No. 74 7e Jaargang Zaterdag 15 Juli 1922 Abonnementsprijs: fl.per 3 maanden, franco per post f 1.35 Abonnementen worden aangenomen aan het Bureau en bij de Agenten. Tot plaatsen van advertentiën van Buiten de gemeente VELSEN in dit blad is uitsluitend gerechtigd het Advertentie bureau P. F. C. ROELSE, IJMUIDEN. Advertentiën uiterlijk in te zenden WOENSDAGS; tot 9 uur v.m. en VRIJDAGS tot 4 uur n.m. Yerfrchflnt WoeBsdiigf* Zaterö* gh Uitgave van de N. V. UITGEVERS Mij. „IJMUIDEN" ADRES VOOR REDACTIE EN ADMINISTRATIE N. V. DRUKKERIJ S1NJEWEL - Willemsplein 11 Telefoon 153 IJmuiden Ingezoi de mededeelingen 40 ets. per regelAdvertenties van lt en ui 5 regels fl. iedere regel meer 20 cte. Compact gezette advertenties van 1 t en m. 5 regels f 1.25, iedere regel meer 25 ets. kleine advertenties en familieberichten zoomede vereenigings advertenties uit de gemeente, uitsluitend bij vooruitbeta ling, van 1 tot en met 5 regels f0.75, iedere regel meer 15 ets Hj niet con'ante betaling worden de gewone prijzen berekend .Advertenties .adres btreau *an dit blad' 10 ets. extra; vut bezorging van op advertenties ii gekomen brieven wordt 0 ets. in rekening gebracht t'ovenstsande regelpi ijzen worden met 5 ets. verhoogd voor advertenties van buiten de gemeente eisen DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN. EERSTE BLAD. en VOORUITBETALING Kleine Advertenties Familieberichten kosten slechts 15 Cent per regel. bij DRINGEND VERZOEK om bij verhuizing het oude en het nieuwe adres, NIET aan den looper, doch aan ons bu reau WILLEMSPLEIN 11, op te geven. De Administratie. VAN DEN WACHTTOREN. Schoolreisjes. In onze steden en in de mooiste stre ken van ons land aan de zee en in de bosschen vindt men tegenwoordig troepjes schoolkinderen, die onder ge leide van hun onderwijzers een uitstap je maken. Er zijn oudjes, die jaloersch opmerken: Toen wij jong waren, had den wij nooit feestjes en reisjes. Men moet het er den kinderen maar jong in prenten, veel uit te gaan en geld uit te geven! 't Is een rare wereld tegenwoor dig. Dat de wereld nog zoo' raar niet is en niet verdient, zoozeer uitgemaakt te worden, als we allen doen, vergetende, dat wij allen samen die wereld vormen, bewijzen ook de schoolreisjes. Zij zijn een gelukkige combinatie van het aan gename met het nuttige. Het aangename gaat voorop in dit ge val. Juist lazen we een aardig verslag van een uitstapje van Amsterdamsche volkskinderen, die ondanks gietbuien en afwezigheid van zonneschijn een dag volop genoten. Op de vraag, wat zij nu het mooist vonden: de reis in den trein, het stoeien in de duinen, het war me maal, de limonade, de optocht met muziek naar den trein, antwoordde er een: Alles was het. mooist! Voor die kinderen, die zelden of nooit uit de stad komen en van de heerlijkheid der na tuur zoo weinig zien, is zulk een reisje een onbeschrijflijk groot genoegen en ook kinderen, die vaak eens een dagje uitgaan, vinden dat samen uitgaan met de heele klas extra fijn. Maar die schoolreisjes zijn ook nut tig. De meesters leeren op de allerpret tigste wijze hun kinderen en in de klas se worden allerlei merk- en beziens waardigheden eerst besproken en na het reisje een opstel gemaakt over de verschillende indrukken. Kinderen le zen van bosschen, duinen, zee, ebbe en vloed, brem en hei, sluizen en havens, dijken en uiterwaarden, maar hebben ze nooit gezien. Op het schoolreisje wordt veel uit leeslesjes en aardrijks kunde verduidelijkt en krijgen ze allen een flinke portie algemeene ontwikke ling. Wanneer dit doel door de onder wijzers niet op den achtergrond gescho ven wordt, zijn deze uitstapjes ook zeer leerzaam en valt het