zegt dat de commissie vernomen had
dat aan Meerzicht meer zeep was
verstrekt* Wij hebben toen een on
derhoud met de Moeder-Overste ge-
viaagd, dat ons welwillend is toe
gestaan, waarvoor spreker haar hier
hulde en dank brengt.
Gebleken is dat dit gesticht niet
te veel zeep heeft gehad. De amb
tenaren moeten deze zeep dus heb
ben meegenomen. Gevraagd is toen
of men nog meerdere artikelen boven
het rantsoen had ontvangen, waarop
de Moeder-Overste ontkennend ant
woordde. Spreker is absoluut over
tuigd, dat de Moeder-Overste niets
van een grooter rantsoen afwist en
dat de schuld hiervan ligt bij den
heer Handgraaf.
(Applaus op de publieke tribune).
De heer Sluiters zegt dat de
heer Handgraaf heeft gezegd niet
te zullen weggaan, maar wij zullen
•t hem wel zoo moeilijk maken, dat
hij weggaat. Dat de Kath. partij
getroffen is, is niet onze schuld,
maar die van den heer Handgraaf.
Spreker noodigt den heer Hand
graaf nogmaals uit tot een openbare
vergadering hierover, 't Gaat niet
aan de Commissie te beschuldigen,
als gebleken is, dat iedereen gapte.
Als de heer Handgraaf dit volmon
dig had erkend, was 't ook voor
hem beter geweest.
Als de Kath. partij zwart ge
maakt wordt is dit de schuld van
den heer Handgraaf, omdat hij is
de schande van de partij.
De heer Vermeulen zegt te
betreuren de ontijdige publicatie
van bet rapport in de bladen. Ook
betreurt spreker het schrjjven van
iemand van de positie als Jhr. Mok.
De heer Netscher: Hij heeft
het zelf niet geschreven, want er
zaten geen taalfouten in.
De heer Vermeulen: Danheefc
hij er toch zijn naam voor geleend.
Spreker zegt zich te verheugen
over de belangstelling, zijn persoon
aangaande. De heer Blom heeft ge
zegd dat spreker Wiebenga geraden
heeft. Spreker heeft toen een paar
kalveroogen opgezet, waarvan de
heer Blom blijkbaar schrikte, want
deze zeide toen dat het zoo onge
veer in de verhooren stond. Spreker
zegt dat er in de verhooren over
sluwheid zijnerzijds niets te lezen
staat.
Spreker wil van de zaak wel een
verklaring geven, echter niet omdat
de heer Brink hem daartoe som
meerde. Als de Commissie het had
willen weten, had men spreker moe
ten verhooren.
De heer Brink: Was U dan
gekomen?
De heer Vermeulen zegt dat
teen de eerste geruchten gingen,
dat het aan het Levensmiddelenbe-
drijf niet in orde was, de heer
Handgraaf spreker daarvan sprak
en zeide dat hij het verschrikkelijk
vond voor den heer Wiebenga.
Spreker heeft den heer Handgraaf
toan gezegd zich de zaak niet te
erg aan te trekken, want dat het
wel niet zoo erg zou zijn en spreker
nog wel zulke relaties bad om den
man waarschijnlijk aan een andere
betrekking te helpen.
Spreker zegt dat de heer Hand
graaf minstens onvoorzichtig is ge
weest door dit aan Wiebenga mee
te deelen. Daarna heeft spreker een
onderhoud gehad met Wiebenga.
Toen deze zeide verschillende per
sonen er bij te willen lappen beeft
spreker hem gezegd dat dit do weg
niet was, omdat dit hem niet schoon
zou wassehen. Spreker heeft echter
nooit iets gedaan, om Wiebinga te
bewegen niet de volle waarheid te
zeggen.
Spreker zet uiteen hoe de distri
butie geregeld was aan de Visschers*
haven te IJmuiden. De vele vreem
delingen op de Visschersvjyoot te
IJmuiden parasiteerden op onze dis
tributie. Men heeft toen een andere
regeling Ingesteld, waartoe de Ree-
dersvereeniging medewerkte en da
delijk f 5000 stortte.
Het kwam echter voor dat vele
artikelen, die aan de burgers ver
kocht moesten worden, op de vis-
sehersvloot verkocht moesteD wor
den, op de visschersvloot terecht
kwamen. Toen spreker secretaris
der Reedersver. werd, heeft hjj met
den heer Handgraaf overlegd om
dat tegen te gaan, daar vele arti
kelen kwamen nit denkettinghandel.
