get. HOYER. Men meldt van hier aan de Msb.: Hoe slecht de uitkomsten van het visscherijbedrijf op het oogenblik zijn wordt het best gedemonstreerd door het feit, dat te ÏJmuiden, drie loggers, één stoomtrawler en twee motorvisch- transportschepen onder beslag liggen wegens onbetaalde vorderingen op de reederijen. De Scheveningsche haven Inzake de gevoerde actie tegen de havenverbetering te Scheveningen schrijft de Haagsche correspondent van het Alg. Hbl. het volgende: Het meeste verzet tegen de voorge nomen verbetering van de Schevening sche buitenhaven is de laatste jaren gekomen van de zijde der.... IJmui der reeders, wier bezwaren de ernstige aandacht van een aantal Kamerleden hebben gehad, zoodat ook minister Kö- nig gedwongen was in zijn memorie van antwoord op het aanhangig wets ontwerp er ernstig rekening mede te houden. De slotsom, waartoe de IJmui- der reeders in hun adressen over dit onderwerp kwamen, was, dat het geld, besteed aan de verbetering van de Scheveningsche buitenhaven, eigenlijk weggegooid was, zoodat het beter be steed kon worden aan het IJmuider Visscherijbedrijf. Minister König heeft daarom zeer terecht in zijn memjrie van antwoord laten blijken, dat de adressen der IJmuider heeren alleen door de slotsom reeds van weinig za kelijke beteekenis konden worden ge acht. Zij hadden hun eigen belang niet moeten bepleiten, in een critiek op de wijze, waarop andere (concurrente) be langen werden behartigd. Wij zouden echter willen waarschuwen de bezwa ren der IJmuider reeders ter zijde te schuiven met de opmerking, dat zij voortkomen uit benepen concurrentie zucht. In gesprekken, die wij te ÏJmui den over dit onderwerp hebben kunnen voeren, kregen wij den indruk, dat aan de zeer billijke grieven over de (com- mercieele) inrichting van het Staats- visschershavenbedrijf in de Residentie maar al te weinig aandacht wordt ge schonken, zoodat het zeer begrijpelijk is, dat men te IJ muiden zich ongerust maakt over een mogelijke eenzijdige zorg der regeering. De bezwaren tegen de verbetering van de Scheveningsche buitenhaven, die van de zijde der IJmuider reeders zijn ingebracht, onder aanvoering van den ingenieur Smalhout in eenige .ar tikelen in de „Nieuwe Rotterdamsche Courant," zijn minder van technischen dan van economischen aard. De Sche veningsche haven zou economisch niet rendabel zijn, ziedaar de hoofdzaak. En in dat geval zou het onverdedig baar zijn, indien de Regeering een be langrijke som wilde besteden voor de verbetering van de buitenhaven, waar door de gemeente 's Gravenliage in de verzoeking zou komen het niet-renda- bele visschershavenbedrijf nog uit te breiden. Aangezien deze zienswijze ook in de Kamer weerklank heeft gevonden en het wetsontwerp van minister Kö nig dezer dagen in behandeling zal ko men, is het goed er nog eens op te wij zen hoe volstrekt onbillijk zij is. Jaren en jaren heeft het Scheveningsche vis scherijbedrijf in den letterlijken zin van het woord geleden onder den slechten toestand van de buitenhaven. Des niettegenstaande is de haring vloot voortdurend gegroeid. De toestand van de buitenhaven heeft echter een zeer belangrijk deel van de Scheveningsche vissehers ge dwongen gebruik te maken van de ha vens van den Nieuwen Waterweg. In Vlaardigen, Maassluis en ook in Schie dam zijn Scheveningsche haringvis- schers gevestigd. Zij willen zoodra de verbetering van de haven het toelaat, hun bedrijf gaarne overbrengen naai de plaats, waar ze geboren en getogen zijn. Wie nu echter de economie van de Scheveningsche haven bespreekt om te pleiten tegen uitbreiding, mag vooral niet vergeten, dat een geheel ander economisch beeld wordt verkregen, wanneer men ook rekening