toe te juichen, dat gemeentebesturen ze steunen door gel delijke subsidie. Maar de schoolreisjes werken nog op een andere manier gun stig. De meester of juffrouw voor de klasse is een heel ander wezen dan op reis. Zeker ook dan eischen ze orde en gehoorzaamheid. Maar ze zijn veel ge meenzamer, hartelijker en vroolijker dan in school. Zij veroveren op een dag met een schoolreisje de harten meer dan in een maand voor de klasse. Zij hebben meer tijd, om met de kinderen te praten over hun persoonlijke aange legenheden en ze leeren de kinderen op een zoo'n dag vaak ook veel beter Ken nen dan langen tijd op de banken. Er is toenadering en vertrouwelijkheid. En het personeel heeft er een zwaren en vermoeienden dag voor over, om eens met hun klasse als een oudere vriend en vriendin uit te wezen. Meester en de schooljeugd gaan eiken dag eenige uren met elkaar om en blij ven toch soms vreemd aan elkaar. Maar stoeit en lacht en zingt en speelt en geniet een dag met elkaar en alle muren vallen om. Om al die redenen zijn wij warme voorstanders der schoolreisjes en ver heugen we ons, dat dit jaar door de goedkoope reisgelegenheid de kinderen met hun geleide weer wat verder van honk kunnen gaan, dan sinds het uit breken van den ooi-log liet geval is ge weest. Orde in het economische leven. De groote kunst van het huishouden is, om niet vaak vergeefs te loopen, hoorden we eens een huisvrouw zeg gen. Daarom moeten alle dingen hun vaste plaats hebben. Er mag geen tijd verloren gaan met zoeken. Als men naar de keuken gaat, moet men zich afvragen: Kan ik ook wat meenemen uit de kamer? Men moet de kinderen wennen, op de vaste uren te eten; an ders kan men altijd wel boterhammen blijven snijden. Orde en regel zijn het halve werk. Dat geld ook in een bedrijf mi er gaat heel wat tijd verloren, als in een bedrijf rommellig en wanordelijk is. Alles moet zijn vaste plaats hebben en ieder zijn vast werk hebben. Ook op reis zorgen we wel geen geld en tijd te verknoeien en men reist daarom niet van Groningen naar Amsterdam via Maastricht. In het groote huishouden der maat schappij bekommert men zich om de orde echter niet en denkt men niet aan besparing. Het woord economisch ligt den mcnschen tegenwoordig op de lip- pem bestorven. Dat is ook niet econo misch! zegt men, als men iemand on praktisch ziet handelen. Maar dat zou den we juist economisch willen noemen Want in de economie gebeurt, wat een goecle huisvrouw nooit zou doen. Die laat haar meisje geen schoenen koopen vier uur ver, als ze die vlak hij de deur kan krijgen en die koopt geen versch vleesch, als ze de kelder nog vol pekel- vleesch, ham, worst en rookvleesch heeft. Maar zoo iets doet men wel in de economie. In het begin van het voor jaar werden de aardappelen zeer duur. Er kwam niet genoeg aan de markt. Voorraden werden vastgehouden, om den prijs op te jagen. Eindelijk zijn ze los gekomen. Men verkoopt ze nu voor een paar kwartjes de korf. Men had er een paar maanden geleden drie, vier gulden voor kunnen krijgen. Econo misch is dat niet! Thans vermaalt men in een Friesche aardappelmeelfabriek goede consumptieaardappelen uit Mus- land. Wij sturen waggons vol levens middelen naar het hongergebied in Rusland en wij verwerken hier aardap pelen uit Rusland tot meel. Misschien sturen we daarna balen aardappelmeel naar Rusland. Economsch is dat niet precies! En overal kan men diezelfde wanorde en dwaasheid opmerken in het groote huishouden der mensehen- wereld. Schatten konden behouden worden, als men daarin wat meer re geling en orde bracht. Het moest in het economische leven wat economischer toegaan. NATUURWANDELINGEN VIII. In de tuinen