get. HOYER.
Men meldt van hier aan de Msb.:
Hoe slecht de uitkomsten van het
visscherijbedrijf op het oogenblik zijn
wordt het best gedemonstreerd door
het feit, dat te ÏJmuiden, drie loggers,
één stoomtrawler en twee motorvisch-
transportschepen onder beslag liggen
wegens onbetaalde vorderingen op de
reederijen.
De Scheveningsche haven
Inzake de gevoerde actie tegen de
havenverbetering te Scheveningen
schrijft de Haagsche correspondent
van het Alg. Hbl. het volgende:
Het meeste verzet tegen de voorge
nomen verbetering van de Schevening
sche buitenhaven is de laatste jaren
gekomen van de zijde der.... IJmui
der reeders, wier bezwaren de ernstige
aandacht van een aantal Kamerleden
hebben gehad, zoodat ook minister Kö-
nig gedwongen was in zijn memorie
van antwoord op het aanhangig wets
ontwerp er ernstig rekening mede te
houden. De slotsom, waartoe de IJmui-
der reeders in hun adressen over dit
onderwerp kwamen, was, dat het geld,
besteed aan de verbetering van de
Scheveningsche buitenhaven, eigenlijk
weggegooid was, zoodat het beter be
steed kon worden aan het IJmuider
Visscherijbedrijf. Minister König heeft
daarom zeer terecht in zijn memjrie
van antwoord laten blijken, dat de
adressen der IJmuider heeren alleen
door de slotsom reeds van weinig za
kelijke beteekenis konden worden ge
acht. Zij hadden hun eigen belang niet
moeten bepleiten, in een critiek op de
wijze, waarop andere (concurrente) be
langen werden behartigd. Wij zouden
echter willen waarschuwen de bezwa
ren der IJmuider reeders ter zijde te
schuiven met de opmerking, dat zij
voortkomen uit benepen concurrentie
zucht. In gesprekken, die wij te ÏJmui
den over dit onderwerp hebben kunnen
voeren, kregen wij den indruk, dat aan
de zeer billijke grieven over de (com-
mercieele) inrichting van het Staats-
visschershavenbedrijf in de Residentie
maar al te weinig aandacht wordt ge
schonken, zoodat het zeer begrijpelijk
is, dat men te IJ muiden zich ongerust
maakt over een mogelijke eenzijdige
zorg der regeering.
De bezwaren tegen de verbetering
van de Scheveningsche buitenhaven,
die van de zijde der IJmuider reeders
zijn ingebracht, onder aanvoering van
den ingenieur Smalhout in eenige .ar
tikelen in de „Nieuwe Rotterdamsche
Courant," zijn minder van technischen
dan van economischen aard. De Sche
veningsche haven zou economisch niet
rendabel zijn, ziedaar de hoofdzaak.
En in dat geval zou het onverdedig
baar zijn, indien de Regeering een be
langrijke som wilde besteden voor de
verbetering van de buitenhaven, waar
door de gemeente 's Gravenliage in de
verzoeking zou komen het niet-renda-
bele visschershavenbedrijf nog uit te
breiden. Aangezien deze zienswijze ook
in de Kamer weerklank heeft gevonden
en het wetsontwerp van minister Kö
nig dezer dagen in behandeling zal ko
men, is het goed er nog eens op te wij
zen hoe volstrekt onbillijk zij is. Jaren
en jaren heeft het Scheveningsche vis
scherijbedrijf in den letterlijken zin
van het woord geleden onder den
slechten toestand van de buitenhaven.
Des niettegenstaande is de haring
vloot voortdurend gegroeid.
De toestand van de buitenhaven
heeft echter een zeer belangrijk deel
van de Scheveningsche vissehers ge
dwongen gebruik te maken van de ha
vens van den Nieuwen Waterweg. In
Vlaardigen, Maassluis en ook in Schie
dam zijn Scheveningsche haringvis-
schers gevestigd. Zij willen zoodra de
verbetering van de haven het toelaat,
hun bedrijf gaarne overbrengen naai
de plaats, waar ze geboren en getogen
zijn. Wie nu echter de economie van de
Scheveningsche haven bespreekt om te
pleiten tegen uitbreiding, mag vooral
niet vergeten, dat een geheel ander
economisch beeld wordt verkregen,
wanneer men ook rekening houdt met
degenen, die elders gevestigd zijn. Zij
beliooren bij Scheveningen, zij zijn al
leen door den nood gedrongen verdre
ven.
