MANUFACTUREN MAGAZIJN
Th. DIEPEN
Willemsplein 14 - Tel. 76 - IJmuiden
EEN SPREKEND BEWIJS
hiervoor geven U onze Etalages
AANBESTEDING
Molton, Watten
Wollen Dekens
Th. DIEPEN.
Speculaas en Taai-Taai
J. C. Verwer A. J. Bakker
M. BOSMA Wzn
Steenhouwerij V lietstra Co.
Nationale Bankvereeniging
Flanellen
F iu wee Jeu
Stoffen
Met het samenstellen onzer Collecties voor het
a.s. Seizoen zjjnwg geslaagd als nooit tevoren
Pracht sorteering
Yrydag 6 October 1922
50 arbeiderswoningen
TE WIJK1R006
Enorme sorteering
Zeldzame
aanbieding in
Coöperatieve Stoomwasscherjj en
Stookinrichting annex Badinrichting
SNEEUWWITTE WASCH
Wederom verkrijgbaar de van onds
bekende fjjne
Onovertrefbaar in genr en kwaliteit
h 16 cent per ons
bezorgt alle verzekeringen op
Beurs- en Ma atschappij pol is
N.V, IJ mui der Agentaren
en Administratiekantoor
Hypotheken,
Scheepsverbanden,
fl, i. VHH VELTHOVEH
I
De verborgen vallei
Beleefd aanbevelend,
Trawlerkade 37 Ymuiden\
LOS DAMESKAPPERSZAAK
C. G. VAN ES
P. KOLK
FEUILLETON
architecten-bureau
vorkink en wormser
Heldere Wasch Zorgvolle Behandeling
droog toegeslagen of geheel opgemaakt
Speciale afdeeling voor het waeschen van Wollen en
Molton Dekens, Ketelpakken
Zeemanswassehen
De Badinrichting is geopend:
Het adres voor heer en wederverkoopers
Telefoon no. 456
HET ASSUKAE TIEK AN TOOK VAN
GROENELAAN - BEVERWIJK
WÊÊ
Huis- en Decoratieschilder
van Heemskerkstraat 23
Begr ave nis-Onder neming
Kapitaal f ÏO.OOO.OOO.
Kantoor te IJMUIDEN: KANAALSTR. 52
Reserve f2.000.000.
Telefoonnummers: 350 en 417
4 pCt. rente per jaar
Spaarbankboekjes ten kantore verkrijgbaar
Stoffeer en en
Repareeren
Pres. Krugerstraat 2.
Woonplaats Huijgensstraat 48
BERGING VOOR INBOEDELS
77
Naspel.
Namens de Woningbouwvereeniging „VELSEN" te Velsen zal door
ondergeteekenden worden aanbesteed op
HET BOUWEN VAN
Bestek en teek eningen vanaf 20 September tegen betaling van f 10.—
verkrijgbaar bijde Centrale Lichtdruk inrichting Heerengracht 178, A'dam.
BLOUSES
Telefoon 307 IJMUIDEN Snelliusstraat 39
Woensdags van 2—6, Vrijdags van 4—10 en Zaterdags van 2uur n.m.
J:*- -
Aanbevelend,
Kanaalstraat 65, IJmuiden Dir.: L. M. Camman Telefoon 103
Agentschap van de Nationale Hypotheekbank
Agentschap van de Rotterdamsche Scheepshypotheekbank
Verzekeringen, Bouwcredieten, Crediethypotheken,
Voorschotten, Boekhouding en Administratiën
Orafmonumenten en Schoorsteenmantels
HARD- EN ZANDSTEENWERKEN
Vertegenwoordiger: P. VISSER Jzn., Gebouw voor Chr. Belangen
- - -V -
-t
thans gevestigd met 4 Salons,
JANSSTRAAT 69 TEL. 883 HAARLEM
Werkclnats: Bik- en Arnoldkade 32 Woonhuis-. Rijksweg 22
Stoffeerder, Bedden-
en Matrassenmaker,
Jn. Kaper Pzn.
