ORGAAN VOOR DE GEMEENTE VELSEN
vooruitbetaling
No. 410.
Zaterdag 18 October 1919
4e Jaargang
Abonnementsprijs80 «ts., per 3 maanden, franco per
post 95 ets., voor het Bnitenland i 1.25. Abonnementen
worden aangenomen aan het Bursas en bij d« Agenten
Tot plaatsing ran adrbrtentlBn van bulten de gemeente
VELSEN ln dit blad Is nltslnltend gerechtigd het
Adrertentleborean P. F. C. R O L 8 K, IJMCIDEN.
Terschijnt Woensdags en Zaterdags
Uitgave van de Naaml. Venn. Uitgevers M£., ¥I«Baniée.n"
ADRES VOOR REDACTIE EN ADMINISTRATIE:
N. V. Drukkerij Sicjewel, Willemsplein 11, IJmniden
Telefoon 158 -~
ADVERTENTlFN van 15 regels 75 «ts. Iedere regel
meer 16 «ts. Kleine advertentiën en familieberichten
10 «ts per regel big vooruitbetaling. Ingezonden mede-
deelingen 25 «ts. per regel Adverfcentaecontracten
tegen zeer billijk Uriel Advertentfën u i t e r 1 k in
te zenden WGENSDAÖ en ZATERDAG tot 9 nnr v.aa.
Dit nummer bestaat
uit 2 bladen
EERSTE BLAD.
Kleine advertenties
en familieberichten kosten bij
slechts 10 cent per regel.
Dringend verzoek
om bij verhuizing het oude
en het nieuwe adres, NIET aan
den looper, doch aan ons bureau
WILLEM8PLEJN 11, op te
geven. De Administratie,
BERICHT.
In dit nummer begint onze nieuwe
feuilleton getiteld „Eindelek Opge
lost" van den beroemden Engelsehen
B«hrijver Mavis Trent.
Geljjk Spel.
De heer Brink is zeer verbolgen op
ens over het woerd „corruptie",
welk woord we meenden te mogen
gebruiken in one artikel over het
oflciëele raadsverslag iu ons nummer
van 4 Oct. j.1. Aan die boesheid gaf
hij uiting in de laatste raadsverga
dering. Hij noemde ons sshrgven
schunnig. Dat verbaast ons niet
weinig. De heer Brink sprak n.l. in
de raadsvergadering van 30 Sept.
*ijn twijfel uit ever de juistheid
van onze opgaaf betreffende de
oplaagIJmuider Courant. Hg twijfelt
aan onze waarheidsliefde eu aeht
ons in staat een onjuiste opgaaf te
verstrekken aan het ooilege van
B. en W. Ea meeat de heer Brink
nn inderdaad, dat het mandaat voor
den gemeenteraad een vrijbrief is
om verdachtmakingen uit te flappen
aan het adres van ieder, die niet
behoort tot de politieke partg van
den heer Brink?
Boor over ons ta oordeel6fl, ver
oordeelt de heer Brink zichzelf.
Wfl spelen gelijk spel ea zullen
er alles op zstten dat ie bleven doen.
Tan den Wachttor©».
Het occultisme en onze
gezondheid.
Mes behoeft nog geen tegenstander
van het spiritisme te zijn, om te
erkennen, dat het niet zonder ge
vaar is voor het zenuwleven. Iu
een Buitsch dagblad werd onlangs
beweerd, dat het spiritisme vaak
leidt tot krankzinnigheid. Het be
gint met de tafeldans en het eindigt
met het krankzinnigengesticht. In
een Dultsch geneeskundig tijdschrift
merkt Prof. Hanneberg daartegen
op, dat vaak ten onrechte krank
zinnigheid toegeschreven wordt aan
spiritistische liefhebberij au voor de
ziekte. Volgens hem is de krank
zinnigheid vaak geen gevolg van
hefe spiritisme maar b$ krankzin
nigen vindt men meermalen een
spiritistische kleuring hunner denk
beelden. Hij spreekt van een spiri
tistische zielsziekte, die met een
ziekelijke neiging tot lengen en
bedrog samengaat. Al aeht h{j deze
gevallen zeldzaam, toch noemt hjj
het spiritisme voor gevoelige, on
evenwichtige personen een ernstig
gevaar. Tnssehen gezond- en krank
zinnig ligt eon ruim gebied. Men
zegt wel eens, dat er in vrijheid
grooter gekken rondloopen daa
menige opgeslotene ia. Bjj spiritis
tische onderzoekingen loopt men
naar de opvatting van Br. Henne-
berg gevaar, dat een abnormaal
persoon <*ls medium, optreedt, waar
door de vergehguselen, die verkregen
worde», aan waarde aanmerkelijk
verliezen. Ook h6t andere gevaar is
niet gering. Er zijn zoovele ge
voelige, onevenwichtige mensehen,
wier gemoedsleven door het be
wonen van seances veel te sterk
aangegrepen wordt.
