ORGAAN VOOR DE GEMEENTE VELSEN No» 72 'Zaterdag 8 Juli"1922 7e Jaargang Verschijnt Woensdags Zaterdags IJMUIDER COURANT Abonnementsprijs: f 1.per 3 maanden, franco per post f 1.35 Abonnementen worden aangenomen aan het Bureau en bij de Agenten. Tot plaatsen van advertentiën'van Buiten de gemeente VELSEN in dit blad is uitsluitend gerechtigd het Advertenlie- bureau P. F. C. ROELSE, 1JMU1DEN. - Advertentiën uiterlijk in te zenden WOENSDAG tot 9 uur v.m. en VRIJDAGS tot 4 uur n.m. Uitgave van de N. V. UITGEVERS Mij. „IJMUIDEN" ADRES VOOR REDACTIE EN ADMINISTRATIE N. V. DRUKKERIJ SINJEWEL Willemsplein 11 Telefoon 153 IJmuiden Ingezorde mededeelingen 40 ets. per regel Advertenties van 1 t en m 5 regels fl. iedere regel meer 20 ets. Compact gezette advertenties van 1 t en m. 5 regels fl.25, iedere regel meer 25 ets. Kleine advertenties en familieberichten zoomede vereenigings advertenties uit de gemeente, uitsluitend bij vooruitbeta ling, van 1 tot en met 5 regels f0.75, iedere regel meer 15 ets Pij niet contante betaling worden de gewone prijzen berekend Advertenties //adres bn-eau an dit biad' 10 ets. extra; voor bezorging van op advertenties ii gekomen brieven wordt 10 ets. in rekening gebracht bovenstaande regelprijzen worden met 5 ets. verhoogd voor advertenties van buiten de gemeente t eisen DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN. EERSTE BLAD DRINGEND VERZOEK om bij verhuizing het oude en het nieuwe adres, NIET aan den looper, doch aan ons bu reau WILLEMSPLEIN 11, op te geven. De Administratie. VOOR ADVERTENTIES Vrijdags na 4 uur ingezonden wordt geen plaatsing in fiet Zaterdagnummer gegarandeerd. VOORUITBETALING Kleine Advertenties en Familieberichten kosten bij slechts 15 Cent per regel. VAN DEN WACHTTOREN. Pro Senectute. Waarom hebben de oprichters Pro Senectute Latijn gebruikt, om deze nieuwe vereeniging te benoemen. Wij hebben Pro Juventute, de vereeniging die zich inspant jeugdige personen op den goeden weg te brengen en te hou den. Pro Senectute beteekent: Voor den ouderdom. Men gaat nu bij dien naam allicht denken aan het streven om oude zondaars van de dwalingen huns weegs terug te brengen. Waarom heeft men de vereeniging niet in goed Nederlandsch:. Voor den Ouderdom ge noemd? Maar ai vinden we den naam niet gelukkig gekozen, de zaak is voor treffelijk. liet gaat hier om hulp voor een zekere groep onder de nieuwe ar men. Er zijn vele menschen op leeftijd, die vroeger van een lijfrente, een klein kapitaaltje, ^en pensioentje behoorlijk konden leven en er met gepaste zuinig heid konden komen. Het waardeverlies van het geld, het kelderen van vele buitenlandsche en ook wel binneidand- sche effecten, die eens heel solied wa ren, hebben deze oude heeren en dames in groote zorgen en moeilijkheden ge bracht? /ij kunnen niet veel zuiniger ievcn, dan ze al doen. Zij hebben geen cans, hun inkomen op een of andere manier te vermeerderen. Zij lijden fat saeniijk armoe en hun eens zoo rustige e.i genoeglijke oude dag is vol getob en geploeter. Men heeft in de oorlogsjaren meermalen op dezen nood gewezen. De pensioenen zijn wat verhoogd en daar om- is een deel hunner iets geholpen, baar er zijn nog veel oudjes, die niet weten, hoe ze uitgaven en inkomsten met elkaar in evenredighied zullen brengen. Er worden lijfsieraden ver kocht, een spaarpotje is aangesproken u uitgeput, de oude kleeren zijn finaal fgedragen en kunnen niet nog eens gekeerd, gestoomd, geverfd worden. Men is ten einde raad. Familie sturt eens wat, maar kan zelf ook niet veel missen en met goede gaven kan men het gat niet stoppen. I>e eer komt aan Mej. Pelsma van Wol- vega toe een praktisch