algemeene muziekhandel
Met een Etalage drnkkerlj
Open Been
Bart
KAN
DÖÜ2
I Thalia Theater
I]mu!den
VERDKB UITGEBREID PROGRAMMA
ar. Slwaaii
W.MTECO
THALIA-THEATER 1JMÜIDEN
N. V. I! ollaiidsch Tooneel Ensemble I
DE ZWERVER
PRIJSCOURANT
RUKBYLEESCH
J. F. K0CHX.
Noord- If oilandsche
Be wakings - Maatij.
Dir. J. van Dantzig
GENEZEN
Worden
in groote sorteering verkrijgbaar bjj
Telefoon 136.
WOENSDAO en DONDERDAG 8 UUR
De groote tragedienne ASTA NIELSEN in het prachtvolle filmwerk
WüÜÉ ijk Êlk M Dramatisch levensbeeld
sfH B% in 6 afdeeligen
Iedereen moet de beroemde Deensche actrice ASTA
NIELSEN in deze prachtfilm aanschouwen
Plaatsbespreking van 112 uur
KANAALWEG 30
VELSEROORD
e
Groote sorteering
met en zonder gezangen
BESTE ADRES VOOR ALLE SOORTEN BINDWERK
GRAHAMSTRAAT hoek H U IJ OENSST R A AT
GROOTE SORTEERING
Orgels
Pianos
Violen
Mandolines
Snaren
Harmonica's
Mondorgels
Fluiten
MUZIEK voor alle instrumenten
te veel om op te noemen
Zie etalage Vraag prijsopgaaf
zeer concurreerend
Gemakkelijke betalinos condities
desgewenscht aan huis te ontbieden
Beleefd aanbevelend,
Telefoon 136
Onder leiding van JOH. DE BOER
VRIJDG 7 APRIL 1922, 8 UUR PRECIES
Groot levensschets in vier bedrijven door JOH. DE BOER|
Verdeeling der bedrijven
lste bedrijf Onder Valsche Vlag
Een Roover
tfc
io
2e
3e
4e
De Terugkomst
Arme Zwerver
Pryzen der pletsen van 11.50 tot f0.50|
plus rechten Plaatsbespreking dagelijks van 122 i
kunt U zelf uw etalage- en prijskaarten drukken. Inhoud een stel
hoofdletters, een stel kleine letters, een stel groote- en een ste
kleine cijfers, randen, handjes, stempelkussen enz.
SINJEWEL'S BOEKHANDEL, PLEIN.
van PRIMA
lste kwaliteit versch geslacht
Doorregen Ossenlappen f 0.70
Gehakt en Soepvleesch f 0.70
Magere Lappen f 0.90
Roastbeaf of Rollade f 1.00
Biefstuk f 1.40
Rauw Vet f 0.60 per 5 pond.
Aan den winkel afgehaald.
Aanbevelend,
Telf. 244 Breesaapstraat C 14
TIMMERMAN, METSE
LAAR EN AANNEKER
raULEM BtrriiJZWf». 16.
onder Contröle
Kantoor
Levering van vertrouwde
Wakers in Fabrieken, Werk
plaatsen, Schepen en Terreinen,
in combinatie.
Zeer billijke prezen,
WH
Voor Siuidaandoeningen
Lion Blitz, Tandarts,
Afns»t*;tc3Qk
YELSBROORD: RJJksstr*»tweg 143
va» 12.30 n. tot 2 30 u.
UMUIDBN: Kélaer W1 helms r. 38
vam 3 o. tot 4 m.
FEUILLETON
De verborgen vallei
door HULBERT FOOTNER,
voor Nederland bewerkt door
L. ALETRINO.
-v.-. W>;A W
Nahnya's geschiedenis.
Wordt vervolgd.
per 5 ons
Juliana kade Hrood - (J maiden
Telefoon 411
het pynstlllende, verkoelende, genedng
brengende D.D.D. WaschmlddeL De
lenigende, pynstlllende olieën dringen door
de porieën en dooden de vergiftige ziekte
kiemen. De ontstoken weefsel» worden
zoodoende in staat gesteld van de gena
zende invloed der Natuur party te trekken.
De open wond wordt eiken dag kleiner en
is spoedig geheel verdwenen. F. 0.75 en
f. 2.50 per £L Geneeskrachtige D. D. D.
Zeep f. 1,-. Vèrkrygbaar by alle
apothekers en drogisten. Hoofdagent
b. meindersma, Den Haag, van wi«n
Brochure op aanvraag.