Na onderhandelingen met den Haag
zjjn extra-rantsoenen voor de vis
schers toegestaan. Daarop moest
controle plaats hebben en deze is
op de beste wjjze geschied.
Wat de boter betreft, ook de Ree-
dersvereeniging kreeg te kort, niet
te veel. Ook gort kregen wij vaak
te kort.
Spreker wil ook enkele algemeene
opmerkingen maken. Men heeft
bezwaar gemaakt dat de Burgemees
ter zich verantwoordelijk stelt, maar
hoewel spreker niets met de Le
vensmiddelenvoorziening had te
maken, stelt spreker zich mede ver
antwoord elij k.
De heer Bosman: Daar hebben
wij wat aan.
De heer Sluiters: U is niet
verantwoordelijk, u staat erbuiten.
De heer Vermeulen zegt er
niet buiten te staan. Ook aan B.
en W. was veel verantwoordelijk
heid opgedragen. Spreker zegt die
verantwoordelijkheid mede te willen
dragen, vooral wat de kwestie der
zeep en baver betreft.
Over de fabrikatie der zeep is
sprekers oordeel ook gevraagd en
spreker was ervoor. Eu als'tmor
gen de dag weer voorgesteld werd
zou spreker er weer voor zijn. Ook
de verstrekking van de haver vond
sprekers instemming en als men de
zaak goed inziet, zou men den bur
gemeester geen doornen kroon, maar
een lauwerkrans op het hoofd ge
drukt hebben.
Spreker zegt, dat het bezwaar
al naar voren is gebracht, dat over
personen gesproken is, die niet ge
hoord zijn. Bovendien spreekt men
alleen van den voorzitter der sla-
gersvereeniging, van het raadslid enz.
Spreker zet deze zaak uiteen.
Wiebenga was door de slagers aan
gesteld om de varkens, als ze aan
kwamen, te wegen. Dit gebeurde
na zijn diensttijd en daarvoor kreeg
hij een vergoeding. Men mag dit
nu niet den juisten weg vinden,
maar het wss geen corruptie.
Dit geldt ook voor de IJmuider
Stores. Van den anderen kant is
niemand gehoord.
Spreker zegt ia twee opzichten
wel eens verschild te hebben met
de andere leden van het college.
Toen de distributie zich steeds uit-
öreidde was spreker er voor een
zelfstandig Directeur aan testellen.
De meerderheid, de heer de Boer
was toen wethouder, was er echter
niet voor en spreker heeft er zich
bij neergelegd. Het levensmiddelen-
bedrijf was bet teere kindje en dit
moest onder de oogen van de secre
tarie blijven. Hoewel spreker niets
wil afdoen van de bekwaamheden
van den gemeente secretaris, achtte
spreker hem niet de man om dit
alles onder zich te hebben.
Da heer Schuitenmaker.
Ik ben U dankbaar dat u dit zegt.
De heer Bosman: Het is de
geheele fout geweest.
De heer V ermeulen zegt nog
voorgestel te hebben het levens-
middelenbedrijf naar een andere
lokaliteit over ta brengen.
De heer Bosman was het maar
gebeurd.
De heer Vermeulen zegt dat
echter niemand heeft voorzien, dat
de distributie zulke afmetingen zou
aannemen.
De heer Schuitenmaker:
Nu vergoeilijkt u de zaak weer.
De heer Vermeulen zegt dat
de geheele kwestie wel bedenkelijk
belicht is. Heeft men het gehad
over de moeilijkheden der taak vaD
den heer Handgraaf. Vaak heeft
hij en zijn halve gezin soms zelfs
's nachts zich aan de zaak gegeven
Wat al moeilijkheden zijn er niet
geweest om steeds te trachten vol
doende te krijgen.
Spreker zegt te kunnen begrijpen
dat de heer Handgraaf boos wordt
op de heeren, waar zelfs zijn partij
en zijn kerk en in worden gemengd.
De heer Schuitenmaker:
Dat hebben wij niet gezegd, dat
heefc de heer Handgraaf zelf gedaan
Da heer Vermeulen zegt dat
er in de verhooren scherpe dinger
aan het adres van de Paters donr
de heer Schuitenmaker zjjn g^zeg
De heer Schuitenmaker:
Noemt u die dan.
De heer Schilling: Dat heb
ik gedaan, maar ik heb de verkla-ing
van den heer Handgraaf geaccepteerd.