In den Residente over de verbete
ring van de haven sprekende, hebben
wij ook het bezwaar naar voren ge
bracht, dat het Scheveningsche haven
bedrijf niet commercieel is ingericht.
.Men heeft ons toen uitdrukkelijk ver
zekerd, dat dit zeer stellig zou geschie
den. Men wacht op de uitbreiding om
het bedrijf commercieel te gaan* be-
heeren. Dan zal ook het retributiestel-
sel worden ingevoerd, dat te ÏJmuiden
bestaat, dan zal de vischafslag in han
den der gemeente komen. De grond is
al weggegraven op de plaats, waar de
gemeentelijke vischafslag zal komen.
En wanneer dan de verbetering van de
buitenhaven voor rekening van het
Rijk geschiedt, gelijk met den aanleg
van een tweede binnenhaven, die voor
rekening der gemeente komt, al den
Scheveningers gelegenheid geeft om
„naar huis" terug te lteeren, eerst dan
pas zullen degenen, die nu het Sche
veningsche bedrijf niet rendabel ach
ten, volkomen kunnen oordeelen. En
een juist economisch beeld kunnen
krijgen.
Minister König heeft het wetsont
werp .tegen de bezwaren in het voor-
loopig verslag op zeer gelukkige wijze
in zijn memorie van antwoord verde
digd. Hij heeft zeer terecht opgemerkt,
dat allen, die over de bestaansmoge
lijkheid van de Scheveningsche haven
spreken het probleem een kwarteeuw
terugvoeren. In de negentiger jaren is
principieel beslist, dat een visscliersha-
ven te Scheveningen bestaansmogelijk
heid had. De regeering heeft echter de
buitenhaven in zoo slechten toestand
gelaten, dat van de binnenhaven geen
behoorlijk gebruik kon worden ge
maakt. En nu de gemeente, door de
uitbreiding van het bedrijf en in de
verwachting dat na de crisis van thans
een opleving zal komen, heeft besloten
een tweeden binnenhaven aan te leg
gen, heeft zij als voorwaarde gesteld,
dat het Rijk de buitenhaven op de een
of andere manier een behoorlijke diep
te verzekert, gelijk de wet van '99
eischt. Minister König wil de voor
waarde vervullen. Natuurlijk, zouden
we willen schrijven. In de eerste, plaats
omdat hij daartoe wettelijk verplicht
is. En in de tweede plaats, omdat hij,
als hij de voorwaarde niet vervuld,
zou medewerken aan den langzaam,
systematischen ondergang van Sche
veningen.
Als de toestand daar onveranderd
blijft, en dat zal het geval zijn, wanneer
het wetsontwerp van Minister König
niet wordt aangenomen, dan beteekent
dat Scheveningen's dood. Men heeft
wel opgemerkt, dat het Schevening
sche bedrijf best verplaatst kan wor
den, maar die opmerking getuigt al
van heel weinig inzicht. De Scheve
ningsche bevolking is niet weg te krij
gen, onmogelijk. Zij is buitengewoon
gehecht aan die kleine plek in de dui
nen. En naast de visschersbevolking
is daar langzamerhand een heel bedpijf
opgekomen, een bedrijf van taande-
rijen, kuiperijen, smederijen, blokma-
kerijen, scheepsmakerijen, boeterijen....
Neen, Scheveningen kan niet ver
plaatst worden. Dat is economisch en
een historische onmogelijkheid. En
ais men deze economisch volstrekt
niet onbelangrijke en historisch zeer
eigenaardige plek dan niet langzaam
wil laten afsterven, dan moet men het
wetsontwerp van Minister König aan
nemen.
VOETBAL.
A.F.C.Stormvogels 31.
Stormvogels geen eerste klasser.
Ziedaar het resultaat van den vorigen
Zondag! Dit resultaat hebben onze
plaatsgenooten voornamelijk te wijten
aan den scheidsrechter, die in den
wedstrijd A.F.C.Stormvogels „recht"
sprak. Onze lezers zullen weten, dat
wij niet spoedig een scheidsrechter om
zijn leiding hard vallen, immers, wij
weten, dat het scheidsrechtersbaantje
nu juist niet benijdenswaardig is, doch
omtrent dezen scheidsrechter moet
ons iets uit de pen. Wij en ieder met
ons hebben den indruk gekregen, dat
de leider van dezen wedstrijd ten zeer
ste bevooroordeeld was en dat hij deel
uitmaakte van de strooming, die
Quick ten koste van alles eerste klas
ser wil maken. Talrijke Stormvogels-
aanvallen bracht hij door geheel onge
motiveerd voor buitenspel te fluiten
tot staan, tot driemaal toe kende hij A.