M G. v. Praag
Verkrijgbaar te IJ muiden bijS. Smit,
Ges. BargerbatVelseroord: Fa. C. 8uk,
C. Ritskea.
•a iaderen fcoaderaag aaa oadar-
«ïimmle adressen se ëossaiteeree
voor Tafcctneeikuad* en Kuasttondes
Uitroepen van groote voldoening de
den zich rond het vuur hooron. Blijk
baar verloren deze verhalen nooit hun
aantrekkelijkheid. Den heelen dag wer
ken en jagen, en om het kampvuur ver
halen vertellen vol poëzie. Wat een heer
lijk, gelukkig leven! dacht Pnlph. Hij
zocht Nahnya's blikken, om haar te be
duiden dat hij niet vree ud stond tegen
over haar leven. De uitdrukking van
haar gelaat bracht hem in verlegenheid.
Nooit nog had hij een dergelijke droefe
nis er op mogelijk geacht.
aesar begon van de andere zijde van
het vuur te spreken. „Hem zeggen, hem
nu een verhaal doen," zeide Jean Ba-
teesé. Toen de jongen voortging, met
schitterende oogen en de zelfde drukke
gebaren als hij van zijn meester gezien
had, vertaalde St. Jean Bateese zachtjes
voor Ralph.
„Kleine spin reisde eens alleen, ergens
ver weg, wordt verteld. Hij alleen gaan,
etend, door een bosch. Hij komen aan
een rivier, en staan op den oever. Hem
over willen gaan, maar er is geen weg.
Toen spin zeggen Daar sta ik nu al
den tijd te denken hoe op den anderen
kant te komen!' Daar iets groots op-
zwemmen komt tegen den stroom.
k alleen zijn groote horens laat hij
zien. Spin zegt weer 'Daar sta ik nu al-
[aan den anderen kant!"
j Toen het beest met lange horens,
ihem daar stilhouden, en zeggen tot
spin: „Hallo, vriend! Ik wil je wel
meenemen het water over, maar dan
je wat voor mij moet doen."
„Spin zeggen: „Wel, mijn jongere
broeder, ik alles zal doen, wat je mij
beveelt".
„Dan zeggen Langhoorn: „Ik aldoor
zwemmen met mijn kop niet uit het
water. Dus jij moet voor mij zitten uit
kijken." Spin zegt: „Goed". Dan zegt
Langhoorn weer: „Wanneer kleine
wolk komt, moet je het mij zeggen. Dan
ik harder zwemmen en teruggaan naar
diep water."
Toen zegt Spin: „öah, mijn jonge
broeder, en wat zal ik doen, wanneer
ge hard zwemt, en teruggaat naar diep
water?"
Langhoorn zeggen: „Wanneer je mij
dat zeggen en ik hard zwem en terug
ga, dan jij vallen op het strand. Wan
neer je tegen mij zeggen: „Daar komt
je grootvader", dat beteekent het ge
brul van donder."
„Zoo ging Spin over het water, zittend
op den hoorn.
En dicht bij anderen oever, daar kwa
men zwarte wolk opzetten. Dus Spin
zeggen: „Oah, mijn jonge broeder, daar
komt je grootvader!"
„Oah, oah, towasasuah! Overal rond
in het water springen en brullen en wit
schuimen! En waai- Spin belanden, hij
niets meer van herinnert. Langen tijd
niets zich meer herinneren. Eindelijk,
wanneer zinnen weer terugkomen, lig
gen half op het land en half in het wa
ter. Hij kijken om zich heen, en al het
water is modderig, en hem hooren don
ders brullen. Daarna, wordt verteld,
Spin verder reizen als ieder ander. Ah
met herinnert zich er niet meer van."
i De groep om het vuur brak op zon-
i der dat Ralph ook maar een oogenblik
j gelegenheid had gehad, een woord met
j Nahnya te wisselen. Zij stuitte iedere
poging die hij aanwende. Toen hij haar
kle oude vrouw naar de hut zag leiden,
voelde hij zich alle hoop ontzinken: hij
I verwachtte haar niet voor den volgen
den morgen weer te zien.
„Nahnya!" riep hij. „Wil je nu niet
met me praten? Je hebt het toch be
loofd?"
Zij draaide zich om. „Ik kom terug,"
zeide zij vast. „Wacht op me." zij
zweeg een oogenblik, en voegde er toen
aan toe: „St. Jean, blijf gij ook op. Met
ons drieën zullen wij spreken."