De heer Vermeulen zegt dat
als de heer Schuitenmaker meent
de protestantsche vaan hoog te hou
den, hjj dit wel wat hooger mocht
doen.
Da heer Schuitenmaker:
Patrimonium.
De heer S c h i 11 i n gSluit je
aan bij de Burgerwacht.
De heer Schuitenmaker
zegt dat de heer Vermeulen de
raadsleden ophitst. Spreker liet zich
niet door hem in den hoek duwen.
De heer Vermeulen zegt dat
de zaak breed is uitgemeten en de
voorzitter der commissie heeft er
zeker politieke munt uitgehaald.
Spreker zegt dat het in andere
gemeenten veel erger is geweest
dan hier.
De heer Landewëerd zegt
met genoegen gehoord te hebben
het laatste betoog van d6n heer
Brink. Spreker acht het juist het
soc.-dem. standpunt, dat tegen alle
corruptie opgetreden wordt. Maar
het genoegen is niet onverdeeld
geweest. Want de geheime zeep
fabriek, die mtt groote letters in
de kranten is gezet, is geen geheime
zeepfabriek geweest. Spreker heeft
de zaak niet meegemaakt als wet
houder, maar evenals den heer
Schuitenmaker zon spreker bij den
grooten zeepnood er toe hebben
meegewerkt.
Spreker zegt dat in Haarlem wel
schuiten met aardappelen, bestemd
voor Hilversum, in beslag genomen
zijn. Heeft men daar ooit iets van
gehoord, is daar een rechtszaak van
gemaakt
Nu komt men met de besebul
diging dat de heer Handgrsaf onge
schikt was voor zijn taak. Dit vindt
spreker wel erg, waar de heer
Handgraaf voor een betrekkelijk
geringe beloon ing zooveel arbeid,
ook 's avonds en vaak 's nachts
heeft verricht.
Bovendien wil spreker er aan
herinneren, dat er een Levensmid
delencommissie was, waarin eenige
raadsleden zaten, die voortdurend
contact hadden met het Levensmid-
delecbediijf. Spreker betreurt alleen
dat de heer Handgraaf een doos
zeep heeft aangenomen en dit zal
hij achteraf ze'f ook betreuren.
Spreker betreurt ook dat de heer
Handgraaf een verkeerde wending
aan het debat heeft gegeven, door
er de politiek en de kerk bij te pas
te brengen. Spreker kan er in het
rapport der commissie niets over
vinden.
De heer Schilling: Juist.
De commissie heeft ia de con
clusies niet voorgesteld streng te
straffen. Daarm. kan spr. mede gaan.
Spreker wu nog opmerken niet
gedacht te hebben dat de discussies
hierover zulk een omvang zoudea
nemen. Wij hebbon er twee geheime
zittingen en tw e openbare aan
gewijd. Spreker hoopt dat een zaak
als deze nooit meer voorkomt, maar
wij hebben wel geleefd, hoe een
kwestie als deze niet moet worden
behandeld. Als wij aan de hand van
het rapport eenige opmerkingen
hadden gemaakt, waren wij veel
vlugger klaar geweest. De agenda
is groot en bevat vele belangrjjke
punten, die we nu weer moeten
uitstellen.
De heer Vermeulen stelt voor
de interpellatie-Schilling inzake het
ontslag van gemeentewerklieden te
behandelen, wijl dit noodzakelijk is.
De heer Netscher stelt voor
de discussies over het rapport te
sluiten en tot stemming over de
conclusies over te gaan.
De Voorzitter en verschil
lende leden wenschen echter nog
het woord.
Het voorstel van den heer Netscher
wordt met 9—2 stemmen verwor
pen. Voor de heeren Netscher en
Landeweerd.
Het voorstel van den heer Ver
meulen om de interpellatie-Schilling
te behandelen wordt met 9—4
aangenomen. Tegen de heeren
Schuitemaker, Bosman, Landeweerd
en Brink.
De heer Schilling zegt dat
toen bekend werd dat losse ge
meentewerklieden hun ontslag zou
den krijgeD, gelijktijdig een oproep
werd gedaan voor 5 vaste werk
ieden. Spreker had gedacht dat er
wel geschikte bij de iosse werk-
ieden waren geweest, maar kart
laar niet over oordeelen. Er is
chter één man bij die volgens
spreker wel geschikt is, n.l. bij den
Reinigingsdienst, die gezien is bij
alle superieuren en ook bij de
burgerij. Men kan aau de straten
zien, wanneer hij geveegd heeft. Er
is volgens spreker geen beter werk
man te vinden, omdat hij buiten
gewoon goed zijn werk doet. Het
eenige bezwaar is, dat hij te oud
is, n.l. 40 jaar. Kan hier nu geen
gebruik gemaakt worden van art.