De merkwaardige occulte ver
schijnselen mogen zeer verschillend
verklaard woiden, hun bestaan kan
niet langer ontkend worden. Men
kan er zich niet langer met een
Alles larikoek! afmaken. Maar wel
moet men ze naderen met een bij
zonder groot talent voor zelf-eontrola
en een kalm, evenredig gemoeds
leven. Andera doet men beter op
een afstand te blijven.
Evenals in alle tijden van onrast
en schokken is er thaos groote be
langstelling voor het verborgene en
geheimzinnige in leven en geest.
Het occultisme bloeit. Rubini heeft
zijn duizenden volgelingen en aan
hangers. Beperkten de voorstellin
gen der telepataen zich tot proeven
van gedaehtenoverdracht, dan zou
hiertegen nog weinig bezwaar zijn.
Maar deze vertooningen zjjn vrig
saai en kunnen op den dunr niet
een avondlang een publiek in span
ning houden. Men heeft de prosven
eerst per auto, toen per politieboot
en laatst zelfs al per vliegtuig ge
somen. Men kan nu «iets nieuws
meer bedenken, om ze aantrekkelijk
te maken. De telepathes beginnen
nu ook te hypnotiseeren, ze brengen
een deel der zaal onder hun sug
gestie. Ze 8Uggereeren den een, dat
hij dronken is en alleen waggelend
kan loepen, anderen, dat ze hun
gevouwen handen niet meer los
kannen kragen. Dit lijkt ons niet
onbedenkelijk toe, waarschijnlijk
gelukken zulke proeven hst best
juist bij de onevenwichtigen, voor
wie ze het gevaarlijkst z^n. Voor
zichtigheid tegenover dergelijke uit
stapjes in het rjjk van hefc occultisme
lijkt ons daarom gei aden- Men
moet zich daarheen in ieder geval
niet begeven door het verlangen
naar prikkelende sensaties, door de
zucht naar het geheimzinnige. Drijft
de zuivere liefde tot ondersoek en
waarheid een rustige en Bterke per
soonlijkheid, dan kan het geen kwaad,
integendeel is er dan kans op «enig
licht in een zeer duister gebied.
Eerlijkheid tegenover de
distributie-v er ordeningen.
In een vergadering der Koninkl.
Academie heeft Prof. Uhlenbeek een
gedachtenisrede gehouden ter eere
van wfllen Prof. Verdam, een onzer
grootste taalgeleerden, die vooral
bijzonder veel gedaan heeft veor de
kennis van het middeleeuwsehe
Nederlandsch. Ook op dezen hoogen
leeftijd heeft hg nog hard gewerkt
aan zijn taalstudie. In deze rede
trof ons deze bijzonderheid uit het
particuliere leven van den enden
geleerde.
„Mat bewonderenswaardige vol
harding heeft hij veortgearbeid, reeds
wegteerend door onvoldoende voe
ding, verkleumend in een kille
kamer, met onkreukbare eerlijkheid
dedistributieverordeningen der over
heid nalevende. Toen een beter tgd
voer Nederland aanbrak, warpn de
krachten van den trouwen werker
al aan het inzinken".
Tegenover de distributiewetten
waren de gewetens der meeste
Nederlanders zoo ruim, dat men er
een wagen met vier paarden in kon
rondzwaaien. Als ik het maar heb,
was de leuzeEr is gehamsterd ea
gesmokkeld door menscfeen, die
anders de wet in hst algemeen eer
biedigen. Deze grjjze geleerde heeft
echter niet meer voedsel en brand
stof willen hebben, dan hem geoor
loofd was. Hjj heeft ernst gemaakt
met hot gemeenschappelijk onder
gaan van ds-a nSod van den tijd
Hij heeft uit gemeenschapszin koude
geleden bij zijn arbeid en geen
vleesch en andere versterkende mid
delen gesmokkeld, die hg toch zoo
noodig had.
Pref. Uhlenbeek deed gosd, deze
kleine bijzonderheid bekend te maken
Ze strekt den onlangs overledene
niet minder tot roem dan zija vele
werken op taalhistorisch gebied.
Als alle» gedaan hadden als hij, dan
zou het rantsoen voor hen, die njots
bij konden koopen grooter geweest
zijn es ons volk ware niet een groote
bende knoeiers en smokkelaars ge
worden, gelijk het geval ia geweest.