idee geopperd te hebben, om oude dames, die door de tijdsomstandigheden in moeilijkheden verkeeren, daaruit te kunnen helpen. Zij moeten samenwonen en coöperatief gaan huishouden. De vereeniging Pro Senectute is op gericht, om dit plan te verwezenlijken. Ze wil pensions en tehuizen oprichten, waar aan bejaarden met volkomen be houd van hun persoonlijke vrijheid een passende huisvesting en zoo noodig verzorging geboden wordt. Deze in richtingen zullen zichzelf moeten be druipen; het zulien dus geen instellin gen van liefdadigheid zijn. Ieder zal zijn kostgeld betalen behoudens tege moetkoming in zekere gevallen. Maai er moet kapitaal vergaderd worden voor bouw- verbouw-, en oprichtig. Het plan is een groot aantal dergelijke te huizen over het geheele land verspreid op te richten. Ieder zal dus zoo dicht mogelijk bij eigen omgeving en zijn fa milie kunen blijven. Door de toepasing van het beginsel der coöperatie bij het wonen en huis houden zal men goedkooper kunnen leven, dan wanneer ieder opzichzelf blijft. Al zou alleen daarmee de huis huur bespaard worden, is er al veel ge gewonnen. De meeste dezer oudjes zijn aan zuinigheid gewoon en hebben voor zichzelf niet veel noodig. Men zal kun nen besparen, door gemeenschappelijk brandstof, aardappelen enz. te koopen Een belangrijk punt is het, dat ieder zijn vrijheid en zelfstandigheid be houdt. Men zal bij de verdere uitwer king van dit mooie plan veel kunnen leeren van hofjes en gasthuizen, die ongeveer op dezen voet zijn ingericht en werken. Op den dwaalweg. De Zweedsche hoogleeraar Cassel heeft in een bijzonder klaar en merk waardig artikel in de Manchester Gu ardian aangetoond, dat Europa bezig is langs den weg van allerlei dwalin gen en zelfbedrog naar den afgrond af te glijden. Men verbeeldt zich, dat de schulden, die ten gevolge van den oor log en den vrede door de verschillende regeeringen zijn aangegaan, werkelijk ook betaald kunnen worden of eens be taald zullen worden. De waarheid is, dat de landen, die schuldenaar zijn, niet kunnen betalen, maar bovendien de landen, die schuldeischers zijn. niet verlangen betaling te ontvangen. Het is onmogelijk het bedrag van de schuld af te trekken van de inkomsten van een volk, zonder zijn bestaansmini mum te overschrijden. De levensstan daard der landen, die schulden moeten afdoen, is nu reeds bedenkelijk laag gedaald. Het lijkt vreemd, dat de landen, die schuldeischers zijn, liever geen geld ontvangen. Maar het is toch te hegrij pen, dat het economische leven van een land, dat betaald wordt door goederen of diensten van zijn schuldenaar op buitengewoon groote schaal, in erge mate ontwricht wordt. Daarom wil Frankrijk niet veel weten van een af betaling in materialen voor den her bouw door Duitschland. Immers door zulke enorme toename van den invoer, krijgt de eigen industrie een knoei en moet werkloosheid ontstaan. Om die zelfde reden wil Amerika nog vele ja ren schuldeischer van Europa blijven en is het niet gesteld op afbetaling. Volgens Prof. Cassel kunnen de Euro peesche staten niet voort gaan hun openbare uitgaven op-de tegenwoordi ge hoogte te handhaven. Zij moeten de bewapening verminderen en ophou den vreoptid grondgebied te bezetten. De Zweedsche geleerde pleit voor een nieuwen, constructieven vrede, waarin een wereld kan worden opgebouwd, die evenmin vijanden en vroegere vijanden als overwinnaars en overwonnenen kent. Hij stelt daarom voor, de schul den te anuleeren of althans tot zulke afmetingen te verkleinen, dat ze wer kelijk betaald kunnen worden. Prof. Cassel behoort tot die mannen van helder inzicht en groote kennis, wier woord gezag heeft door geheel Europa