ORGAAN VOOR DE GEMEENTE VELSEN
De huisbewaarster
No. 379,
DEEDE BLAD,
Saterdag 28 Juut 1919
és J a&rgaug
Va», den Wachttoren.
Het wispelturige weer.
Een praatje over het weer is
gewoonlijk al heel weinig interes
sant. Men houdt meestal winkeliers,
schippers en barbiers voor men-
sehen, die het weer voor in den
mond hebben, maar men kan er
hst andere deel der mensehheid
gerust bjjnemen. Er is geen onder
werp, dat zooveel besproken wordt
als het weer. Wanneer het snik
heet is, dan ksn men uit den mond
van alle kennissen, die men tegen
komt, telkens weer hoorenWat
is het warm vandaagAlsof men
dat nog niet wistAlsof men door
de warmte alleen niet reeds slaperig
genoeg wasDe dagbladpers zorgt
tegenwoordig ook voor wetenschap
pelijke weerpraatjes en het motereo
logische instituut voor weeigege^
vens, zoodat men precies kan weten
hoeveel uren zosnesehijn man in
de voorafgaande maand te veel of
te weinig gehad heeft. De weerbe-
sehouwitigen van den deskundige
in „Het Vaderland" trekken nogal
de aandacht. Ze houden zoo wat
het midden tusschen den twijfel
van den man, die het weer grillig
en onberekenbaar noemt als het
humeur van een vrouw en de zeker
heid der Eekhmzer Almanak. Het
mannelijke humeur is natuurlijk
even bestendig als het weer iu
September, de maand, waarin de
wijzer van het weerglas vaak vast
geroest schijnt te zij». Dit voorjaar
is het weer telkens leelijk van de
wijs. Nu is het een paar dagen
wear voor een extra wollen deken
en dan weer vreest men in een
plas van zweetdroppels t8 zullen
verdwijnen. In een ding is het weer
«iehzeïf gelijk. Ui het warm of koud
is, stil of winderig, of hit weerglas
daalt of rijst, of het haantje naar
het zuiden of het noorden wijst,
het is en blijft droog. Br. Baston
heeft eens over de periodiciteit van
de strenge winters geschreven en
voorspeld oen serie van ouderwets
strenge winters. 1917 was de eerste,
daarna kwam de uitzondering, die
cjen regel bevestigde en soo gaan
we een periode door, waarin regel
en uitzondering elkander wel zuilen
afwisselen. Het scbjjnt echter, dat
een droge voorzomer ook regel
wordt. De wind draait in de Mei
maand meest naar het noorden en
oosten en dat geeft brandende zon
des daags en vorst des nachts met
sen steenharden bodem, In vele
streken van ons land hebben akker
en weide leelijk onder het gebrek
aan water te ljjden. Waarom, is het
weer thans zoo wispelturig en ver
schilt de thermometerstand den
eenen dag soms 10—20 graden met
den anderen Er heerscht onrust
en revolutie in de aarde en in de
atmosfeer. Er zijn groote nieuwe
zonnevlekken ontdekt.. Uit den
zonnebrand is een reusachtige wolk
van rook opgestegen. Be Kloet is
opeens een van de bekende vuleanen
van Java geworden. Niet alleen de
volkeren hebben ne;ging om opstand
te maken.