Ralph beet zich op de lippen. Dus
wilde zij hem toch nog op armslengte
afstand houden. Hij had ,geen getuige
bij dat onderhoud gewenscht.
HOOFDSTUK IX.
St. Jean Bateese, Nahnya en Ralph
zaten om het vuur. De vlammen wier
pen een sterk, grillig licht op de drie
ongelijke gezichten: het eene asch-
bruin, het andere roodachtig bruin en
het derde roodachtig wit. Het vuur
hield aller oogen geboeid; zij waren te
verlegen om elkander aan te zien.
Nahnya zat in het midden op haar hie
len, de handen gesloten in haar schoot.
Ralph deed zij denken aan een schilde
rij van Maria Magdaiena, dat hij er
gens had gezien. Gedurende het heele,
lange verhaal veranderde zij niet van
houding.
Er hing een lange stilte vóór iemand
Sprak. Topn zij te drukkend werd, be
gon St. Jean de geschiedenis van de
schepping der wereld te vertellen,
maar Nahnya legde hem het zwijgen
op.
„St. Jean,", begon zij toen, „ik heb er
lang over nagedacht, wat ik doen zou.
Dikwijls was de dokter boos op mij,
omdat ik hem niet over ons wilde ver
tellen. Nu zal ik het hem vertellen. Ik
geloof, dat hij goed is. Ik geloof, dat hij
niet zoo begeerig naar goud is als an
dere blanke mannen. Ik geloof dat hij,
wanneer ik hem alles vertel, heen zal
gaan, en vergeten wat hij gezien heeft."
I-Iet klonk Ralph als een doodvonnis
„Nahnya-!" begon hij.
„Wacht tot ik verteld heb," zeide zij.
Onbeweeglijk zat zij een oogenblik,
omlaag blikkend op haar handen, als
zocht zij naar de goede woorden om te
beginnen. Zij vertelde haar geschiede
nis met zachte, haast toonlooze stem,
die uit de nevelige verten, vanwaar zij
scheen te komen, scherpe beelden deed
opdoemen. Wanneer, op sommige-
oogenblikken, haar stem dreigde te
breken, zweeg zij, tot zij haar weer kon
beheerschen. Nahnya waren phrases
vreemd; en daarin lag de kracht van
haar verhaal; de onopgesmuktheid
trof dieper dan pathos.
„Toen ik een klein meisje was," be
gon zij, „ga ik naar de zendingsschool
aan het Rendier-meer. De nonnen
school. Daar ben ik vier winters. Zij
leeren mij Enge lach spreken en1
Fransch; zij leeren mij lezen en schrij
ven en tellen; zaaien en koken en huis
houden doen als de blanke mensehen.
Ik ben het aardigste meisje van de
school, zeggen zij. Ik houd van leeren
in boeken; andere kinderen niet. Wan
neer er bezoek komt, laten de nonnen
mij mijn lessen opzeggen in de spreek
kamer. Ik houd niet van de andere
meisjes. Ze zijn dom en dwaas, vind ik.
Zij houden ook niet van mij. Ik anders
dan zij.
„Bij het Rendier-meer zijn veel blan
ke menschen. Ik houd van hen. Ik houd
er van, hoe de blanken leven, met
mooie dingen en prettige gewoonten. Ik
zit graag bij het eten in een stoel, en
houd van een wit kleed op de tafel, en
porceleinen borden. Altijd denk ik aan
de blanken en hun eigen land, ver weg.
Ik verlang zoo erheen te gaan, en alles
te zien, wat er te zien is.
„Er was een jongen op school, twee
jaren meer ouder dan ik. Hij is half-
blank, als ik. Hij houdt niet van boe
ken, maar ik kijk hem aan, en ik weet,
hij voelt hetzelfde als ik van binnen.
Ik zou graag vrienden met hem zijn.
Maar van de nonnen mogen de jon
gens en de meisjes niet met elkaar
spreken. Maar hij kijkt mij aan, en ik
kijk naar hem, en 's nachts, wanneer
ze allemaal slapen, ga ik uit de slaap
zaal, zoo zacht als een lynx, en hij is
op wacht naar mij in den groentuin.
Wij spreken samen. Hij is als mijn
broeder. Hij vertelt mij, hij is van plan
weg te loopen van de school, en ver
weg te gaan. Ik voel me ongelukkig. Ik
wil ook ver weg.