en het is te hopen, dat de stem van dezen roepende in 'de woestijn van wanorde en ontreddering in de tegen woordige wereld ook eindelijk gehoord en opgevolgd wordt. UIT DE GEMEENTE. Gasbedrijf en Waterleiding. Overzicht van de financiëele inkom sten der exploitatie van liet gasbedrijf en de waterleiding vanaf 1 Januari 1918. In September 1917 werden bij den raad de begrootingen van het gasbe drijf en de waterleiding voor het dienst jaar 1918 ingediend. HET CONSULTATIEBUREAU zal geopend zijn Woensdagmiddag van 23 uur, Willemsbeekweg 42, Velser oord. Het onderzoek is kosteloos en ge schiedt door Dr. Anema uit Haarlem Voorzitter van het Consultatiebureau aldaar. De begrooting van het gasbedrijf wees aan een geraamd verlies van f 10052.93, terwijl de begrooting der waterleiding een nadeelig tekort van f 28400.25 aanwees. Het liet zich begrij pen, dat B. en W. het niet gewenscht achtten op deze basis het jaar 1913 in te gaan. Blijkens gemeenteblad no. 225 van 1917 stelden zij den gemeenteraad voor, inplaats van de eerder aanhangig gemaakte verhooging der meterhuur den gaspi-ijs met 1 cent per M3 te ver- hoogen, welk voorstel door den raad werd aangenomen. Dientengevolge werd voor het gasbedrijf over 1918 een winst geraamd van f 5397.07. Al spoedig kwamen B. en W. tot overtuiging, dat deze gasprijs-verhoo- ging onvoldoende was. in gemeente blad no.- 106 van 1918 deelden zij mede, dat met ingang van 1 Juni 1918 in ver band met de stijging der produetiekos ten de prijs van het gas, door Haarlem aan Velsen te leveren, vermoedelijk met 3V2 a 4 cent per M:i zou word m ver hoogd, zoodat een gelijke verhooging van den detailprijs noodig werd geoor deeld. Waar het gasbedrijf zich voorts moest dekken voor het nadeel ontstaan door de gaslevering, die Haarlem bo ven het winterrantsoen uitvoerde, stelden zij den gemeenteraad voor reeds met 1 April 1918 den verhoogden gasprijs te doen ingaan. Hiermede kon de raad zich vereenigen. Was bij besluit van B. en W. van 13 Februari 1918 de eerste schrede gezet op den weg der gasrantsoeneoring, de hierbij getroffen regeling van afsnij ding van den gastoevoer voldeed niet, zoodat in hetzelfde raadsbesluit, waar bij de verhoogde gasprijs werd vastge steld, een tarief van het meerverbruik werd neergelegd. Dit tarief heeft er wel toe bijgedragen, dat de financiëele uit komsten van het gasbedrijf over 1918 zoo gunstig waren. Sloot de verlies- en winstrekening over 1917 met een winst van I' 12035.05, die over 1918 wees een saldo van f 73968.73. De waterleiding leed in 1917 een ver lies van f 21421.88, waarbij nog in aan merking dient te worden genomen, dat in dit jaar geen andere afschrijving dient te worden genomen, dat in dit jaar geen andere afschrijving plaats vond dan op gereedschappen, kantoor inventaris, machinekamer- en labora toriumbehoeften. (in totaal f 808.07). Het jaar 1918 was voor de waterlei ding gunstiger, ofschoon toch nog zon der noemenswaardige afschrijving een verlies van f 13583.92V2 moest worden geboekt. In Juni 1918 stond men voor de moei lijkheid, hoe het nadeelig saldo van de waterleiding over 1917 te dekken. De raad besloot toen dit tekort te vinden. a. door een bijdrage uit het reserve fonds van het gasbedrijf ten bedrage van f 9386.83. b. door overdracht van de winst over 1917 uit het gasbedrijf van f 12035.05. Totaal f 21421.88. Gedeputeerde Staten maakten ech ter tegen deze oplossing bezwaar. Met hunne goedkeuring is ten slotte een re geling getroffen in dien zin, dat de in 1917 gedane buitengewone afschrijving op eigendommen van het gasbedrijf werd ongedaan gemaakt en gebruikt ,ot volstorting van het reservefonds tot