Het is eigenlijk erg dwaas om
over het weer te klagen en zich
boos te maken, dat er geen regen
komt, wanneer men dien voor zijn
nietig plekje grond juist zoo noodig
heeft. Al de geweldige krachten,
die in ket heelal werken en den
toestand van het weer bepa!en, zijn
er toeh niet voor ons akkertje en
tuintje, Ze werken toeh niet, opdat
de hand vat. Eike vergelijking gaat
mank. Eet is zeer de vraag, of de
toekomst inderdaad zal gelijken op
een sehoone, jonge vrouw, als ze
bij ons gekomen is. In het rina
van het vorige jaar zagen we de
toekomst naderen en we wachtten
haar met verliefde oogen af. Na
den wapenstilstand zou het gauw
weer overvloed van alles zijn en
de prijzen zouden dalen en het
leven makkelijker worden. En thans
beginnen de prijzen van sommige
artikelen zelfs nog te stijgener is
meer te krijgen, zeker, maar het
leven is er waarlijk niet goedkooper
op geworden. We zagen Wilson
kernen en de wereld gelukkig maken
met den echten vrede en dan kwam
al spoedig de verbroedering tusschen
de volkeren en de ontwapening. Wij
zijn zoo aan den oorlog gewoon,
dat we er haast niet meer aan
deuken, dat er nog voortdurend fel
gevochten wordt in het Oosten.
wij voldoends wagens hooi zullen dat Europa evenals beschavingen en
binnenhalen en van sappige aard
beien zullen smullen. De grootsche
harmonie, de onverbrekelijke samen
hang tusschen ai de wetten en
krachten in het universum zijn toch
niet gericht juist op onze beursen
maag. Onze aarde is is het universum
niets das een korrehje la de graan
schuur, minder nog, niets dan een
stofje qp een korreltje in een schuur.
En wat zijn dan onze akkers en
weiden 1 Het weer is er niet om
ons. Als we dat bedenken, zuilen
we wat beter leeren or>ze ziel in
lijdzaamheid te bezitten, wanneer
het niet „meeweert". We hebben
niets te eischen en te vragen en
wat het weer ons schenkt, is nog
meer dan genoeg. We komen verder
met weerfllosofie dan met weer-
praatjes en ook met weervoorspel
lingen.
Onberekenbaarheden.
Men heeft da toekomst wel eens
vergeleken bij de sehoone, om
sluierde bruid, die in het Oosten
haar bruidegom tegemoet gaat en
jhaar sluier rfUgt, als hij haar bij
machten in de oudheid zou meen
storten. Als het maar eens vrede
was, dan zou men vergeten wat
gtbeu/d was en weer hard aanhef
werk ga&n. Op elk gebied vei washtte
men immers herstel, reconstructie en
men sprak van den grooten tijd en
van den snollen polsslag va» den
tijd en van de rijken oogst vas
hervormingen. Ea nu lijkt Europa
wel een doodstrijd te voeren. Hoe
komea de verslagen rijken er ooit
weer bovenop? Maar ook de over
winnaars zijn er slecht aan toe.
In Belg'ë heerscht wanhoop, in
Frankrijk verwacht men eik oogen
blik een uitbarsting van ontevre
denheid en teleurstelling, in Italië
18 men zeer ontgoocheld, want al
komt er een grooter Italië, dat zal
ook een armer Italië zijn. Besluier
Ss gevallen en men ziet eerder een
leelijke heks dan een bekoorlijke
jonkvrouw. Maar alweer zien we in
de V8rte een andere gestalte; een
nieuwe toekomst nadert. De voor-
loopige vrede is gesloten en na een
paar maanden zullen de definitieve
regelen getroffen zijn en dan
Ja, dan zal zoo langzamerhand weer
een sluier afgeworpen worden en
misschien zien we het sehoone,
blozende gelaat van een nieuw ge
luk, misschien het leelijke hard?
gez eht van nieuwe moeiten. On
berekenbaar blijft de toekomst.
Uit de Provincie
Uit Wormerveer vernemsa wjj,
dat daar ter plaatse van 9 tot 18
Augustus a.s. een tentoonstelling
van Industrie en Handel gehouden
zal worden op initiatief van de
Wormerveersshe M ddenstandsver-
eenigiug.
De tentoonstelling zal in v.-rschil-
lende, daarvoor zeer geschikte loka
liteit n gehouden worden en belooft
een aardig geheel te zullen worden,
waarbij de bedoeling van den opzet,
het ia wijden kring bekend makes
van welken omvang de groot- en
kleinhandel te Wormerveer is, be
reikt zal worden.