houdt met degenen, die elders gevestigd zijn. Zij beliooren bij Scheveningen, zij zijn al leen door den nood gedrongen verdre ven. In den Residente over de verbete ring van de haven sprekende, hebben wij ook het bezwaar naar voren ge bracht, dat het Scheveningsche haven bedrijf niet commercieel is ingericht. .Men heeft ons toen uitdrukkelijk ver zekerd, dat dit zeer stellig zou geschie den. Men wacht op de uitbreiding om het bedrijf commercieel te gaan* be- heeren. Dan zal ook het retributiestel- sel worden ingevoerd, dat te ÏJmuiden bestaat, dan zal de vischafslag in han den der gemeente komen. De grond is al weggegraven op de plaats, waar de gemeentelijke vischafslag zal komen. En wanneer dan de verbetering van de buitenhaven voor rekening van het Rijk geschiedt, gelijk met den aanleg van een tweede binnenhaven, die voor rekening der gemeente komt, al den Scheveningers gelegenheid geeft om „naar huis" terug te lteeren, eerst dan pas zullen degenen, die nu het Sche veningsche bedrijf niet rendabel ach ten, volkomen kunnen oordeelen. En een juist economisch beeld kunnen krijgen. Minister König heeft het wetsont werp .tegen de bezwaren in het voor- loopig verslag op zeer gelukkige wijze in zijn memorie van antwoord verde digd. Hij heeft zeer terecht opgemerkt, dat allen, die over de bestaansmoge lijkheid van de Scheveningsche haven spreken het probleem een kwarteeuw terugvoeren. In de negentiger jaren is principieel beslist, dat een visscliersha- ven te Scheveningen bestaansmogelijk heid had. De regeering heeft echter de buitenhaven in zoo slechten toestand gelaten, dat van de binnenhaven geen behoorlijk gebruik kon worden ge maakt. En nu de gemeente, door de uitbreiding van het bedrijf en in de verwachting dat na de crisis van thans een opleving zal komen, heeft besloten een tweeden binnenhaven aan te leg gen, heeft zij als voorwaarde gesteld, dat het Rijk de buitenhaven op de een of andere manier een behoorlijke diep te verzekert, gelijk de wet van '99 eischt. Minister König wil de voor waarde vervullen. Natuurlijk, zouden we willen schrijven. In de eerste, plaats omdat hij daartoe wettelijk verplicht is. En in de tweede plaats, omdat hij, als hij de voorwaarde niet vervuld, zou medewerken aan den langzaam, systematischen ondergang van Sche veningen. Als de toestand daar onveranderd blijft, en dat zal het geval zijn, wanneer het wetsontwerp van Minister König niet wordt aangenomen, dan beteekent dat Scheveningen's dood. Men heeft wel opgemerkt, dat het Schevening sche bedrijf best verplaatst kan wor den, maar die opmerking getuigt al van heel weinig inzicht. De Scheve ningsche bevolking is niet weg te krij gen, onmogelijk. Zij is buitengewoon gehecht aan die kleine plek in de dui nen. En naast de visschersbevolking is daar langzamerhand een heel bedpijf opgekomen, een bedrijf van taande- rijen, kuiperijen, smederijen, blokma- kerijen, scheepsmakerijen, boeterijen.... Neen, Scheveningen kan niet ver plaatst worden. Dat is economisch en een historische onmogelijkheid. En ais men deze economisch volstrekt niet onbelangrijke en historisch zeer eigenaardige plek dan niet langzaam wil laten afsterven, dan moet men het wetsontwerp van Minister König aan nemen. VOETBAL. A.F.C.Stormvogels 31. Stormvogels geen eerste klasser. Ziedaar het resultaat van den vorigen Zondag! Dit resultaat hebben onze plaatsgenooten voornamelijk te wijten aan den scheidsrechter, die in den wedstrijd A.F.C.Stormvogels „recht" sprak. Onze lezers zullen weten, dat wij niet spoedig een scheidsrechter om zijn leiding hard vallen, immers, wij weten, dat het scheidsrechtersbaantje nu juist niet benijdenswaardig is, doch omtrent dezen