f 30.000 terwijl een nieuw art. 28a in de verordening op het beheer van het ge meentelijk gasbedrijf werd ingevoegd, uidende als volgt, werd aangenomen. Art. 28a. „Zoolang echter het water- eidingbedrijf verlies oplevert, zal te beginnen met het jaar 1917, na opvoe ring van het reservefonds tot het maxi mum genoemd in art. 28, de zuivere winst van het gasbedrijf tot het bedrag van het verlies van het waterleidingbe drijf in de gemeentekas worden gestort en de overige winst worden aange wend als aan het slot van het vorige art. is bepaald." Voorts werd bepaald dat het verlies van de waterleiding over'1917 zou wor den gedekt door een bijdrage tot gelijk bedrag uit de gemeentekas. Wel werd door deze wijziging het re servefonds van het gasbedrijf tot f 30.000 opgevoerd, maar het overschot tot dekking van het verlies der water leiding was maar betrekkelijk gering, Dit bedroeg f 8260.24'/2, zoodat nog on gedekt bleef een bedrag van f 13161.63"' Het jaar 1918 was zóó gunstig voor het gasbedrijf, dat met één streek zoo wel het restant-verlies der waterlei ding over 1917 als het verlies van dit bedrijf over 1918 werd vergoed en bo vendien nog f 47223,17 beschikbaar bleef voor de gemeentekas en het uit breidingsfonds. (elk 50 Dit bedrijfsjaar bracht de gemeente door de moeilijkheid heen. De achter stand was ingehaald en op een gezonde basis kon verder worden voortgegaan. Maar niet uit het oog mocht worden verloren, dat het tot en met 1918 ver leende uitstel van aflossing der lee ning voor de waterleiding, niet voor 1919 (Mi volgende jaren zou gelden, zoo dat het verlies onvermijdelijk zou stij gen. Het was met het oog hierop, dat de winst van het gasbedrijf zooveel moge lijk op peil moest worden gehouden en dat bij stijging van den inkoopsprijs van het gas een gelijkmatige verhoo ging van den prijs voor de verbruikers werd ingevoerd. Zulks geschiedde hij raadsbesluit van 17 Juli 1919. De gas prijs werd met 2 cent per M'1 verhoogd en bepaald resp. op 15 en 14 cent. Kort daarop, in November 1919, wei den de watertarieven ingaande 1 Ja nuari 1920 met gemiddeld 4 cent per M3 verhoogd, ook al met het oog op de omstandigheid dat het tekort op de waterleiding over 1920 werd geraamd op f 21.161.505. Er werd gerekend, dat de helft van dit nadeelig saldo door tarief-verhoo ging zou moeten worden gedekt. Toch was 1919 als exploitatiejaar voor de beide bedrijven niet ongunstig. De winst van het gasbedrijf bedroeg f 3971.75®, terwijl het verlies van de waterleiding, waarin voor het eerst een behoorlijke afschrijving werd begre pen, een bedrag van f 23933.75® aan wees. Het verschil tusschcn deze bedragen ad f 15798 kwam voor de eene helft ten bate van het uitbreidingsfonds van het gasbedrijf en voor de andere helft ten goede aan de gemeentekas. Ingaande 1 Juni 1920 werd de gas prijs met 2 cent per M3 verhoogd in verband met den hoogeren inkoops prijs. Den 23 Juni 1920 besloot de gemeen teraad op voorstel van B. en W., het reglementaire bedrag der reservefond sen van de bedrijven op te voeren tot f 40.000, welke maatregel voor het eerst in toepassing zou worden gebracht aan het einde van het bedrijfsjaar over i doeld jaar kon deze verhooging, al thans voorzoover dit bedrijf betrof, be werkstelligd worden want het batig saldo beliep een som van f 29968.70®. De volgende winstverdeeling werd ge maakt. Winst: f 29968.70®; af: verlies water leiding f 8092.12. Totaal f 21876.58®. Hiervan bijstorting reservefonds tot f 40000 f 5271.25. Blijft f 16605.33®. Te storten in de gemeentekas (behal ve het verlies dei" waterleiding) f 8302.67 en- in het uitbreidingsfonds f 8302.66®. Uit deze winstverdeeling