F. C. een vrijen schop toe, omdat Visser
tegen een hem afhoudenden A. F. C.'er
aanliep; geheel ongemotiveerd gaf hij
A.F.C. een penalty (Blinkhoff Jr. zag
den bal tegen zijn hand geschoten),
doch onthield Stormvogels er een, toen
de rechtsback den bal hard neersloeg.
Het toppunt was echter wel het annu-
leeren van twee Stormvogels-goals, na
tuurlijk wegens buitenspel. Vooral bij
den tweeden goal kwam 's mans partij
digheid uit. Wat was het geval? Blink
hoff Sr. passeert de geheele A. F. C.-
verdediging; de keeper loopt uit, waar
na Jan tegen hem aanschiet. Deze van
den keeper komende bal vangt de toe-
loopende Visser op en deponeert hem
in het net. In de eerste plaats stond
Visser geen buitenspel, en al had hij 't
gestaan dan had zulks nog niet gehin
derd, omdat hij den bal van een speler
van de tegenpartij" ontving.
Merkwaardig was het, hoe deze
rechtspreker omkeerde toen A. F. C.
met 31 de leiding had. Toen kon
Stormvogels geen kwaad meer doen en
kreeg zelfs een vrijen schop te nemen
toeneen A.F.C.'er tusschen twee
Stormvogels wat minder zacht behan
deld werd. Is 't niet treurig?
Stappen we thans van dit punt af en
deelen iets omtrent het spel mee. Voor
rust,, met wind tegen, was Stormvogels
vei- in de meerderheid. Somwijlen leek
liet wel, of er geen A.F.C. verdediging
bestond. Drie goals werden gescoord,
waarvan er twee werden geanuleerd,
minstens een vijftal mooie kansen
werden niet benut en minstens het
dubbele van dit aantal kansen be
handelde, of liever mishandelde, de ar
biter.
Na de rust kreeg A.F.C. direct een
penalty, welke zeer „sportief" werd be
nut. Hierna zakte Stormvogels-spelpeil
zienderoogen. Vooral Blinkhoff Sr. gaf
er de brui aan. Nadat A.F.C. op for
tuinlijke wijze een tweeden goal had
verkregen, was het heelemaal mis en
werd er duchtig geknoeid. Struys was
de beste speler van het veld.
De Wedstrijd.
Stormvogels stelt zich als volgt op:
Reuzenaar.
Blinkhoff Jr. Koster
Vermaak Struys Bakker
Visser, Blinkhoff Sr., Snoeks, Olden
burg, d. Plas
Al spoedig blijkt, dat Stormvogels
stukken beter speelt dan A. F. C., in
welker gelederen soms onbenullig
wordt gespeeld.
Onophoudelijk loopen Blinkhoff
Sr. c.s. door de roodzwarte verde
diging. Vooral de linkerwing onder
vindt zoo goed als geen tegenstand.
Op het zware, ongelijke terrein kunnen
de spelers zich evenwei moeilijk ver
plaatsen en zuivei' schieten is ook vrij
wel onmogelijk. A. F. C. onderneemt
een enkelen ongevaarlijken aanval, die
gemakkelijk door Koster en Blinkhoff
Jr. tot staan worden gebracht. Boven
dien is Struys een geweldig struikel
blok. We noteeron nu een heele serie
gevaarlijke Stormvogels-aanvallen.
Vooral een fraaien kopbal van Blink
hoff Sr. juist langs de paal, verdient
vermelding. Nadat de scheidsrechter
een paar maal A. F. C. uit de „penarie"
gered heeft, door geheel ongemotiveerd
voor free-kick te fluiten, geeft hij, als
Blinkhoff Sr. een trough-pass van
Snoeks benut, voor de verandering-
eens buitenspel. Nauwelijks is de bal
weggewerkt, of Blinkhoff passeert
weer de verdediging. Hij schiet tegen
den uitloopenden keeper aan, via wiens
been de bal bij den toesnellenden Vis
ser komt, die zijn plicht doet. „Off
side", zegt de oolijke scheidsrechter.
Met nieuwen moed vangt Stormvo
gels een nieuwe reeks aanvallen aan
en werkelijk met succes. Als Snoeks
fraai doorbreekt, zet hij slecht voor.