scheidsrechter moet ons iets uit de pen. Wij en ieder met ons hebben den indruk gekregen, dat de leider van dezen wedstrijd ten zeer ste bevooroordeeld was en dat hij deel uitmaakte van de strooming, die Quick ten koste van alles eerste klas ser wil maken. Talrijke Stormvogels- aanvallen bracht hij door geheel onge motiveerd voor buitenspel te fluiten tot staan, tot driemaal toe kende hij A. F. C. een vrijen schop toe, omdat Visser tegen een hem afhoudenden A. F. C.'er aanliep; geheel ongemotiveerd gaf hij A.F.C. een penalty (Blinkhoff Jr. zag den bal tegen zijn hand geschoten), doch onthield Stormvogels er een, toen de rechtsback den bal hard neersloeg. Het toppunt was echter wel het annu- leeren van twee Stormvogels-goals, na tuurlijk wegens buitenspel. Vooral bij den tweeden goal kwam 's mans partij digheid uit. Wat was het geval? Blink hoff Sr. passeert de geheele A. F. C.- verdediging; de keeper loopt uit, waar na Jan tegen hem aanschiet. Deze van den keeper komende bal vangt de toe- loopende Visser op en deponeert hem in het net. In de eerste plaats stond Visser geen buitenspel, en al had hij 't gestaan dan had zulks nog niet gehin derd, omdat hij den bal van een speler van de tegenpartij" ontving. Merkwaardig was het, hoe deze rechtspreker omkeerde toen A. F. C. met 31 de leiding had. Toen kon Stormvogels geen kwaad meer doen en kreeg zelfs een vrijen schop te nemen toeneen A.F.C.'er tusschen twee Stormvogels wat minder zacht behan deld werd. Is 't niet treurig? Stappen we thans van dit punt af en deelen iets omtrent het spel mee. Voor rust,, met wind tegen, was Stormvogels vei- in de meerderheid. Somwijlen leek liet wel, of er geen A.F.C. verdediging bestond. Drie goals werden gescoord, waarvan er twee werden geanuleerd, minstens een vijftal mooie kansen werden niet benut en minstens het dubbele van dit aantal kansen be handelde, of liever mishandelde, de ar biter. Na de rust kreeg A.F.C. direct een penalty, welke zeer „sportief" werd be nut. Hierna zakte Stormvogels-spelpeil zienderoogen. Vooral Blinkhoff Sr. gaf er de brui aan. Nadat A.F.C. op for tuinlijke wijze een tweeden goal had verkregen, was het heelemaal mis en werd er duchtig geknoeid. Struys was de beste speler van het veld. De Wedstrijd. Stormvogels stelt zich als volgt op: Reuzenaar. Blinkhoff Jr. Koster Vermaak Struys Bakker Visser, Blinkhoff Sr., Snoeks, Olden burg, d. Plas Al spoedig blijkt, dat Stormvogels stukken beter speelt dan A. F. C., in welker gelederen soms onbenullig wordt gespeeld. Onophoudelijk loopen Blinkhoff Sr. c.s. door de roodzwarte verde diging. Vooral de linkerwing onder vindt zoo goed als geen tegenstand. Op het zware, ongelijke terrein kunnen de spelers zich evenwei moeilijk ver plaatsen en zuivei' schieten is ook vrij wel onmogelijk. A. F. C. onderneemt een enkelen ongevaarlijken aanval, die gemakkelijk door Koster en Blinkhoff Jr. tot staan worden gebracht. Boven dien is Struys een geweldig struikel blok. We noteeron nu een heele serie gevaarlijke Stormvogels-aanvallen. Vooral een fraaien kopbal van Blink hoff Sr. juist langs de paal, verdient vermelding. Nadat de scheidsrechter een paar maal A. F. C. uit de „penarie" gered heeft, door geheel ongemotiveerd voor free-kick te fluiten, geeft hij, als Blinkhoff Sr. een trough-pass van Snoeks benut, voor de verandering- eens buitenspel. Nauwelijks is de bal weggewerkt, of Blinkhoff passeert weer de verdediging. Hij schiet tegen den uitloopenden keeper aan, via wiens been de bal bij den toesnellenden Vis ser komt, die zijn plicht doet. „Off side", zegt de oolijke scheidsrechter. Met nieuwen moed vangt Stormvo gels een nieuwe reeks aanvallen aan en werkelijk met succes. Als Snoeks fraai doorbreekt, zet hij slecht voor. De verwerkte bal wordt door v. d. Plas weer voorgezet, waarna Blink hoff Sr. via den keeper scoort (10). Een paar tamme A. F. C.