AMSTELSTRAAT 12, IJMUIDEN
Beveelt zich beleefd aan voor
ALLE DAARTOE BENOODlQDE
WERKZAAMHEDEN
Het goedkoopste en soliedste
adres voor het
van alle Meubelen door
bekwaam vakman is
door HULBERT FOOTNER,
«oor Nederland bewerkt door
L. ALETRINO.
„Ik zal met je trouwen wanneer je dat
wilt," ging Nahnya voort. „Omdat ik
geleerd hebt, dat een meisje niet alleen
kan blijven. En ik heb nu geen volk
meer. Ik zal een goede vrouw voor je
zijn. Ik zal altijd hard werken. Ik zal
trachten je een rijk en groot man te ma
ken. Maar eerst moet er waarheid tus-
schen ons zijn."
„Welke waarheid?" stamelde Philippe
verbaasd.
„Ik heb je niet lief," zeide zij.
„Dat is blanken-taal," oordeelde Phi
lippe. „Wat is liefde? Wij trouwen. Jij
houdt mijn huis in orde."
„Den blanken man heb ik lief," zeide
Nahnya vast.
Dreigend was hij opgesprongen. In
zijn onnoozelheid dacht hij, dat ze hem
op de proef wilde stellen. Hij voelde
zich in zijn eigenliefde gekwetst.
Nahnya's oogen hielden de zijne vast.
„Als je me slaat, houd ik daarom niet
minder van hem," zeide zij.
hilippe kon niet tegen haar op; zijn
oogen konden het sterke licht achter de
hare niet verdragen. Hij mompelde iets
on v erstaanbaars.
„Wil je met mij trouwen?" vroeg
Nahnya na enkele oogenblikken.
Hij zag haar aan met een felle jalou-
zie. Nahnya voelde dat hij niet begrepen
had wat zij met „liefhebben" bedoelde.
Zij voorkwam zijn antwoord.
„Geen man heeft mij ooit bezeten!"
riep zij trotsch uit.
Hij zag haar weifelend aan. Hoe on
gaarne de man in hem het zich ook be
kende: hij geleek was in haar hand.
„Rood en wit passen niet bij elkaar,"
zeide Nahnya met haar fatalistische
kalmte. „Hij is weg. Ik zal hem nooit
weerzien."
„Zweer het!" eischte Philippe.
Zij hief de hand ten hemel. „Ik zweer
het!" sprak zij plechtig, zonder een tril
ling in haar stem.
Hij scheen zeer verlicht. Toch keek
hij nog boos, niet wetend wat te zeggen.
„Wil je mij trouwen?" vroeg zij op
nieuw.
„Ja, ik wil met je trouwen," stamelde
hij.
„Hier is mijn hand," zeide Nahnya.
„Wees oprecht tegen mij, dan zal ik al
les doen, wat ik je zeide.
Onbeholpen streelde hij haar hand.
Een vriendelijke trek kwam op Nah
nya's gelaat.
„Je was een goede jongen op school"
zeide zij. „Waarom wil je nu slecht ge
noemd worden, en niet werken, en drin
ken, en overal den menschen last bezor
gen?"
„Ik zal je vertellen, wat mij heeft doen
veranderen," zeide Philippe met hooge
borst. „Ik ben onder de blanken gegaan,
omdat ik dacht, daar mijn broeders te
vinden.. Mijn vader was een blanke, en
hij trouwde mijn moeder in de kerk.
Maar zij minachten mij, omdat ik een
donkere huid heb. Zij behandelen pnij
als een slaaf, en laten mij hard werken
en betalen mij weinig. Ik ga hen haten.
En ik word slecht! Ik maak het hun zoo
lastig als ik maar kan!"
„Blanken lachen slechte mannen al
leen maar uit en zetten ze in de gevan
genis," zeide Nahnya. „Je moet nu een
verstandig, groot man worden."
Philippp's eigenliefde trachtte zich
voor het laatst te doen gelden.
„Ik ben een man," zeide hij hooghar
tig. „Ik heb geen vrouw noodig om me
te vertellen, wat ik doen of laten moet."
Nahnya antwoordde niet. Zij speelde
met een paar steentjes.
„Ik zal de baas zijn in mijn eigen huis!"
zeide Philippe luider. „Jij zal hebben te
werken, en je verder kalm te houden!"