Nu de Julimaand is ingetreden, dit maal echter met storm en regen, is het minder aangenaam om een wandeling in de eigenlijke duinen te doen en wil- Jen wij ons eerst eens bepalen bij het geen er thans in de vlakten en tuinen aan ons oog vertoont. De Hooibouw is nu alom in werking en hoopt de boer op droog en zonnig weer, daarentegen kan de tuinier na al die langdurige droge dagen, ja maanden, een flinke re genbui gebruiken. Wind en storm oefenen echter voor alles om dezen tijd van 't jaar een nadeeligen invloed uit. De laatste storm heeft aan de ooftboo- men veel schade gedaan en talrijk is HET CONSULTATIEBUREAU zal geopend zijn Woensdagmiddag van 23 uur, Willemsbeekweg 42, Velser- oord. Het onderzoek is kosteloos en ge< schiedt door Dr. Anema uit Haarlem, Voorzitter van het Consultatiebureau aldaar. het afgewaaide nog onrijpe ooft, zooals: appelen, peren en pruimen enz. Sommige hoornen zijn op zijn mooist vooral de linde, die thans dicht met bloesems bezet is, en de wilg met zijn fijn groen en zilverwit blad. Het riet heeft nu zijn volle hoogte bereikt en omzoomt de wateren met wuivende pluimen. Behalve de hooioogst, wordt er in deze streken nog een belangrijke oogst gehouden n.ll. die der bloembol len. Hyacinthen, tulpen, narcissen, cro cus enz. Worden gerooid en in de schu ren binnen gehaald, terwijl het land waarop ze groeiden, opnieuw met groenten of andere gewassen wordt be- teeld. Zijn de bollen in de schuren dan begint voor den kweeker of verzendei de groote drukte van het drogen, sor- teeren en inpakken voor den verkoop, terwijl ook buiten in de tuinen nog vele bolgewassen staan te groeien en te bloeien, die ve rzorging noodig hebben. Mant het onkruid woekert intus- schen overal voort en moet door wieden en schoffelen uitgeroeid worden. In Juli bloeien nog de Pioenrozen, die wij in ons artikel voor Juni, we gens plaatsgebrek onbesproken moes ten laten. Er bestaan tegenwoordig onnoeme lijk veel soorten van dit sterke cn kleurrijke struik- en wortelgewas. De tinten loopen van het donkerste rood tot het helderste wit uiteen, en vooral diegenen met oranje en vleeschkleurig centrum zijn de meest gezochte. De ver schillende soorten van Leliën bloeien in Juli behalve eenige zooals de gewo no oranjeroode Umbellatum, die thans reeds overbloeid is. De meeste leliesoorten zijn niet in- hoemsch, doch oorspronkelijk uit verre landen geïmporteerd, voornamelijk uit Japan, China en Noord Amerika. Doch de lelie die hier waarschijnlijk oor spronkelijk thuis behoort, is de Hol- landsche Witte Lelie (Lilium Candi- dum). Men stelde zich de kleur der lelie meestal als wit voor vandaar dat ze het symbool was en nog is, van rein heid, onschuld en vlekkeloosheid. De Koningen van Frankrijk, de Bourbons, voerden de witte vlag met zilveren le liën. Reeds Jeanne d'Arc de Maagd van Orleans, ontplooide de banier met de leliën, toen ze het Fransche volk ten strijde riep om de gehate Engelsche overweldigers te verdrijven. Sedert de witte vlag der Bourbons na de revolu tie werd vervangen door dè driekleur, bleef de leliënbanier het vereenigings- symbool voor de aanhangers van het oude Koningschap in Frankrijk. Ook in het Koninkrijk der Beide Sici- liën: Napels en Sicilië was de lelievlag in gebruik, totdat ook daar de Bour bons verdreven werden, 0111 plaats te naken voor de groen-, wit-, roode vlag van het Koninkrijk Italië. De Matte Lelie heeft een helder zijde achtig witte kleur, ze groeit op hoogen stengel en heeft groote bekervormige kelken, wel tot 20 stuks aan één tros, gele meeldraden en stampers en hare geur is heerlijk, zoet welriekend, op verren afstand waar te nemen. Men vindt de witte