-aanvallen uitgezonderd, blijft Stormvogels sterk in de meerderheid. Blinkhoff Sr. werkt zich een paar maal mooi vrij, maar stuit öf op de backs ofop „de machtige", wiens alziend oo g meer ziet, dan dat van een gewoon sterve ling. Snoeks krijgt een tweetal fraaie kansen, schiet den eersten keer over de lat en komt den tweeden keer te vallen Visser krijgt van Oldenburg de kans van den dag, doch schiet hard voor het doel langs. Direct hierop maaki Visser den bal prachtig vrij, doch ziet zijn voorzet niet door v. d. Plas benut. Na mooi samenspel tusschen Snoeks en Blinkhoff Sr. krijgt Visser nogmaals een kans. In z'n eentje gaat hij op den A. F. C.-keeper af, en schiet dan hard naast. Rust 01. Direct na den aftrap lost v. d. Plas een hard schot, dat de A. F. C. rechts back op een voor ieder zichtbare wijze met de hand in het strafschopgebied neerslaat. De „machtige" ziet niets, doch ontdekt na tien seconden wel, dat Blinkhoff Jr. den bal tegen zijn hand krijgt, hoè, dat kömt er minder opaan: „Penalty" zegt de „leider" met een triomfantelijk gebaar. Deze kans wordt door A. F. C. benut. (11). Deze tegenslag beteekent voor Storm vogels de nederlaag. In de voorhoede geeft Blinkhoff Sr. het vrijwel op, waardoor ook Visser op non-activiteit komt. A. F. C. daarentegen zet vurig op en vooral de wingspelers, die dooi de backs niet voldoende worden be waakt, benevens de links-binnen, zijn gevaarlijk, goed gesteund als zij wor den door „hem", die bij de ergste bui tenspel-gevallen geen vuiltje aan de lucht ziet. Bepaald fortuinlijk komt A. F. C. aan een tweeden goal, als een schuiver ineens opspringt en tegen Reuzenaars gezicht komt, waarna de toeloopende mid-voor doelpunt (21). Bij Stormvogels wordt het spel eer slechter dan beter. Neen, heeren, dat was geen fanatiek spel van een elftal, dat nog een kans op de eerste plaats had. A. F. C. scoort dan ten derde male, na fraai werk van den rechtsbuiten. Dat het geheele binnentrio buitenspel stond, zagen alle aanwezigen, behalve „hij" (3-1). In de resteerende minuten krijgt Stormvogels wat meer toe, en kan zelfs een paar maal ongestraft free-kick ma ken. In de laatste minuut krijgt A. F. C. nog een fraaie kans, doch Reuzenaar redt prachtig. Stormvogels eindigt dus op slechte wijze het zoo goed begonnen seizoen. UIT ONS PARLEMENT. Het verzet tegen iedere wijziging van de indertijd bij de Arbeidswet van 1919 vastgestelde arbeidsvoorwaarden en speciaal tegen de vervanging van den vastgestelden 8-urigen arbeidsdag door een langeren werktijd, moest zich natuurlijkerwijs in pogingen, om als nog door het aanbrengen van veran deringen in het wijzigingsontwerp een deel althans van 't bedreigde te redden, herhaaldelijk en nadrukkelijk uitspre ken. Maar naast dit verzet kwam ook 'n ander tot uiting, voortkomend uit de gedachte dat de wijzigingen van het ontwerp niet ver genoeg ging en dat zich dus van tegenovergestelde zijde daartegen richtte. En deze tegenstand van tweeërlei soort, de, eerste tot in krimping, de andere tot uitbreiding van de wijzigingen, vond in een stroom van amendementen zijn uitdrukking, die dienovereenkomstig ook in het al gemeen in tweeërlei soort te onder scheiden waren. Tot de eerste behoorden de amende menten van de heeren Schaper, Smeenk, Staalman en Kuiper. Dat van den heer Schaper ging in deze rich ting wel het verst, waar het voorstel de, de bepaling dat gedurende een jaar 2500 uren als maximum mocht ge werkt worden te laten vervallen, om dat dit feitelijk den 11-urigen