3 van het Werkliedenreglement, en
deze man benoemd kunnen worden.
De heer Handgraaf zegt hier
ook veel voor te gevoelen.
Se heer Vermeulen zegt dat
deze zaak reeds in B. en W. be
sproken is. Spreker weet dat de
genoemde een uitstekend werkman
is. Afwijking van het reglement
gaat echter alleen als er onvol
doende sollicitanten zijD, en die
zijn er 1720.
De heer Schilling zegt een
motie te willen indienen, waarin B.
en W. wordt uitgenoodigd dezen
werkman in vasten dienst te nemen.
De heer Landeweerd zegt
dat als de raad anders wil, hij
wijziging van het werkliedenregle
ment mo8t vaststellen.
De heer Vermeulen zegt
ernstig het verzoek van den heer
SchilliDg te zullen overwegen, maar
spreker wil er het hcofd van tak
van dienst over hooien.
De heer Schilling zegt met deze
verklaring de beslissing met ver
trouwen af te wachten.
Voortgezet worden de discussies
over het rapport inzake het ievens-
middelenbedrijf.
De Voorzitter zegt er steeds
tegen te zijn geweest om een Di
recteur voor het Levensmiddelen-
bedrijf te benoemen. Dan was nie
mand anders dan Wiebenga dit
geworden, want van oneerlijkheid
was nog niets gebleken en onbe
kwaam was hij niet. Dan was de
corruptie nog grooter geworden.
Wat de onregelmatigheden be
treft, de Commissie ken veel moei
te weten komen, omdat Wiebenga
alles aan de commissie heeft gezegd.
Toen de kwestie van h6t aannemen
der zeep aan het licht kwam, is
dadelijk ingegrepen en kon alles
worden teruggegeven.
De uitgifte der broodkaarten was
hier de laatste jaren goed geregeld.
Spreker gelooft niet dat onze distri
butie slechter is geweest, als op
andere plaatsen.
Spreker zegt te meenen dat de
controleur van der Wateren wel
geschikt is om de zaken aan het
levensmiddelecbediijf verder af te
wikkelen.
De heer Schuitenmaker: De
heer Handgraaf vindt hem onge
schikt.
De Voorzitter: Van der
Wateren is een bstrouwbaar ambte
naar. Da raad wil een administra
teur en daarom zal deze nog be
noemd worden. Maar spet ker vindt
het niet coodig.
Spreker wijst nog e^ns op d-n
ontzaglijken arbeid, door den heer
Handgraaf verrcht.
De heer Schilling zegt de
commissie geea verwet te willen
maken over de coi c'usie i: zake
het aannemen van een io lage der
Slagersvereeniging. Spreker gaat
daa in mede, maar bad alleen ge
wild dat de betrokkenen gehoord
waren.
Spreker zegt te betreuren dat de
heer Handgraaf er politiek van
maakte. Dal hebben wij riet
gedaan. Wanneer de sociaal-demo
craten deze dingen waren ten laste
gelegd, er heel wat ergers gehoord
zou zijn.
Wat de zerpfabrb-k betn-ft, spr.
zou daar vóór geweest zgr, wan
neer bij mislukking do voorzitter
zich voor de rchade aansprakelrjk
had gesteld. Maar om aan deu
ergsten zeepnood te ontkomen had
spreker wel willen medewerken.
Dit zegt hij om een verkeerden in
druk bij de burgerij weg te nemen.
DoVoorzitte r deelt nog mede
dat men erg ongelukkig is geweest
met de magazijn-controle. Nu is een
deel opgeoosen, maar het resultaat
is nog niet bekend.
De heer Handgraaf voert nog
maals het woord.
De heer Dalme^er zegt dat
inzake de zeepfabriek nog een mo
gelijkheid had bestaan, n.l. dat de
voorzitter toestemming had gevraagd
en de zeep te mogen fabriceeren.
De Voorzitter zegt dat die
toestemming niet verkregen kon
worden, omdat de N.O.T. condities
dit beletten.
De heer D a 1 m e ij e r vraagt waar
die f 4000 voor de betaling der soda
zijn vandaan gekomen. Die heeft
de >aad niet toegestaan.