Daar van alle zijden medewerking
toegezegd wordt en reeds veel
plaatsruimte genomen is, Iaat het
zich aanzien, dat nu reeds meer
localiteiten dan verwacht werd, voor
het doel zullen moeten bestemd
worden.
Aangezien de tentoonstelling in
de vacantia gehouden wordt en
Wormerveer, zoowei per boot, spoor
ais per fiets van vele plaatsen in
N. Holland bereikbaar is meent men
wel te kunnen rekenen op een druk
bezoek; het aaEgename van een
boottocht of ritje per fiets kan dau
met het nuttige, n.l. kennismaking
met wat in oen kleine plaats aan
de zoo nijvere Zaanstreek ge
produceerd en verhandeld wordt,
vereenigd worden,
"Wij vernemen, dat spoit-, gym
nastiek- en muziekfeesten de aan
trekkelijkheid nog zullen verhoe-gen.
Versiering van Potlepels.
Door het Bestuur van de Noord-
Eoll. Yereeniging voor Volkskunst
worden belangrijke prijsvragen uit
geschreven.
Het vraagt inzending van Ver
sierde Potlepels, ieder vrij latend
welke versiering toe te passen, mits
de lepel als gebruikstuk zijn waarde
behoudt. Aan greotte en vorm van
PoFepel is men niet ge'oondeD.
„Geld verwerven is knap, geld bewa
ren wtfs, maar geld goed besteden
de knnst der knnsten.
Hst versieren van een Potlepel
is een prijsvraag waaraan is waar
heid jong en oud kunnen meedoen,
Als prezen voor da mooist ver
sierde lepels worden uitgeloofd
een prijs van f25, een van f 15,
een vau f 10 en twee van f 5.
Zij die hunne krachten aan de
uitwerking van deze prijsvraag
willen wijden, worden verzocht naam,
woonplaats en beroep, zoo noodig
ook leeftijd, vóór 15 Juli op te
geven aan een der volgende adressen
G. J. BleesKzn., VoorzirierN. Boll.
Ver. v. Volkskunst, Westzijde 166,
Zaandam Mej. Eiis, M. Rogge, Secr.
Noord-Holl. Ver. (voor Volkskunst,
Koninginneweg 93, HaarlemOtto
van Tussenbroek, Directeur Museum
v. Kunstnijverheid, Haarlem.
De inzending van de versierde
Potlepels staat open tot en moet
geschieden vóór 1 November aan
het Museum v. Kunstnijverheid ta
Haarlem.
In aansluiting met deze prijsvraag,
vraagt het Bestuur inzending van
bewerkte en versierde Potlepel-
rekken, Deurknoppen, Broodborden,
StoveD, Borstels met versierden mg
ea Borstelhaagers, benevens Vorm-
planken.
Ook voor deze inzendingen wor
den geldprijzen bestemd. Zij die
deze voorwerpen wenschen in ta
zenden worden eveneens verzocht
hun naam aan ean der bovenstaande
adressen op te geven. Ook hiervoor
is de inzending opengesteld tot
1 November, en het adres van in
zending het Museum van Kunst
nijverheid te Haarlem.
FEUILLETON.
Medaillon? Daar weet ik niets van.
Een medallion met robjjnen kru's
en binnenin het portret van mijn
verlo-en nichtje. Ik ben 't kwijt
geraakt, toen ik de eerste keer het
huis kwam zien.
Mevrouw Pinder heeft me nooit
verteld, dat zij iets gevonden heeft,
gaf Lauee meewarig ten antwoord.
Maar ik zsl direct voor U gaan
zoeken.
O, dank U wel, mr. Mauw. ik
hoop vurig, dat U 't vindt, want't
is het eenige portret wat ik van
mijn verloren lieveling heb.
Toen vertelde zy Laucehet verhaal
van haar nichtje, zooals zij dat aan
Mevrouw Pinder, aan Ilwu en aan
zooveel anderen verteld had.