Immers negentig proeent van onze
bevolking was Iw^er een weinig
oneerlijk daa koud en wensehte ook
niet zich met minder dan gewoonlijk
te vergenoegen, zoolang er nog tegen
geld wel een en ander langs een
achterdeurtje te krijgen was.
Zoo was prof. Verdam een groot
taalgeleerde maar ook een goed
burger.
Gemeenteraad.
Zitting van Dinsdag 14 October 1919.
(Vervolg).
De heer Sluiters: Nou, u hebt
meer te eommandeeren dan ik.
De heer Laudeweert zegt dat
de discussies zoe geloopen zijn, dat
men hem geheel misverstaan heeft.
Spreker zegt dat het voorstel tot
varhooging van het salaris der wet
houders door den Burgemeester is
gedaan.
De heer Schilling: Wistuer
ook niet van?
Ge heer Landeweertzegt den
heer Schilling niet ts begrijpen.
Be Voorzitter hamert voortdurend
Be heer Schilling vraagt nog
een paar maalWist u er niet van
Dan geef ik u het begrijpen cadeau.
Be heer Landeweert: Wat die
Commissievergadering des middags
betrefb, deze is uitgeschreven om
dat de leden 'savonds niét wilden
komen. Spreker proteBtoerfc tegen
zulk een wijze van bestrijding.
Beheer S chilling: Non, nou I
De heer Brink: U aultwel eens
meer niet zacht aangepakt worden.
De heer Landeweert: Maar dan
op een eerlijke wjjze.
De heer Brink: Formeel heeft
de wethouder gelijk, maar hij zal
er wel van geweten hebben. Spreker
vindt het echter verkeerd dat B. en
W. niet met een voorstel bot ver
hooging van het presentiegeld zjjn
gekomen.
Be heer Vermeulen: Het is
jammer dat de voorzitter niet toe
liet dat hier tevens over de mid
dagvergaderingen werd gesproken.
Want ar is wel degelijk verband
tussehen deze middagvoorstellingen
Interrupties.
De heer Vermeulen: Ik weet
wel wat ik zegTussehen deze
middagvoorstellingen en het presen
tiegeld.
Spreker wil het voorstel aanhouden
tot de begroeting.
Wat de houding van B. en W.
betreft, er is in de 19 jaren raads
lidmaatschap vaa spreker door B.
en W. nog nooit een voorstel tot
verhooging vsn het presentiegeld
gedaan.
Het amendement van B. en W.
om de verkooging met ingang va»
1 September te doen ingaan, wordt
met 9 tegen 7 stemmen aangenomen.
Vóór stemden mevr. Beers en de
hoeren Hes^inga, Landeweert, Duene-
bier, Vermeulen, Lacgeadjjk, v. d.
Does, Handgraaf en Tusenius.
Het voorstel tot verhoagiag wordt
daarop aangenomen met 13 tegen
3 stemmen. Tegen de heeren Ver
meulen en Tusenius en mevrouw
Beers. De heer Vermeulen zegt
tegen te stemmen, omdat het voor
stel niet aangehouden wordt tobde
begrooting.
Bjj de vaststelling van het ver-
menigvuldigingseijfer voer de heffing
van den hoofdelijke» omslag dienst
19191920 stellen B. en W. voor
dit eijfer op 2 45 te laten.
De heer V ermeulen verwon
dert zich erover, waar B. ea W.
aiies moeten in 'fcwsrk stellen om
aan geld te komen, zij voorstellen
het cijfer niet te verhoogen en nn
als een struisvogel den kop in het
zand steken.
Spreker kau zich dit voorstel
van den voorzitter niet begrijpen,
vooral waar deze aangekondigd beeft
dat hij Weggaat, dat dit zjjn laatste
groote daad zal zjju ea hij de
moeilijkheden verschuift naar een
volgend jaar. Met een variant zou
men dan kunnen zeggen, niet „après
nous", maar „après moi le déluge".
(Na mQ mag er gebeuren wat er
wil).
Do Voorzitter: Vcor u verder
gaat wil ik u zeggen dat ik er tegen
ben.
De heer Vermeulen: Ik con
stateer dan dat er oneenigheid in
het college is.
Spreker ia tegen deze wijzo van
doen. Daarom was hg ook tegen de
wijziging der verordening.
De heer Dunnebier: Wat die
oneenigheid betreft, feitelijk waren
alle leden tegen dit voorstel, maar
we moesten uit twee kwaden een
keus doen.