De verwerkte bal wordt door v. d.
Plas weer voorgezet, waarna Blink
hoff Sr. via den keeper scoort (10).
Een paar tamme A. F. C.-aanvallen
uitgezonderd, blijft Stormvogels sterk
in de meerderheid. Blinkhoff Sr. werkt
zich een paar maal mooi vrij, maar
stuit öf op de backs ofop „de
machtige", wiens alziend oo g meer
ziet, dan dat van een gewoon sterve
ling. Snoeks krijgt een tweetal fraaie
kansen, schiet den eersten keer over de
lat en komt den tweeden keer te vallen
Visser krijgt van Oldenburg de kans
van den dag, doch schiet hard voor het
doel langs. Direct hierop maaki Visser
den bal prachtig vrij, doch ziet zijn
voorzet niet door v. d. Plas benut. Na
mooi samenspel tusschen Snoeks en
Blinkhoff Sr. krijgt Visser nogmaals
een kans. In z'n eentje gaat hij op den
A. F. C.-keeper af, en schiet dan hard
naast. Rust 01.
Direct na den aftrap lost v. d. Plas
een hard schot, dat de A. F. C. rechts
back op een voor ieder zichtbare wijze
met de hand in het strafschopgebied
neerslaat. De „machtige" ziet niets,
doch ontdekt na tien seconden wel, dat
Blinkhoff Jr. den bal tegen zijn hand
krijgt, hoè, dat kömt er minder opaan:
„Penalty" zegt de „leider" met een
triomfantelijk gebaar. Deze kans wordt
door A. F. C. benut. (11).
Deze tegenslag beteekent voor Storm
vogels de nederlaag. In de voorhoede
geeft Blinkhoff Sr. het vrijwel op,
waardoor ook Visser op non-activiteit
komt. A. F. C. daarentegen zet vurig
op en vooral de wingspelers, die dooi
de backs niet voldoende worden be
waakt, benevens de links-binnen, zijn
gevaarlijk, goed gesteund als zij wor
den door „hem", die bij de ergste bui
tenspel-gevallen geen vuiltje aan de
lucht ziet. Bepaald fortuinlijk komt A.
F. C. aan een tweeden goal, als een
schuiver ineens opspringt en tegen
Reuzenaars gezicht komt, waarna de
toeloopende mid-voor doelpunt (21).
Bij Stormvogels wordt het spel eer
slechter dan beter. Neen, heeren, dat
was geen fanatiek spel van een elftal,
dat nog een kans op de eerste plaats
had. A. F. C. scoort dan ten derde male,
na fraai werk van den rechtsbuiten.
Dat het geheele binnentrio buitenspel
stond, zagen alle aanwezigen, behalve
„hij" (3-1).
In de resteerende minuten krijgt
Stormvogels wat meer toe, en kan zelfs
een paar maal ongestraft free-kick ma
ken. In de laatste minuut krijgt A. F. C.
nog een fraaie kans, doch Reuzenaar
redt prachtig. Stormvogels eindigt dus
op slechte wijze het zoo goed begonnen
seizoen.
UIT ONS PARLEMENT.
Het verzet tegen iedere wijziging van
de indertijd bij de Arbeidswet van 1919
vastgestelde arbeidsvoorwaarden en
speciaal tegen de vervanging van den
vastgestelden 8-urigen arbeidsdag
door een langeren werktijd, moest zich
natuurlijkerwijs in pogingen, om als
nog door het aanbrengen van veran
deringen in het wijzigingsontwerp een
deel althans van 't bedreigde te redden,
herhaaldelijk en nadrukkelijk uitspre
ken. Maar naast dit verzet kwam ook
'n ander tot uiting, voortkomend uit de
gedachte dat de wijzigingen van het
ontwerp niet ver genoeg ging en dat
zich dus van tegenovergestelde zijde
daartegen richtte. En deze tegenstand
van tweeërlei soort, de, eerste tot in
krimping, de andere tot uitbreiding
van de wijzigingen, vond in een stroom
van amendementen zijn uitdrukking,
die dienovereenkomstig ook in het al
gemeen in tweeërlei soort te onder
scheiden waren.