Aan het eind van haar verhaal
gekomen waren ze juist bg „The
Fuss" aangekomen en hielp Lauce
zijn gesellin uitstappen.
Mevrouw Pinder die toevallig aan
het raam naar buiten zat tek|kea
zag hen door de modderige sneeuw
nader komen en liep naar de voor
deur om hen te ontvangen.
Toen ze mevrouw Bloom aanzag,
herinnerde zij zich plotseling, waar
over ze kwam en schudde mede-
lgdend het hoofd.
't Spijt me vreeselijk, maar ik heb
't niet gevonden, zei ze, hoewel ik
het heele huis van onder tot boven
doorzocht heb. U moet 't dus wel
in den trein verloren hebben.
Mevrouw Bloom keek treurig voor
zich.
Ja, dat is dau 't eenige wat over
blijft, antwoordde ze, hoewel wij in
alls kranten oproepingen hebben
gezet.
Kom laten we er maar 't beste
van hopen, zei Lauce, die medeleden
met haar had. Ik ben vandaag hier
gekomen om iets te zoeken gü zal
dus meteen goed rond kijken voor U.
Ik wist niet, dat je mevrouw
Bloom kende, Lauee, zei mevrouw
Pinder verwonderd, toen zij in de
kamer by een zaten.
Ik ontmoette haar voor 't eerst
een uur geleden aan het station,
moeder gaf Lauce ten antwoord.
Mevrouw Bloom vertelde mij alles
omtrent haar bezoeken en't verlies
van het medaillon.
't Kan niet in huis zjjn, zei Lena's
moeder vastbesloten, daar ben ik
van overtuigd, ik heb alles en alles
doorzocht, wetênde hoe U er aan
gehecht bent, mevrouw Bloom.
O, maar 't is niet omdat "t van
goud is, of om de edelsteenen, maar
alles wat me nog rest van mijn
verloren lieveling. Maar wat is er
mevrouw, riep ze plotseling ver
schrikt uit, ziende hoe bleek mevrouw
Pinder werd.
Niets, niets, gaf Lena's moeder
haastig ten antwoord. Een voorbij
gaande gedachte, Lauee, alsjemijn
raad opvolgt, begin dan niet in den
tuin naar het mes te zoeken.
Mes, mes? riep mevrouw Bloom
uit en nu was 't haar beurt om
doodeljjk wit te worden, spreekt
toch niet over dia verschrikkelijke
moordgeschiedenis? vroeg ze rillend.
Ja, dat doeik, antwoordde mevrouw
Pinder rustig. Mr. Mauw wii alles
nog eens terdege doorzoeken. Ais
't mos gevonden is, kunnen we-den
schuldige vinden.
Daar komt Lena aan, riep Lauee
blij uit.
Lena kwam onstuimig binnen
hollen met uitgestrekte handen en
blijde oogen Lauce begroetend.
Mevrouw Bioom keek haar be
wonderend aan.
Dus dat is Uw dochter, zei ze
mevrouw PiEder aanziend. "Wat is
U gelukkig, zgo'b mooi, statig kind
te hebben.
Mijn Dora zal wel niet zoo groot
en slask geworden zijn, ze was zoo'n
smal tenger poppetje met haar
gouden krullen en blauwe oogen
enin gedachten staarde zij voor
zich uit, geheel verdiept in het ver
lorene.
Lena, zei mevrouw Pinder plot
seling, Lauce is hier gekomen om
den tuin nog eens te doorzoeken,
beginnen jullie nu maar dadelijk,
dan blijft mevrouw Bloom rustig
een beerie bij me.
Lena keek haar moeder onder
zoekend aan.
Wat is er maatje, vroeg ze vleiend.
U ziet ©r entdaan uit?
Niets kindje, niets was 't vlugge
antwoord, ga nn nuar gauw met
Lauee mee.
Lena verliet met Lauee de kamer
en de twee vrouwen bleven alleen
achter.
