog naar buiten de straat door. Ik ging er direct echter aan. By het lantaarnschijnsel zag ik dat het een vrouw was. Ik schrikte. Was dat mevrouw Agnes, die in het nachtelijk uur, het huis van haren kwelgeest ontvlood! Ik versnelde de pas, ik moest naar tot eiken prijs inhalen. Maar ze had gemerkt dat iemand haar op de hielen zat, want ze begon sneller te loopen. We waren nog drie passen van elkaar verwijderd, toen viel ze als uitgeput op een vensterkozijn neer. Dood me hier ik kom niet terug. Als de roep van een gemartelde donk het. Ja, het was haar stem. Mevrouw Agnes, ik ben het, zeide ik. Het volgend cogenblik omhels de ze me zuchtend. Kom tot u zelf, maande ik tiaar aan. Ze weende nog erger. Lieve vriendin, het is nu de tijd niet ons aan onze smart over te geven. Ik streek haar troostend over wangen en voorhoofd. Dat bracht haar wat tot bezinning. Voor alleswaar wilt u heen ?- Ik weet niet, stamelde zij. Maar u kunt toch niet op straat logeeren, riep ik. Kan me niet schelen, als ik maarniet terug behoef. En ze huiverde bij de gedachte daaraan. Ze sidderde over het ge- heele lichaam. de bewering als, nu ja, een boutade, die op gelijke hoogte staat als bijv deze: „Ook zijn we van meeniDg, dat het niet onmogelijk is, aan den tegenwoordigen oorlog spoedig een eind te maken." De heer Brink is van meening dat, als die overuren betaald worden de salarisregeling aan school A in handen van het hoofd komt. Ja stelt u zich eens voor, lezers van de IJmuider Courant, dat hst hoofd der school, natuurlijk met goed vinden van B. en W. en den districtsschoolopziener, eens in de 3 hoogste klassen 10 uur per dag les laat geven; dan zouden de onderwijzers 30 overuren maken wordt dan 30 X 75 f 22.50 extra! Ja, ja! Neen mijne heeren, dit is de eenige vraag, die beantwoord moet worden: „Zijn het overuren of niet die in de 3 hoogste klassen gegeven worden?" Al het andere is om de kwestie heen praten. Zijn het overuren, dan moeten ze betaald worden. Waarom, ge achte heer Brink, hebt U er voor gestemd om kommiezen aan de secretarie, die 's avonds vergade ringen van commissie'®, van ge meenteraadsleden als secretaris bij wonen, voor elke vergadering met f 2.50 te beloonen? Toch zeker alleen, omdat het overwerk is. Waarom nu weer voor onder wijzers een uitzondering gemaakt? "Waarom toch weer zoo in consequent? Waarom hier toch zoo ondemocra tisch Aan 't slot schrijft de heer Brink „Hoe onderwijzers met democrati sche gevoelens met een dergelijke regeling accoord kunnen gaan, is mij een raadsel. Of is het, omdat zij toevallig mede de uitverkorenen zijn, die deelen in de gunst en de recommandatie van het hoofd van school A?" Een vraag, waarde heer Brink! Uw partijgenoot Landeweerd stemde er voor om die overuren te betalen; „is die ook al de uitverkorene van het hoofd van school A en deelt die ook in zijn gunsten? Een mensch, mijnheer Brink, kan niet door een ander beleedigd worden; hij kan alleen zich zelf beleedigen, Denk u daar maar eens over na En voor de rest, edelachtbare heer, een hartgrondig: bah! J. KOOI. F. DE VRIES. IJmuiden, 19 Mei 1917. VISSCHEBLT. Ik zal in een hotel een kamer voor u nemen. Wat zou ik daar doen, vroeg ze angstig? Wachten, tot Hoor! riep ze ineenkrimpend en vatte mijn arm. Ik luisterde. Lichte, vluchtige stappen werden hoorbaar, een ge stalte dook twee huizen verder op, De gouverneur, stamelde ik Redt mij,...fluisterde zij. Ik trok haar mee. We renden weg, doch ook de passen achter ons werden sneller. Er was maar één plaats waar hij ons niet volgen kon mijn woning. Met moeite nam ik haar mee. De pas achter ons werd luider. Blijkbaar werd de afstand kleiner. Eindelijk waren we erIk open de de deur, en trok mijn vriendin in het portaal en gooide de deur haastig dicht. Een hand drukte op den deurknop. Er werd eens gerukt en een gesteun van machtelooze woede drong tot mij door. Mevrouw Agnes was ®p de onder ste trede ineengezonken. Ik gaf geen geluid. Zoo bleven we wel tien minuten onze vervolger had zijn post verlaten. Ik tastte naar de dame, die nog steeds op den trap lag. Zij greep mijn hand en drukte die aan de ippen. Wat doet U in 's hemelsnaam, fluisterde ik. Mijn redder, antwoordde ze zacht. Ik richtte haar op en leidde haar voorzichtig de trap op. Voor de kamerdeur aarzelde ze. Waarom gaat u niet naar bin nen vroeg ik. gebracht worden van den stoomtrei* Ier Tres' Fratres IJM. 194. Volgens de verklaring van den schipper bevond het schip zich op 22 Maart te 12 uur 's middags, volgens de verkregen zonsmiddag- hoogte, op 77° 25' N. Br. en gegist 6° 12' O. L. met een daarmee over eenstemmende diepte van 24 vadem water. Men is op die plaats blijven visschen in gelijke trekken tot 9.15 v.m. van 23 Maart, toen het schip door de Duitsche