Tot de eerste behoorden de amende
menten van de heeren Schaper,
Smeenk, Staalman en Kuiper. Dat van
den heer Schaper ging in deze rich
ting wel het verst, waar het voorstel
de, de bepaling dat gedurende een jaar
2500 uren als maximum mocht ge
werkt worden te laten vervallen, om
dat dit feitelijk den 11-urigen werkdag
zou beteekenen. De heer Smeenk stel
de 't anders voor en wilde met een be
paling van 1400 uur gedurende 6 ach
tereenvolgende maanden genoegen ne
men. Tevens wenschte hij schrapping
van de bepaling dat bij gebreke van
een vakvereeniging het overleg, dat de
wet soms eischt, ook mocht plaats heb
ben tusschen een behoorlijke vertegen
woordiging van arbeiders en werkge
vers in een bedrijf en wilde hij zoowel
de vrijheid van den patroon tot het ver
richten van Zondagsarbeid in de ban
ketbakkerijen laten vervallen als we
derinvoering-van nachtarbeid in groo-
tere bakkersbedrijven en tot het strikt
onvermijdelijke beperken. De heer
Staalman stelde voor don aanvang
voor alle bakkerijen op 5 uur te bepa
len. En de heer Kuiper wilde in collec
tieve overeenkomsten over werkver
gunningen alleen toestaan in overleg
met de vakorganisaties.
Tegenover deze amendementen tot
behoud zooveel mogelijk van de oor
spronkelijke Arbeidswet stonden die
van de heeren Drion, Bijleveld en
Schokking. Vooral eerstgenoemde
weerde zich geducht en deed de meest
principiëelen aanval op het beginsel,
dat ook in het gewijzigd ontwerp be
waard was gebleven. Uitvoerig zette
hij uiteen, dat het hier ging om stelsel
tegen stelsel om de vraag, of een de
partement dan wel de belanghebben
den over ons oeconomisch leven zou
den beschikken. Dienovereenkomstig
wenschte hij uitbreiding van de ar-
beidsmogelijkheid tot 2800 uur de
heer Schokking stelde 2600 uur voor
invoering van het tweeploegenstel-
sel, het vervallen van loonsbepaling
als voorwaarde voor overwerkvergun-
ningen, de bepaling van een maximum
van 2700 uur per jaar in de zuivelindu
strie en de mogelijkheid voor banket
bakkerijen en bloemenbinderijen eri
niet 3 maar 6 dagen per jaar 16 uren
per dag te werken. De heer Bijleveld
stelde voor in continubedrijven het 3-
ploegenstelsel niet alleen tot 24 Oct.
1924 maar blijvend mogelijk te maken
en het werken in koffiehuizen en ho
tels voor jeugdige personen en Zon
dags te vergemakkelijken. En de heer
Schokking wenschte bij gebreke van
een vakvereeniging het overleg tus
schen vertegenwoordigingen van ar
beiders en werkgevers ook buiten het
bedrijf mogelijk te maken.
De Kamer stond tegenover vrijwel
alle deze amendementen afwerend en
hield dus het midden van het ontwerp
Uit de aanneming van het amende
ment-Kuiper zou af te leiden zijn dat
zij nog het meest naar beperking van
wijzigingen in de oorspronkelijke wet
overhelde. De goedkeuring van de wet
met alleen de stemmen van socialisten,
communisten, en de heeren Kolthek,
Staalman en Van de Laar tegen, leg
de van deze opvatting ook getuigenis
af. Het was blijkbaar de drang der om
standigheden, die daarbij de stem van
de heeren Smeenk, Van Rijzewijk, Kui
per en dergelijke bepaalden.
Op deze noodzakelijkheid wees ook
de heer Van de Lande in de Eerste Ka
mer, toen hij er bij de verdediging van
het beleid der regeering deze wijziging
der Arbeidswet ter sprake bracht. En
het was een dergelijke gebiedende
dwang, die minister De Geer zijn be
zuinigingsplannen bespreken deed.
Acht en veertig millioen te kort in
1922. Het is zeker wel de moeite. De
sociale wetgeving, de onderwijsbevre-
diging, de verhooging der ambtenaars
salarissen en de 8-urige arbeidsdag wa
ren alle schuld. Is het dah wonder,
wanneer de regeering verlaging dei-
salarissen overweegt.
De heer Ketelaar was door het ge
rucht ongerust geworden. Maar zoo erg
bleek het niet. Gevestigde rechten ble
ven in elk geval ongeschonden. Wan
neer de regeering werkelijk tot wijzi
ging van art. 40 van het bezoldigings
besluit mocht overgaan, dan zou dit
alleen gelden voor nog aan te stellen
ambtenaren en voor periodieke verhoo
gingen. Vervang dan dit artikel door
een ander, dat de geheele salaris-posi
tie van ambtenaren regelt, stelde de
heer Ketelaar voor. En de minister
bleek daar wel iets voor te voelen.