Mevrouw Pinder was wel degelijk
erg geschrokken. Terwijl mevrouw
Bioom over haar nichtje verteld had,
had ze plotseling aan Amy Jagard
moeten denken. De beschrij ving die
mevrouw Bloom van haar gaf was
geheel die van Amy en deze was
dus hoogstwaarschijnlijk 'fc verleren
nichtje van de arme vrouw.
Hoe meer ze over alle kleine
voorvallen nadacht, hoe meer ze
overtuigd werd, dat Amy het ver
leren schaap was en niemand anders.
Geen ivonder dat Amy haar den
laatsten dag van haar bezoek aan
iemandhadherinnsrd.'t Was natuur
lijk het portret wat mevrouw Bloom
haar de eerste maal had getoond.
Er was geen twijfel meer mogelijk.
Amy was 't meisje, dat jaren ge
leden de straat was opgeloopen.
Toch vond zij ket beter voorleopig
nog niets aan de goede vrouw te
zeggen, maar ze besloot zoo spoedig
mogelijk alles van Jagard te weten
te zien te komen. Daarvan zou
afhangen of ze wel of niet met
mevrouw Bloom zou spreken.
Ze hield van deze vrouw met
haar eenvoudige, hartelijke natuur
en hoopte innig haar te kunnen
helpen.
Mevrouw Pinder gevoelde zich
innerlijk zenuwachtig door haar ont
dekking maar oudergewoonte be-
heerschte zij zich volkomen en
toonde geen enkel blijk van onrust.
Wel was ze opvallend stil, terwijl
z|j af en aan liep om de thee in
orde te maken. Mevrouw Bloom was
geen opmerkzame natuur en bab
belde argeloos door over haar leven.
Ik ben anders niet zoo openhartig,
gaf ze iu vertrouwen toe, terwijl ze
met innig welbehagen haar thee
dronk, maar van het eerste ©ogen
blik af, dat ik hier kwam, had ik
'n gevoel, dat U me zoudt begrijpen.
Mevrouw Pin der knikte vriendelij k,
terwijl haar oogen met afwezigen
blik door 't raam naar buiten
dwaalden.
Wij zullen afwachten wat die
aardige, jouge man gevonden heeft,
ging mevrouw Bloom ongestoord
verder. Wat zal Sam blij zijn, als
't hier eens werd gevonden. Dat
verlies heeft hem zoo somber en
geheimzinnig gemaakt.
Geheimzinnig, herhaalde mevrouw
Pinder, verwonderd. Wat bedoelt U?
Ja, dat is zoo moeilijk uit te
l8ggen, antwoordde 't praatgrage
vrouwtje, terwijl ze haar dikke
handjes over elkaar wreef.
Ziet U, Sam is altijd een goede
echtgenoot geweest voor me, maar
sinds dat kind weg is, gaat hjj
dikwijls uit en ik weet niet waar
heen.
Maar deed hij dat vroeger nooit?
Ja, natuurlijk, hij liep in en nit,
zooals mannen dat gewoonlijk doen,
maar ik wist altijd, waar hij heen
ging en hoe laat hij terug kwam.
Zijn vrienden en diens vrouwen
waren ook mijn kennissen zooals
dat behoort, maar nu sinds een jaar
of vijf, zes gaat hij uit en ik weet
niet waarheen en dat hindert me
geducht-
Heef t hij U verteld, wie zijn
vrienden waren?
(Wordt vervolgd).
iJMUIDER COURANT
Da verbittering tusschen de stalen,
'de ouden en de nieuwen, is er
waar,pk niet minder op geworden.
Van een nederlaag van het mili
tarisme is al vast in den eersten
tijd geen sprake. Wo hebben niets
willen weten van de voorspelling;
- V- 'S-TRSÏv'i-Sltkiv--.
geeft U daarom als lid op -van het Cen
traal Genootschap voor Kinder-Herstel-
lings en Vaeantie-Kolonies, Afdoe'ing
Kennemerland, Secretaresse Mej. L E
Kollöffel, Hyksweg 22.
26