duikboot zonder waarschuwing met scherp werd be schoten. Men is daarna met de boot, waarin zich 12 man bevonden, te 11 uur v.m. van 23 Maart, toen de „Tres Fratres vernietigd was, gaan roeien in de richting Z. O. t. 0. tot 8 uur des avonds. Van 8 uur n.m. tot 7 uur v.m. van 24 Maart heeft men gedreven, en daarna weder ge roeid in de richting Z. O. t. Z. tot 11.30 n.m., toen men bij de Deen- sohe kust was gekomen ter hoogte van Hantsholmen. Men heeft dus 257g uur geroeid en 11 uur gedreven. De afstand tus schen de plaats door den schipper opgegeven als de plek waar zjjn schip tot zinken is gebracht, en Hantsholmen bedraagt 80 mijl. Reke ning houdende met den stroom welke bq matigen W. wind, de boot zal hebben ingezet, is de Raad van oordeel, dat de door de boot afge legde afstand niet meer dan onge veer 80 mijl kan hebben bedragen, bij een gemiddelde vaart roeiende en drijvende gedurende 367s nur, van ruim 2 mjjl. Het door den schip per opgegeven bestek komt den Raad dus nagenoeg juist voor. Had de Tres Fratres zich in het zoogenaamde versperde gebied be vonden, dan zou men, in de rich ting Z. O. t. O. 128 mjjl afgelegd moeten hebben om Hantsholmen te bereiken, van de grens van dat ge bied. Gezien het bovenstaande komt zulks den Raad geheel onaanneme- voor. Op de Urania werden volgens de St.Ed. eenige kostbare machine- deelen en op de Freia eene hoeveel heid petroleum ontvreemd. Ik ben bang! Voor mti Zij drukte mijn hand vaster. „Ver geelt mij", hoorde ik haar stem, ik ben ondankbaar. Wij traden in mijn kamer die pikdonker was. Op den drempel bleef ze verschrikt staan en wees angstig met beide handen voor zich. Wat is dat, stamelde ze Ook ik schrok. Op het tapijt en op de sofa was 't of ik witte ge stalten zag. Angstig trad ik naderbij, doch lachte luid, toen ik het linnengoed zag dat Helene vergeten had op te bergen. O, Helene, als je wist, wie hier in den nacht op mijn kamer was Steekt U licht aan, [fluisterde mevrouw Agnes. Waar denkt U aan, als uw man.... Een beklemde zucht was bet antwoord, Ze huiverde. Heeft U het koud?— Ze knikte. Ik nam haar hand in de mijne. Ze was ijskoud. We zullen de kachel aanmaken, zeide ik. Ja, dat is goed, zei ze verheugd. Maar als het vuur opvlamde, zou men buiten... En 't drong tot me door, dat thans mijn laatste zwakke hoop, dat de rol van bemiddelaar een geheim voor den gouverneur zou blijven, ver nietigd was. Een oogenblik stond ik als verlamd. Zonder er bij te denken, slechts uit behoefte, mijn vriendin te helpen was ik het nood- ot tegemoet gegaan. (Wordt vervolgd.) Banken V.V.V. Nu het wan- delseizoen weder is aangebroken heeft de Vereeniging Vreemdelin genverkeer hare banken op bekoor lijke plaatsjes weder doen neer zetten. Letterkundige avondMevr. Ds J. v. d. Bergh van Eysinga-Elias behandelde Dinsdagavond in haar letterkundige lezing de poëzie dei- dichters van den nieuwen tijd. Aangekocht. Door den heer C. de Vries Jr. alhier is weder een groot gedeelte van terras aangekocht toebehoorende aan Mej. C. v. Wicke voort Crommelin. Voor de wande laars was dit, merkt H. D. op, steeds om zijn hoog en prachtig geboomte een geliefkoosde plaats. Om de slechte aardappelen. Een viertal huisviouwen van hier zijn Maandag in actie geweest, ze zijn naar den burgemeester getrokken om hen over de slechte aardappelen te spreken en te vragen, wanneer nu toch eindelijk de kleiers verstrekt werden; echter ons aller burger vader verwees ze naar den heer J. P. Handgraaf, den bestuurder van het distributiebureau. Candidaatstelling. In de Maan dagavond gehouden vergadering van de Vrijz. Kiesvereeniging „Burger plicht" alhier is besloten geworden den heer J. H. A. Kruimel van hier onder zeker voorbehoud weder een candidatuur voor den gemeenteraad aan te bieden. Raadsverkiesingen, Voor de a.s. Gemeenteraadsverkiezingen heeft de Federatie der S. D. A. P. candidaat gesteld, de heeren W. Blom te IJmuiden, W. F. Visser te Wjjker oog, J. A. Dalmeijer en W. Lande weerd (aftr.) te Santpoort. Buiten Yerantwoordelljkheid van de Eedactie Mynheer de Redacteur! De Tres Fratres. De Raad voor de Scheepvaart heeft uitspraak ge daan betreffende het tot zinken Diefstallen. Bij de politie is aangifte gedaan dat weer eenige diefstallen hebben plaats gehad op stilliggende stoomtrawlers. Reeders naar Berlijn. Woens dagmorgen is op uitnoodiging van de Duitsche Regeering een Commis sie uit de IJmuider Reeders naar Berlijn vertrokken, ter bespreking van de torpedeering der Neder- iandsche visscherijschepen de ver ruiming van het vissscherijgebied en de ondervanging van verdere moeilijkheden bij de visscherij en de vischlevering van Duitsche zjjde ondervonden. De deputatie bestaat

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1917 | | pagina 2