werkdag zou beteekenen. De heer Smeenk stel de 't anders voor en wilde met een be paling van 1400 uur gedurende 6 ach tereenvolgende maanden genoegen ne men. Tevens wenschte hij schrapping van de bepaling dat bij gebreke van een vakvereeniging het overleg, dat de wet soms eischt, ook mocht plaats heb ben tusschen een behoorlijke vertegen woordiging van arbeiders en werkge vers in een bedrijf en wilde hij zoowel de vrijheid van den patroon tot het ver richten van Zondagsarbeid in de ban ketbakkerijen laten vervallen als we derinvoering-van nachtarbeid in groo- tere bakkersbedrijven en tot het strikt onvermijdelijke beperken. De heer Staalman stelde voor don aanvang voor alle bakkerijen op 5 uur te bepa len. En de heer Kuiper wilde in collec tieve overeenkomsten over werkver gunningen alleen toestaan in overleg met de vakorganisaties. Tegenover deze amendementen tot behoud zooveel mogelijk van de oor spronkelijke Arbeidswet stonden die van de heeren Drion, Bijleveld en Schokking. Vooral eerstgenoemde weerde zich geducht en deed de meest principiëelen aanval op het beginsel, dat ook in het gewijzigd ontwerp be waard was gebleven. Uitvoerig zette hij uiteen, dat het hier ging om stelsel tegen stelsel om de vraag, of een de partement dan wel de belanghebben den over ons oeconomisch leven zou den beschikken. Dienovereenkomstig wenschte hij uitbreiding van de ar- beidsmogelijkheid tot 2800 uur de heer Schokking stelde 2600 uur voor invoering van het tweeploegenstel- sel, het vervallen van loonsbepaling als voorwaarde voor overwerkvergun- ningen, de bepaling van een maximum van 2700 uur per jaar in de zuivelindu strie en de mogelijkheid voor banket bakkerijen en bloemenbinderijen eri niet 3 maar 6 dagen per jaar 16 uren per dag te werken. De heer Bijleveld stelde voor in continubedrijven het 3- ploegenstelsel niet alleen tot 24 Oct. 1924 maar blijvend mogelijk te maken en het werken in koffiehuizen en ho tels voor jeugdige personen en Zon dags te vergemakkelijken. En de heer Schokking wenschte bij gebreke van een vakvereeniging het overleg tus schen vertegenwoordigingen van ar beiders en werkgevers ook buiten het bedrijf mogelijk te maken. De Kamer stond tegenover vrijwel alle deze amendementen afwerend en hield dus het midden van het ontwerp Uit de aanneming van het amende ment-Kuiper zou af te leiden zijn dat zij nog het meest naar beperking van wijzigingen in de oorspronkelijke wet overhelde. De goedkeuring van de wet met alleen de stemmen van socialisten, communisten, en de heeren Kolthek, Staalman en Van de Laar tegen, leg de van deze opvatting ook getuigenis af. Het was blijkbaar de drang der om standigheden, die daarbij de stem van de heeren Smeenk, Van Rijzewijk, Kui per en dergelijke bepaalden. Op deze noodzakelijkheid wees ook de heer Van de Lande in de Eerste Ka mer, toen hij er bij de verdediging van het beleid der regeering deze wijziging der Arbeidswet ter sprake bracht. En het was een dergelijke gebiedende dwang, die minister De Geer zijn be zuinigingsplannen bespreken deed. Acht en veertig millioen te kort in 1922. Het is zeker wel de moeite. De sociale wetgeving, de onderwijsbevre- diging, de verhooging der ambtenaars salarissen en de 8-urige arbeidsdag wa ren alle schuld. Is het dah wonder, wanneer de regeering verlaging dei- salarissen overweegt. De heer Ketelaar was door het ge rucht ongerust geworden. Maar zoo erg bleek het niet. Gevestigde rechten ble ven in elk geval ongeschonden. Wan neer de regeering werkelijk tot wijzi ging van art. 40 van het bezoldigings besluit mocht overgaan, dan zou dit alleen gelden voor nog aan te stellen ambtenaren en voor periodieke verhoo gingen. Vervang