lelie in Nederland slechts hier en daar, doch zelden in grooten getale, ook niet bij kweekers. Wil men zware bloemtrossen op de witte lelies hebben, zoo late men ze overstaan en voege er vóór den winter eenige bedekking aan toe. Wanneer ze vei plant moeten worden, zoo moet dit geschieden na afloop van het bloeien, dus ongeveer in de maand Augustus. Ze loopen dan reeds vóór den winter uit met fraai heldergroen blad; de bloemstengels komen echter eerst in de lente. In den loop der tijden dedo cok vele andere leliesoorten hier in Europa hun intrede; en werden hoofd zakelijk ingevoerd van de zoo rijk aan leliebollen zijnde Japansche eilanden groep. Er kwamen toen lelies van aller lei kleur, behalve wit ook rose en wijn- roode, gestippelde, zooals de nu alge meen bekende Speciosum variëteiten oranje met zwarte vlekken en stippen zooals de Tijgerlelie, geel en wit of vio letkleurig zooals de Martagon leliën Zelfs scharlakenroode o.a. de Lilium Chalcedonicum. Wat de Japansche le lies vooral onderscheidt, dat zijn de omgekrulde bloemkelken. Sommige Ja pansche lelies lieten zich hier echtei moeilijk voortkweeken en moesten tel kens weer opnieuw van uit hun vader land worden aangevoerd. Dat is het geval met de zoo gezochte Lilium Auratum, die witte groote om gekrulde kelken, gele streepen en flu weelbruine stippels inwendig heeft, en ook mot andere moeilijk te kweeken soorten. Over de lelies is nog onnoemelijk veel te zeggen, doch deze ruimte laat zulks niet toe. Van de lelie komen wij nu op de Zwaardlelie, meer bekend onder den naam van Gladiolus, doch van de lelie- bol die, zooals men weet, uit aanslui tende vleezige schubben bestaat, geheel afwijkt, en een hetzij kleine of groote vaste bol heeft. Dit gewas heeft echter zijn voorloo- pers, die reeds in Juni bloeiden. Wie kent ze niet, de als snijbloemen zoo veelvuldig voorkomende kleine lieve bloempjes aan één langen stengel en bekervormig evenals de lelie. Het zijn de allervroegste Gladiolus, de Coivilli's roode, paarsche, zuiver witte of ook wit, met vlekken in rood, rose, kers- eurig en violet op de slippen der bloembladen. Eerst na deze en de ouderwetsche doch vroegbloeiende Ramasus-soorten komen de eigenlijke grootbloemige Gladiolus in bloei en verrukken ons met hunne forsche zwaardvormige planten en bloemen van allerlei schakeering, die ook even als de Coivilli's in vazen met water, lang goed blijven. In de laatste 25 jaren heeft de kui tuur der Gladiolus tot groote volma king van dit bolgewas geleid. Voor jaren terug bestonden slechts de volgende hoofdsoorten: Brenchlyeu- sïs, Gandavensis, Floribundas. De Brenchlyensis (vuurrood) Imeft stand gehouden en is ook te herkennen aan haar rechtopstaande bloem. De Gandavensls-type is door zaaiïng in allerlei nuances verbeterd, vooral de oranje-gele kleur is de mooiste. Zij worden ook wel Fransche Gladiolus ge noemd. De Floribundis is op den ach tergrond geraakt, evenals de later uit Frankrijk gewonnen soorten Gladiolus Lemoimi-type (geel met wijnroode vlek van binnen) en hare kleurrijke hybri den, zoo ook de uit Nancy gewonnen variëteit Nancianus waaruit de firma Wigman te Zutphen ook de Gl. Gslria heeft getrokken. Hoe mooi deze boven genoemde soorten ook zijn ze werden in de schaduw gesteld door de uit Amerika gekomen grootbloemige Childsi en Gladiolus America. Men heeft zelfs niet alleen de bij gla diolus zoo moeilijk te bereiken zuiver witte kleur verkregen doch vele extra ordinaire tinten, zelfs lichtblauw. De kuituur van Gladiolus is meestal gemakkelijkze groeit bijna overal, doch de bol bevriest spoedig als ze in den winter in de schuren ligt, zoodat stoken en vorstvrij