De heer Netscher wijst op
twee eigenaardigheden in het voor
stel van B. en W. Zij zoggen dat
een goed financieel beheer een ver-
meaigvulöigingscijfsr van S eistht,
later zeggen zij dit niet aan te
durvea en daarom van het gezond
financieel beheer at te wijken.
Spreker wil zeggen dat de Finan
cieels Commissie zich geenszins aan-
sprakeigk stelt voor dit voorstel.
Spreker heeft in de Commissie ge
sproken van een finascieele politiek
van avonturen en de Voorzitter is
toen boos geworden. Maar hg is
tweemaal in 't gehjk gesteld, eerst
met de kwestie der bakkers en nu
in dezo zaak.
De heer Schilling is voor dit
voorstel. Spreker bsgrgpt dat als
er geld noodig is dit gevonden zal
moeten worden, maar eeu vermenig-
vuldigings cgfer van 8 is toch te
erg. Be bedreven zullen toch wel
eenB aan den arbeider gaan en
anders moeten we maar alle moge-
ïgke zuinigheid betrachten.
Mevr. Beers vindt het vreemd
dat er geen advies van de Financi
eels Commissie is. Spreekster vraagt
hoe B. en W. 'b mogeigk achten
dat er 't volgend jaar een reserve
gevormd kan worden.
De voorzitter kan dit als
minderheid meeiigk zeggen, 't Zon
moeten gevonden werden nit de
belasting opbrengst, die nn tot 30
April loopt. Edhter zal er nog wel
veel van de belasting in 1920 bin
nenkomen.
De heer Landeweert is wel
van meening dat een deel der lasten
op rekening van het volgend jaar
gebracht mogen worden. Spreker
meent dat de teekenen er op wgzen
dat het met de industrie beter zal
gaan en de aanslagen das het vol
gend jaar hooger zullen kunnen
worden.
En laat het maar uitkomen dat
de gemeenten in nood zitten. Daa
zal het R§k moeten helpen, 't Is
toch te gek dat velen, omdat de aan
slagen hier hoog zgn, naar Bloemen-
daal, Heemstede en andere liefe
lijke eorden vluchten.
De heer Brink gelooft dat er
veel meer dan f515.000 uit dc
Hoofdeigke Omslag kan gehaald
worden. Vele aanslagen zgn te laag.
De heer T u s e a i u s is big dat
de heer Brink dit zegt. Spreker is
het er mee eens. Er zpn arbeiders,
die f3000 en f4000 verdienen ea
bgna niets bstalén. Ook zgn er
middenstanders, die te weinig be
talen. Het is goed dit in de krant
te zetten epdat de menschea dit
weten.
De voorzitter: Het kohier
komt straks in besloten zitting.
De heer Vermeulen vraagt
excuus over de verkeerde beoor
deeling van den voorzitter. Spreker
zegt dat de heer Brink een middel
aan de hand doet, maar dit zgn lap
middelen. Met de industrie is het na
den oorlog anders geloopen dan we
gedacht hebben. Gelukkig zal de
vissehersvloot nu voldopnde kolen
krggen om uit te varen ea zal de
toestand dus wel beter worden.
Echter is spreker er voor het ver-
menigvuldigingsegfer op 3 te bren
gen, wat noodig is.
De heer Schilling verwacht
ook verbetering vaa den toestand
en bespreekt hierbg dea handel
tussehen Frankrijk en Dnitsehland
en daardoor de verbetering van dea
markenkoers, wat ook gunstig zal
zgn voor da visscherg.
De heer Landeweert: We
zgn bezig aan het vermenigvnldi-
gingscgter.
De heer Schilling: Dat weet
ik wel. U is wel Directeur van een
reederg, maar ik wilde u toch maar
even inlichten.
De heer Landeweert. Finan-
cieële specialiteit!
De heer Schilling: De toe
stand vaa de arbeiders is eehter
zoe, dat die niet meer kunnen op
brengen. Deze gaan een hangen
winter tegemoet.
De heer Hcslinga meent, dat
de raadsleden terugdeinzen voor de
consequenties van hun handclwgze
in 't afgeloopen jaar, alleen de heer
Vermeulen niet.
Spreker meent dat de fisancieële
toestand een gevolg is vaa de hou
ding van den raad.
Beheer Schilling: Er is oorlog
geweest l
De heer Heslinga; Goed,maar
spreker ziet toch dat de huidige
toestand de consequentie is van de
vroegere houding. Spreker zegt dit
om straks zqn stem te bepalen.
Be Voorzitter gelooft niet dit
het geheele bedrag belasting zal
binnenkomen, waarsohgnigk slechts
aMRsarnggsaaragtaBRic^^ ffiiaBwagatra^ nmirMgao.
IJ MU ID ER COURANT