Behalve de heer Ketelaar interpel-
.eerde nog de heeren Wijnkoop en Mar-
chant, de eerste over de vervolging
van communisten in Indië, de tweede
over het uittreden van 3 regenten uit
het Comité voor Autonomie na aanne
ming der regeling. De beide voorgestel
de moties, de wenschelijkheid uitspre
kend vanopheffing van de rechten van
den gouverneur-generaal en de vrij
heid van ambtenaren om deel te nemen
aan iederen geoorloofde staatkundige
organisatie, werden beide verworpen.
GRATIS ADMISSIE
rechtbank Haarlem dd. 4 April 1922.
In den jare Negentienhonderd twee-
en-twintig den tienden Mei;
ten verzoeke van ELIZABETH AN
NA RIET, echtgenoote van JAN NEN-
TJES DE VRIES, wonende te Zaan
dam, ten deze woonplaats kiezende te
Haarlem aan den Kruisweg no. 61rood,
ten kantore van den procureur Mr. H.
J. Hütschler, die door eischeresse ge
steld wordt en als zoodanig voor haar
zal occupeeren;
Heb ik Jacobus Nicolaas Warnier,
Deurwaarder bij de Arrondissements-
Rechtbank te Haarlem wonende en
lcantoorhoudende aldaar aan de Nas-
saustraat no. 14,
AAN
Jan Nentjes de Vries, laatst gewoond
hebbende te Zaandam doch thans af
wezig en zonder bekende woonplaats,
mitsdien mijn exploit doende door
aanplakking van een afschrift dezes
en van na te melden stukken aan de
hoofddeur van de vergaderplaats der
Arrondissements-Rechtbank te Haar
lem terwijl gelijke afschriften zijn
overgegeven aan den E. A. Heer Of ti
cier van Justitie bij vermelde Recht
bank, door wien het orgineel van dit
exploit met „gezien" is geteekond "en
tevens gelijke afschriften zijn aange
plakt aan het huis der gemeente Zaan
dam, terwijl eindelijk dit exploit zal
worden geplaatst in de IJmuider Cou
rant
BETEEKEND
een extract der minuten berustende
ter griffie der Arrondissements-Recht
bank te Haarlem, houdende een re
quest waarmede eischeresse zich tot
die Rechtbank heeft gewend zoomede
hare op den 4den April 1900 twee-en-
twintig gegeven beschikking;
Voorts heb ik deurwaarder exploit
doende als boven den gerequireerde
GEDAGVAARD
om op Dinsdag den 15 Augustus 1900
twee-en-twintig des voormiddags te
972 uur te verschijnen ter terechtzit
ting der Arrondissements-Rechtbank
te Haarlem, gehouden wordende in het
Paleis van Justitie aan de St. Jans
straat aldaar
TEN EINDE
aangezien gedaagde den 17en Decem
ber 1900 negentien te ÏJmuiden met de
botter genaamd „De Vijf Gebroeders"
in zee is gestoken;
aangezien sindsdien van genoemd
schip noch van de bemanning en dus
ook niet van gedaagde eenige tijding
is ingekomen;
aangezien alzoo meer dan een jaar is
verloopen sedert gedaagde van zijn
aanwezen heeft doen blijken;
aangezien eischeresse verlof heeft
gevraagd en bij beteekende beschik
king bekomen <heeft om den gedaagde
bij openbare dagvaarding op te roepen;
mitsdien ten aangewezen dage in
persoon of door iemand van zijnent
wege van zijn aanwezen te doen blij
ken, bij gebreke waarvan door de
eischeresse na het vervullen der in de
ze voorgeschreven formaliteiten, zal
worden geconcludeerd dat bij vonnis
worde verklaard dat er ten aanzien
van gedaagde sedert 17 December 1919
rechtsvermoeden van overlijden be
staat en dat het der Rechtbank moge
behagen aan eischeresse vergunning
te verleenen een ander, huwelijk aan te
gaan.
De kosten dezes zijn in debet f 4.90.
get. J. N. Warnier,
Deurw.
„Gezien" en afschriften overgenomen
door mij, Officier van Justitie bij de
Arrondissements-Rechtbank te Haar
lem op heden den tienden Mei 1900
twee-en-twintig.