houden een ver- eischte is. Wie in den loop dezer maand en in de daar opvolgende Gladiolus wil zien bloeien, begeve zich naar Hillegom, Lisse of Noordwijk, of ook naar Uit geest en Limmen, waar de kuituur van beteekenis is. S. C. L. P. PLAATSELIJK NIEUWS. IJMUIDEN. Joh. N. Klein. Met den man, wiens naam wij hier boven schrijven, is weer een stuk van oud-IJmuiden ten grave gedaald, van dat nog nieuwe oud-IJmuiden dat zoo veel en zoo vaak hard is en wordt be oordeeld; waarover wij geen oordeel kunnen en mogen uitspreken omdat wij er nog zoo dicht bij staan en er nog een deel van uitmaken, maar dat latei- rechtvaardiger en meer bezonnen, wel licht ook met meer waardeering zal worden herdacht. Met het overlijden van den heer Klein is uit onze plaats verdwenen een man die ruimschoots zijn aandeel heeft ge had in de ontwikkeling en groei van IJmuiden, een noeste werker en hel derziend koopman die niet alleen door zijn nimmer verflauwende ijver en energie zichzelf hier een beteekenende plaats heeft veroverd, maar die daar door ook voor honderden, ja duizenden in deze gemeente is geweest, wat men in den goeden ouden tijd noemde een „Broodgever". Te weinig is vaak in de laatste jaren gewaardeerd dat er in onze Maatschap pij ook „Broodgevers" zijn, maar wel licht leeren de moeilijke tijden van thans ons dat bij vernieuwing verstaan en zal daarmede ook een man als de heer Klein in onze herinnering nog aan beteekenis winnen. Het is onnoodig een biografie van hem te geven! In IJmuiden kende ieder hem. Hij was een man dien men niet ongemerkt voorbijging. Bocht op zijn doel aangaande, trapte hij, ruimte- makend wel eens deze of gene op zijn gevoelige eksteroogen, maar met zijn doorzettingsvermogen opende hij ook wel weer eens banen waarvan anderen mede het genot ondervonden. Voor velen was hij niet alleen et n vraagbaak maar ook een daadwerkelij ke helper en al te velen wisten dat hij bij alle dingen toch eigenlijk een klein hart had om ellende te zien en een groot hart om te helpen. Mocht hij ook wel eens hier en daar iemand ergeren, die hem vonden, wer den onwillekeurig herinnerd aan het „ruwe bolster, blanke pit". Zijn langdurig ziekbed heeft hij ge dragen met een geduld dat ieder, die zijn temperament kende, verwonderde. Eén hoop, één begeerte had hij: Her stellen en weer in IJmuiden komen wonen. Weer bij zijn werk, dat, maar steeds bleef trekken. Maar toen de ziekte langer duurde, kwam naast het verlangen naar het werk toch ook het verlangen naar nog een paar jaar van rust en eindelijk was zijn laatste begeeren nog maar te mo gen leven voor zijn kinderen. En nu is hij niet meer! Zijn hoop op herstel is niet vervuld! Maar zijn wensch om naar IJmuiden te gaan is vervuld, al is het dan ook niet op de wijze zooals hij dat zoo gaarne wilde. Hij is gekomen van Haarlem naar IJmuiden, maar niet naar het huis dat gereed was om hem te ontvangen, maar hij is gedragen daar voorbij naar dat kleine laatste aardsche huis dat een ieder onzer een maal zal huisvesten en hij rust in het gezicht van de Visschers- haven, waarin een waarom heen zich zooveel van zijn arbeid heeft gegroe peerd. Woensdagavond ruim 9 uur brak er irand uit bij den heer Dupker, schoenhande), in de Oranjestraat alhier. Eerst rukte de lolitie uit met de koolzuurspuit, maar dat ileek onvoldoende. Daarop kwam de brand weer met een slangenwagen, die om kwart voor tienen het brandje had gebluscht. De brand beperkte zich tot de boven- voor- en achterlokaliteit. Bij het blusschingswerk bezeerde J. van L zich aan de hand. Hij werd aan het politiebureau verbonden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1922 | | pagina 1