De heer Schilling: Dat is
natuurlijk in andere bedragen ver
werkt.
De heer D a 1 m e tj e r vraagt
wanneer deze zaak niet publiek
geworden was, hoe de verantwoor
ding dan was geschied.
De Voorzitter: Het staat in
de boeken.
De heer Brink: Er was een
raadslid in betrokken, die iets deed
wat hij niet mocht.
Spreker zegt dat de heer Vermeu-
lend erkend heeft dat hij met Wie
benga heeft gesproken en hem een
betrekking heeft aangeboden.
Wat de boter van de Reedersver.
betreft, de burgerij kresg tekort
Melange B en deze kreeg de Ree
dersver. Waar deze Melange A krijgt
heeft zij tot nu toe nog niet de
MelaDge B terug kunnen geven.
Spreker zegt niet van politieke
fortuintjes te houden, hij zegt de
dingen, zooals ze zijn. Wat de zeep
fabricatie betreft, spreker zou er
tegen geweest zijn, omdat de over
heid dit niet mocht doen.
Spreker herhaalt nog eens van
een éénhoofdige leiding, van ééa
Directeur, betere resultaten te heb
ben verwacht.
De controle was beslist onvol
doende, vooral op de broodkaarten,
terwijl de Minister daar steeds op
aangedrongen heeft.
Spreker meent dat de rantsoc-
neering veel beter geregeld had kun
nen z^n. Ook nu nog worden artike
len toegezegd, di9 er niet zjjn.
Tenslotte zegt spreker te blijven
gelooven dat de heer Handgraaf er
van wist dat Meerzicht boven het
bepaalde rantsoen kreeg.
De heer Brink vraagt waarom
een der in het rapport genoemden
in vasten dienst is benoemd.
De Voorzitter: Omdat B. en
W. vertrouwen hadden in haar.
De heer Brink: Er is echter
nog een zaak, die in handen der
justitie is. Spreker vraagt toestem
ming van den raad dat de Commissie
ook den zeepdiefstal onderzoeken zal
De heer Schuitenmaker
vraagt of het nu hierbij blijven
zal. Hoa staat de :aad nu tegen
over de Commissie. Er is wantrou
wen tegen de Commissie uitgespro
ken.
De heer Schilling: Door wie
dan toch? Spreker weet daar niets
van.
De heer Schuitenmaker:
Landeweerd.
De heer Landeweerd zegt
dat men een zaak breed uit kan
meten. Spreker is tegen alle corruptie
ea er zijn feiten aan 't Jicht geko
men, die aan de controle zijn ont
snapt.
Maar er komt veel dikdoening bij.
De heer Brink: Daar zijn jullie
de oorzaak van.
De heer Schuitenmaker
vraagt of het werk der Commissie
niet goed was.
De heer Landeweerd: Baar
is niets van gezegd. Maar als de
heer Handgraaf stellig verklaart
niet te weten dat Meerzicht meer
kreeg dan het vastgestelde rantsoeD,
gelooft spreker dit evenzoo goed
als het rapport der Commissie.
De heer Brink: Gelooft u dat
maar. Het rapport der Commissie
is leugen.
Da Voorzitter stelt voor de
vergadering te sluiten.
De heer Schuitenmaker:
Dus 't is afgeloopen.
De heer Landeweerd: Ja, er
wordt voorgesteld dat B. en W.
zullen straffen en deze straffen zijn
al uitgedeeld.
Deheer Schuitenmaker zegt
er genoeg van te hebben. Spreker
zal aan een nieuw onderzoek niet
mede doen, hg bedankt er voor nog
verder lid der commissie te zijn.
De Voorzitter sluit hierop de
vergadering.
Advertenties»
Net Dagmeisje
N.V. ZEEVISCHHANDEL
van
v. OTERENDORP <fc Co. IJMUIDEN
Jaarlij ksche
Algemeene Vergadering van Aan
deelhouders op Zaterdag 26 April
des n.m. 3 uur Paiklaan 53 te
Haarlem.
De punten van behandeling lig
gen vanaf heden ter visie ten kan
tore der Vennootschap.
De Directie.
IJmuiden, 11 April 1919.
Ondertrouwd:
PIETER H. SPROKKREEFE
en
MARIA C. BARENTSE.
Haarlem, Kleine Houtstraat 103rood.
Rotteidam, Benthemstraat ijs.
10 April 1918.
gevraagd. Mej. Hamburg Kanaalstraat 120.