„Als je samen met mij wilt leven meet
je goed leven!" zeide Nahnya, met zach
te dreiging. „Jij vindt het prettig om een
slechte man te zijn. Maar het is niet
prettig om de vrouw te zijn van een
slecht man."
„Ik zal doen wat ik verkies," zeide
Philippe hoovaardig.
„Kijk!" zeide Nahnya, op de steentjes
wijzend, die zij gerangschikt had. „Hier
heb ik een kruis gemaakt. Kniel, en leg
je rechterhand er op, en zweer, goed te
zullen leven!"
Philippe lachte. Nahnya stond op,
met dezelfde onheilspellende kalmte.
Zij zag hem niet aan. Zijn verachtelijke
glimlach verstarde, om over te gaan in
een angstigen trek.
„Wat ga je doen?" vroeg hij onvrien
delijk.
„Zweer het!" zeide zij. „Of ik spring
van deze rots omlaag!"
Hij vloog op. Zij was vlugger dan hij.
Hij voelde dat het haar ernst was. Vast
besloten liep zij snel naar den rand van
het plateau. Hij bleef aan den grond ge
nageld staan,
i „Nahnya!" riep hij heesch.
Zij hield stil vlak hij den rand, neder-
ziend in het ravijn met een diep en ern
stig verlangen. Men zou bijna gezegd
I hebben, dat zij het betreurde, dat hij ge
roepen had.
„Ik zal het zweren!" riep hij snel. Hij
viel op de knieën naast het kruis van
steenen.
Met een zucht kwam zij weer terug.
„Ik zal alles doen, wat ik gezegd heb,"
mompelde zij, als sprak ze meer tot
zichzelf dan tot hem.
De weg omlaag naar de ondiepe val
lei was gemakkelijk. Terwijl zij hem af
liepen, legde Nahnya haar plannen voor
de toekomst bloot met een soort extaze
in haar droeve oogen.
„Den heelen dag heb ik bedacht, wat
wij zullen doen. Wij zullen hen, die, ge
lijk wij noch rood, noch blank zijn, bij
eenbrengen, en een nieuw volk van hen
maken. Eerst zullen wij naar het Ren
dier-meer trekken, en met de menschen
daar spreken. Er varen nu stoombooten
op het Rendier-meer, en langs de kleine
en de groote rivier; de kano's liggen on
gebruikt op den oever, en de inboorlin
gen hebben niets te doen. Zij zijn arm
en ziek, en vol haat jegens de blanke
mannen. Ik weet een mooie streek waai
de Tamarack Riviey uit de heuvelrij
treedt. Daar zijn geen blanken in de
buurt, en de Kakisa Indianen, die daar
eens gejaagd hebben, zijn allen gestor
ven of weggetrokken met andere stam
men. Wij zullen de menschen vertellen
van die streek, en er een dorp bouwen.
Er is genoeg wild voor allen. Er zal een
factorij gesticht worden, en jij zal daar
van de leiding hebben."
i
1
HOOFDSTUK XXIV.
Op den avond van een der eerste
Augustusdagen liep een vlot op het
strand stroomafwaarts van Fort Cliee-
ver. Het droeg een man van middelba
ren leeftijd, een meisje en een jongen
man. De laatste bewoog zich onrustig
en sprak onsamenhangend voor zich
uit; hij lag in zware koorts, vastgebon
den aan de balken, opdat hij niet in het
water zou rollen.
De oudere man droeg hem den oever
op. Het meisje volgde, een weinig on
zeker loopend van vermoeienis. Donke
re kringen teekentien zich onder haar
oogen en haar lippen waren wit. Op den
oever ontmoetten zij David Cranston,
den factorijhouder, óp wiens barsch ge
laat zoowel verrassing als blijdschap
over hgt onverwachte bezoek te lezen
stond. Hij sloeg een blik op den zieke
<>n trad verbaasd een stap achteruit.
„Is dat Ralph Cowdray?" vroeg hij.
De aangesprokene knikte bevestigend.
„Arme kerel!" riep Cranston uit. „Hij
is hier zes weken geleden geweest. Wat
is hij veranderd!"
„Ik breng hem naar een dokter," zeide
de ander. „Ik ben Jim Sholto van Mil-
burn. Dit is mijn dochter."
Wordt vervolgd.