blijkt te vens, dat het verlies op de exploitatie der waterleiding over 1920, dank zij de tariefverhooging en de vermeerdering van het aantal aansluitingen was ge reduceerd tot f 8092.12, en dus belang rijk beneden de raming was gebleven. Het jaar 1921 bracht de financiëele onafhankelijkheid der waterleiding. Het oorspronkelijk geraamde verlies van f 10013.12 is niet geleden, integen deel er is een winst gemaakt van f 6969.45, tengevolge van meerverbruik en doordat de provincie als tijdelijke afneemster tot het bedrijf is toegetre den. Deze som vormt de eerste bate voor het reservefonds. De netto-winst van het gasbedrijf ten bedrage van f 26.411.14 kan dus worden aangewend voor 50 tot stijving van de gemeente kas" en voor 50 tot versterking van het uitbreidingsfonds. Het verdient hierbij nog opmerking, dat niettegen staande een voortgezette stijging van den inkoopsprijs plaats vond, (onge veer 1.3 cent per M3) het bestaande gastarief voor de verbruikers gehand haafd werd. Volgens den kapitaalstaat ultimo December 1921 heeft het gasbedrijf een feitelijke reserve van f 95018.82 (f 42000 reservefonds en f 53018.82 uit breidingsfonds) ongerekend f 3614.72 als reserve voor dubieuse debiteuren. De gemeente zal na vaststelling van de onderhavige balans en verlies- en winstrekening in de jaren 1918 tot en met 1921 een bedrag gelijk aan dat van het uitbreidingsfonds netto uit het gasbedrijf hebben ontvangen. VISSCHERIJ. De Raad voor de Scheepvaart heeft een onderzoek ingesteld naar de oorzaak van het ontploffen van den ke tel aan boord van den stoomtreiler „Zeehond IJM. 70", in den nacht van 17 op 18 Mei. Het vaartuig behoort aan de N.V. Scheepsexploitatie Mij. „De Marezaten" te IJmuiden. De machinist verklaarde, dat het vaartuig, bemand met tien koppen, op 16 Mei IJmuiden had verlaten om te gaan visschen. In den nacht van 17 op 18 Mei had getuige de wacht. Om kwart voor twaalf had hij gezien dat de ma chine stil stond en dat alles goed was. Er was niets bijzonders waar te nemen, de machine was niet overbelast, de stoomdruk was twaalf atmosfeer; het maximum is twaalf en een haif. Te middernacht wilde getuige de inachine- smeren. Juist toen hij de oliekan nam, hoorde hij een ontploffing, gevolgd door het gesis van ontsnappenden stoom. Getuige schrikte en raakte ge heel overstuur, zoodat hij niet meer heeft kunnen waarnemen, wat verder is gebeurd. Hij had brandwonden in het gelaat. Een uur later was getuige, die intus- schen was verbonden, naar de machine gaan kijken. Hij zag toen dat een der vlampijpen was gesprongen. De ketels waren vlak vóór het vertrek nog ge keurd. Het resultaat van die keuring had getuige niet gehoord. Hem was niet medegedeeld dat 'n vlampijp zoo danig defect was, dat zij op punt was van scheuren. Wel wist hij, dat er van tijd tot tijd lekke vlampijpen waren. De pijp is gestopt, er werd weer stoom gestookt en zonder verdere on gevallen kon IJmuiden worden bereikt Gehoord werd verder de heer W. J. Fournier technisch ambtenaar bij het stoomwezen, die op 15 Mei een inwen dig onderzoek naar den ketel had inge steld. Resultaat' van dit onderzoek was, dat getuige adviseerde onmiddellijk één vlampijp en binnen zes maanden alle vlampijpen te doen vernieuwen. Van dit resultaat had hij mededeeling gedaan aan een baas van de N. V. „He- ra". De bedoelde vlampijp is direct vernieuwd. Getuige had alleen de buitenste vlam pijpen gekeurd. De pijpen die binnen inzitten zijn niet te onderzoeken, om dat er niet kan worden bijgekomen. Het kan zeer zeker voorkomen, dat er onder die binnenste vlampijpen een

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1922 | | pagina 1