dan dit artikel door een ander, dat de geheele salaris-posi tie van ambtenaren regelt, stelde de heer Ketelaar voor. En de minister bleek daar wel iets voor te voelen. Behalve de heer Ketelaar interpel- .eerde nog de heeren Wijnkoop en Mar- chant, de eerste over de vervolging van communisten in Indië, de tweede over het uittreden van 3 regenten uit het Comité voor Autonomie na aanne ming der regeling. De beide voorgestel de moties, de wenschelijkheid uitspre kend vanopheffing van de rechten van den gouverneur-generaal en de vrij heid van ambtenaren om deel te nemen aan iederen geoorloofde staatkundige organisatie, werden beide verworpen. GRATIS ADMISSIE rechtbank Haarlem dd. 4 April 1922. In den jare Negentienhonderd twee- en-twintig den tienden Mei; ten verzoeke van ELIZABETH AN NA RIET, echtgenoote van JAN NEN- TJES DE VRIES, wonende te Zaan dam, ten deze woonplaats kiezende te Haarlem aan den Kruisweg no. 61rood, ten kantore van den procureur Mr. H. J. Hütschler, die door eischeresse ge steld wordt en als zoodanig voor haar zal occupeeren; Heb ik Jacobus Nicolaas Warnier, Deurwaarder bij de Arrondissements- Rechtbank te Haarlem wonende en lcantoorhoudende aldaar aan de Nas- saustraat no. 14, AAN Jan Nentjes de Vries, laatst gewoond hebbende te Zaandam doch thans af wezig en zonder bekende woonplaats, mitsdien mijn exploit doende door aanplakking van een afschrift dezes en van na te melden stukken aan de hoofddeur van de vergaderplaats der Arrondissements-Rechtbank te Haar lem terwijl gelijke afschriften zijn overgegeven aan den E. A. Heer Of ti cier van Justitie bij vermelde Recht bank, door wien het orgineel van dit exploit met „gezien" is geteekond "en tevens gelijke afschriften zijn aange plakt aan het huis der gemeente Zaan dam, terwijl eindelijk dit exploit zal worden geplaatst in de IJmuider Cou rant BETEEKEND een extract der minuten berustende ter griffie der Arrondissements-Recht bank te Haarlem, houdende een re quest waarmede eischeresse zich tot die Rechtbank heeft gewend zoomede hare op den 4den April 1900 twee-en- twintig gegeven beschikking; Voorts heb ik deurwaarder exploit doende als boven den gerequireerde GEDAGVAARD om op Dinsdag den 15 Augustus 1900 twee-en-twintig des voormiddags te 972 uur te verschijnen ter terechtzit ting der Arrondissements-Rechtbank te Haarlem, gehouden wordende in het Paleis van Justitie aan de St. Jans straat aldaar TEN EINDE aangezien gedaagde den 17en Decem ber 1900 negentien te ÏJmuiden met de botter genaamd „De Vijf Gebroeders" in zee is gestoken; aangezien sindsdien van genoemd schip noch van de bemanning en dus ook niet van gedaagde eenige tijding is ingekomen; aangezien alzoo meer dan een jaar is verloopen sedert gedaagde van zijn aanwezen heeft doen blijken; aangezien eischeresse verlof heeft gevraagd en bij beteekende beschik king bekomen <heeft om den gedaagde bij openbare dagvaarding op te roepen; mitsdien ten aangewezen dage in persoon of door iemand van zijnent wege van zijn aanwezen te doen blij ken, bij gebreke waarvan door de eischeresse na het vervullen der in de ze voorgeschreven formaliteiten, zal worden geconcludeerd dat bij vonnis worde verklaard dat er ten aanzien van gedaagde sedert 17 December 1919 rechtsvermoeden van overlijden be staat en dat het der Rechtbank moge behagen aan eischeresse vergunning te verleenen een ander, huwelijk aan te gaan. De kosten dezes zijn in debet f 4.90. get. J. N. Warnier, Deurw. „Gezien" en afschriften overgenomen door mij, Officier van Justitie bij de Arrondissements-Rechtbank te Haar lem op heden den tienden Mei 1900 twee-en-twintig.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1922 | | pagina 2